Inbreng nader verslag (wetsvoorstel) Carla Dik-Faber ten behoeve van de Wet langdurige zorg

dinsdag 24 juni 2014

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van de Wet langdurige zorg

Onderwerp:   NADER - Regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg)

Kamerstuk:    33 891

Datum:           24 juni 2014

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van de beantwoording van de vragen in de nota naar aanleiding van het verslag. Zij willen nog een aantal aanvullende vragen stellen.

Persoonsvolgende financiering

De regering geeft aan dat er de komende tijd wordt geëxperimenteerd met persoonsvolgende bekostiging, zo constateren de leden van de fractie van de ChristenUnie. Kan de regering de Kamer een overzicht doen toekomen van deze experimenten? Wat is de looptijd van deze experimenten en wanneer worden deze geëvalueerd? Wanneer verwacht de regering naar aanleiding van deze experimenten beleidsconclusies te kunnen trekken?

ActiZ, CSO, Ieder(in), Landelijk Platform GGz, LOC, LSR, MEE Nederland en Per Saldo hebben een brief aan de Kamer geschreven, zo constateren de leden van de fractie van de ChristenUnie, waarin ze de Wlz een gemiste kans noemen. Ze zouden graag zien dat er scherper wordt gekozen voor eigen regie  door de cliënt. Wat is de reactie van de regering op de zorgen van deze organisaties?

Deelt de regering de mening van de ChristenUnie dat persoonsvolgende financiering kan bijdragen aan de gewenste omslag in de zorg, waarbij de zorgvraag van cliënten en de kwaliteit van zorg centraal staan?

In het verslag vroegen de leden van de fractie van de ChristenUnie al naar de wijze waarop de Wlz bijdraagt aan de omslag naar een persoonsvolgende financiering. Kan de regering deze vraag alsnog beantwoorden?

Meerzorg

De leden van de fractie van de ChristenUnie maken zich grote zorgen over de positie van hen voor wie nu ‘enige ondoelmatigheid’ toelaatbaar wordt geacht. Zij zijn met de regering eens dat we van die term af moeten, maar zij vrezen dat ook de juiste maatwerkinstrumenten verdwijnen als de indicatie in functies en klassen voor deze groep wordt omgezet in een zorgprofiel met een kop van meerzorg er bovenop. Dat lijkt deze leden zeer onwenselijk. Is de regering dat met hen eens?

Begrijpen de leden van de fractie van de ChristenUnie goed dat voor de meerzorg afspraken met het zorgkantoor moeten worden gemaakt? Waarom wordt niet ook voor de meerzorg geindiceerd door het CIZ? Waarom is het niet mogelijk om voor deze groep op maat te indiceren en ook de omvang meerzorg onafhankelijk te laten vaststellen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen voorts weten waarom het niet mogelijk is voor deze groep om een deel van de zorg in natura en een deel via een pgb in te kopen? Dat was onder de AWBZ wel mogelijk. Wat is de reden om de keuzevrijheid op dit punt te verkleinen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen weten of het het ook mogelijk is om voor kinderen de extra zorg die nodig is te financieren via de meerzorgregeling  als er geen indicatie in de hoogste ZZP is?

Dementie

Uit de beantwoording van vragen van de fractie van de ChristenUnie blijkt dat losse casemanagement dementie in de WLZ verdwijnt, omdat zorg die onder de WLZ valt wordt geleverd als een compleet pakket. Vanuit Alzheimer Nederland bestaan daar grote zorgen over, die door onze fractie worden gedeeld.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of u het met de stelling van Alzheimer Nederland eens bent dat niet iedere zorgaanbieder dezelfde capaciteiten en ervaringen heeft als de HBO-plus opgeleide casemanager dementie? Zo ja, waarom kunnen mensen met dementie dan geen casemanager inzetten op het moment dat zij thuis wonen met behulp van vpt of pgb? Hoe hangt dit samen met de continuïteit van zorg?

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen weten hoe de overdracht is geborgd als mensen overgaan van hulp gefinancierd uit de Zvw naar de Wlz, in het bijzonder voor mensen met dementie? Kunnen zij de casemanager dementie inzetten voor deze overdracht?

Deze leden lezen in de nota naar aanleiding van verslag dat in het geval van dementie een nieuw indicatiebesluit aan de orde kan komen. Waarom kan in de zorgprofielen geen rekening worden gehouden  met het ziekteverloop, zodat hier geen extra indicaties voor gedaan hoeven te worden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen weten op welke manier de samenwerking tussen de verschillende disciplines rond dementie wordt geborgd in de Wlz?

Spoedindicatie

De regering geeft in de beantwoording van vragen van de fractie van de ChristenUnie aan dat in geval van spoedzorg in twee weken een indicatie moet zijn afgegeven door het CIZ. Als blijkt dat van Wlz-zorg sprake is, dan wordt met terugwerkende kracht vergoed. Wat gebeurt er als er geen sprake is van Wlz-zorg? Hoe wordt voorkomen dat de periode tot aan de daadwerkelijke indicatiestelling waaruit blijkt dat er geen Wlz toegang is, niet door zorgverzekeraar/gemeente wordt vergoed, omdat zij bijvoorbeeld niet betrokken waren bij de spoedopname?

PGB

De fractie van de ChristenUnie constateert dat de regeling van de pgb in de WLz op punten verschilt met die van de WMO. Wat is de inhoudelijke  betekenis van de verschillen in de wettekst van respectievelijk de WMO en de Wlz?

Overige

Zorgorganisaties hebben door alle veranderingen in het zorgbeleid steeds meer moeite om hun vastgoed duurzaam gefinancierd te krijgen. Wat doet de regering om aan deze problemen tegemoet te komen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > juni