Inbreng Gert-Jan Segers inzake Grondwetsverandering tot deconstitutionalisering commissaris Koning

woensdag 06 maart 2013

Inbreng (verslag wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken inzake Vvw lid Schouw verandering Grondwet tot deconstitutionalisering benoeming commissaris Koning en burgemeester

Onderwerp:   Vvw van het lid Schouw verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester

Kamerstuk:    33 239

Datum:            6 maart 2013

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het voorstel tot deconstitutionalisering van de benoemingswijze van de commissaris van de Koning en de burgemeester. Zij willen dit voorstel niet los zien van het feit dat de grondwetgever in 1983 bewust heeft gekozen voor het vastleggen van de benoemingswijze in de Grondwet. Ook toen liepen in de samenleving de meningen uiteen over de gewenste wijze van benoeming. Deze leden zien als belangrijkste doel van het voorstel tot deconstitutionaliseren dat de benoemingswijze in het vervolg bij eenvoudige meerderheid kan veranderen. Dit is voor de leden van de fractie van de ChristenUnie geen overtuigend argument om te komen tot een grondwetswijziging, zeker als rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid dat een niet bestaande parlementaire meerderheid via afspraken in een regeerakkoord kunstmatig tot een meerderheid zal worden gemaakt.

Deze leden zijn van mening dat de taken van de burgemeester en de commissaris van de Koningin van zodanig gewicht zijn dat de grondwettelijke verankering voor de benoemingswijze moet blijven bestaan. Genoemde leden merken hierbij op dat de burgemeester en de commissaris van de Koningin naast orgaan van de gemeente en de provincie tevens rijksorgaan zijn. Zo heeft de burgemeester ook taken op het terrein van de openbare orde en kan hij besluiten van de gemeente die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang voordragen ter schorsing of vernietiging. Gezien de positie van de burgemeester en de commissaris van de Koningin in ons staatsbestel hechten de leden van de fractie van de ChristenUnie aan de grondwettelijke verankering van de benoemingswijze, waarbij de procedure tot wijziging een extra waarborg tot zorgvuldigheid in zich heeft.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de indiener van het wetsvoorstel welke problemen hij constateert bij de huidige benoemingswijze. De indiener vindt de mogelijkheid om te kunnen experimenteren met vormen van benoeming een krachtig argument voor deconstitutionalisering zo blijkt uit de Memorie van toelichting. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de indiener om toe te lichten waarom experimenten nodig zijn. Deze leden missen een onderbouwing ten aanzien van het nut of de noodzaak tot dergelijke experimenten.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen tenslotte of de indiener melding kan maken van de opvattingen van representatieve organisaties die het meest bij deze materie betrokken zijn, zoals de VNG, het IPO en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug