Bijdrage Gert-Jan Segers aan initiatiefvoorstel verandering Grondwet mbt correctief referendum

woensdag 27 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers aan een plenair initiatiefvoorstel met de heer Heijnen, mevrouw Voortman en de heer Schouw, Tweede Kamerleden van PvdA, GroenLinks respectievelijk D66

Onderwerp:   Voorstel van wet van de leden Heijnen, Voortman en Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Kamerstuk:    30 174

Datum:            27 maart 2013

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is altijd bijzonder om collega's in vak-K te zien zitten. Ik denk dat het het debuut van mevrouw Voortman is. Welkom! De heer Heijnen zit hier ongeveer maandelijks en de heer Schouw ongeveer wekelijks. Mijn enthousiasme over de voorstellen die met zijn aanwezigheid gepaard gaan, wisselt nogal. Maar over dit voorstel ben ik redelijk gematigd. Ik denk dan ook dat we een prima avond tegemoet gaan.

Normaal gesproken bedank je de indieners voor de beantwoording in eerste termijn, maar misschien kunnen deze verdedigers die dank doorgeleiden naar hun voorgangers. Het is in ieder geval prachtig dat Kamerleden zo veel werk verzetten om een initiatief in te dienen en te verdedigen.

Het ene referendum is het andere niet! De ChristenUnie is een warm voorstander van de representatieve democratie. Volksvertegenwoordigers worden gekozen om besluiten te nemen en bij hen ligt dan ook het primaat. Het referendum mag dat niet ondergraven. Vandaar dat mijn fractie zo veel moeite heeft met raadgevende en raadplegende referenda.

Het houden van referenda voordat de volksvertegenwoordiging een besluit heeft genomen, is een uitholling van ons stelsel en dat vind ik niet wenselijk. Een correctief referendum kan echter een aanvulling zijn op onze democratie. Dat is het geval als het een instrument is dat het vertrouwen van de kiezer in de politiek vergroot en het huidige representatieve stelsel niet ondergraaft.

De voormalige Kamerleden Anker en Schinkelshoek hebben amendementen ingediend, waar ik zo op terug zal komen. Oud-Kamerlid Anker heeft destijds in eerste termijn uitstekend verwoord wat de ChristenUnie aanspreekt in dit voorstel en waar voor ons de bezwaren zitten. Een correctief referendum kan een meerwaarde hebben. Volgens de fractie van de ChristenUnie is dat mogelijk als een geloofwaardig aantal burgers een referendum aanvraagt over een wetsvoorstel dat of een verordening die de volksvertegenwoordiging heeft goedgekeurd. Bovendien dient volgens mijn fractie de opkomst boven 50% te liggen. Voor de ChristenUnie is het dus belangrijk dat er goede drempels worden ingebouwd, zodat het referendum niet als instrument van de waan van de dag kan worden gebruikt maar als noodrem. Een tweede vereiste is voor ons dat grondwetsherzieningen niet referendabel dienen te zijn.

In eerste termijn heeft mijn voorganger Anker mede namens het CDA ten aanzien van beide condities amendementen ingediend. Op beide punten wil ik de bijdrage een beetje toespitsen. Ik begin bij het korte punt, namelijk de grondwetsherzieningen. Destijds is daar door de indieners heel genereus op gereageerd, namelijk door te zeggen dat men het eens was met het amendement van ChristenUnie en CDA. Betekent dit dat de huidige verdedigers nog altijd een positief stemadvies geven bij dit amendement? Of komt er een aanpassing van het wetsvoorstel?

Het andere punt betreft de drempels. Dat heeft in de eerste termijn uitgebreid aandacht gekregen. Ook op dit punt dienden de leden Anker en Schinkelshoek een amendement in. Echter nog niet met het gewenste resultaat, wat mij betreft. Twee punten zijn onbevredigend, vooralsnog. Allereerst vindt de ChristenUnie dat de drempels in de Grondwet moeten worden geregeld. De grondwetprocedure biedt door haar snelheid een waarborg voor zorgvuldigheid en de garantie dat er twee maal naar gekeken wordt door deze Kamer. Daarnaast is de hoogte van de drempels een punt. Dat leidde destijds tot een hele rekensom van mevrouw Halsema en het voorstel dat 30% van de stemgerechtigden tegen moet zijn, wil het voorstel verworpen worden. Dat is een lastig punt. Het onderstreept mijn eerste punt nog maar eens, namelijk dat het nu voorstellen van een referendum zonder de drempels te kennen niet de voorkeur heeft omdat wij niet weten of het correctief referendum wordt ingericht als een veelgebruikt rempedaal of als een noodrem. Zolang niet duidelijk is welke drempels het correctief referendum zal bevatten, is het voor de ChristenUnie niet mogelijk om te beoordelen wat voor instrument de indieners willen toevoegen aan onze democratie. In beginsel kan het mooi zijn. Nu blijft er echter nog te veel in het ongewisse. Ik hoor dus graag een reactie van de indieners op deze punten.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Met de ChristenUnie is ook mijn fractie van mening dat er een stevige drempel moet zijn en een geloofwaardig aantal. Heeft de ChristenUnie een bepaalde formule, een bepaald percentage of een bepaald aantal in gedachten? Kan de heer Segers zijn denkrichting met ons delen?

De heer Segers (ChristenUnie):

Zeker. Die hebben wij gedeeld in het amendement op stuk nr. 19. Het gaat om een inleidend verzoek van ten minste 1% van het aantal kiesgerechtigden. Vervolgens moet 7% van de kiesgerechtigden instemmen als die wens kenbaar is gemaakt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug