Inbreng Carla Dik-Faber tbv Strategie NS commerciële activiteiten op en rond stations

woensdag 18 december 2013

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu ten behoeve van Strategie NS commerciële activiteiten op en rond stations

Onderwerp:   Strategie NS commerciële activiteiten op en rond stations

Kamerstuk:    29 984

Datum:            18 december 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat stations steeds meer worden uitgebaat als complete winkelcentra. Dit kan het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren doordat reizigers onderweg nog even snel een boodschap kunnen doen en zo tijd kunnen besparen. De komst of uitbreiding van winkels gaat vaak ook gepaard met een complete herinrichting en restyling waardoor het verblijfsklimaat voor reizigers ook aangenamer wordt. De ChristenUnie-fractie steunt deze ontwikkeling dan ook mits belangen van de reiziger zoals voldoende transferruimte, goede wachtruimtes en overzichtelijke stations voorop staan. Stations zijn in de allereerste plaats stations en pas daarna komen de andere functies.

Voor NS zijn winkels aantrekkelijk omdat zij een positieve bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat. Dit is ook van belang voor de staat als aandeelhouder van NS omdat hiermee de waarde van het bedrijf kan toenemen.

In het jaarverslag van NS (2011) is een indicatie te vinden van de omvang van de activiteiten van NS op het gebied van knooppuntontwikkeling en exploitatie van winkels. Het gaat inmiddels om circa 20% van de opbrengsten van NS waarbij er in de afgelopen 10 jaar bijna een verdubbeling heeft plaatsgevonden. Onduidelijk is echter wat de bijdrage is in de kosten en in de winst van NS. Genoemde leden zouden hier wel graag inzicht in hebben zodat er meer transparant wordt in hoeverre het spoorvervoer op het hoofdrailnet momenteel kostendekkend is.

De rol van NS bij de exploitatie van de winkels op de stations wordt mogelijk van belang indien het 4e EU spoorpakket door zou gaan en het hoofdrailnet ook aanbesteed zou worden. Als NS in dat geval (delen van) de hoofdrailnetconcessie in 2024 zou verliezen, wat betekent dit dan voor de winkelvoorzieningen op de stations. Behoud NS deze rechten wel? Zijn hierover zaken geregeld in het 4e spoorpakket zoals dat nu voorligt of is dit aan de nationale overheden? Ook vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe momenteel eigendom en exploitatie van winkels op stations in de rest van de EU geregeld is. Is de situatie in Nederland vergelijkbaar met die in andere lidstaten?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre de verbouw van de grote knooppunt stations (NSP’s) momenteel wordt gefinancierd vanuit de begroting en in hoeverre deze door NS wordt gefinancierd. Welke zaken worden nu door NS bekostigd en welke door het ministerie/ProRail? Deze leden hebben dezelfde vraag over de herinrichting van de kleinere intercitystations.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de toename van het aantal winkels op stations kan gaan wringen met het lokale detailhandelsbeleid. Worden de winkels op het station niet steeds meer ook concurrenten van ondernemers in het winkelcentrum verderop?

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat NS recent er voor heeft gekozen om de huurcontracten van zelfstandige ondernemers die fietsservicepunten bemanden op te zeggen zodat alle fietsservicepunten onder beheer komen van NS. Genoemde leden vragen wat de aanleiding is van dit besluit en of dit in het belang is van de reiziger. Is ook overwogen de bestaande contracten te behouden tot een natuurlijk moment voor beëindiging, bijvoorbeeld pensionering van de zittende exploitant? Klopt het dat NS een vergelijkbaar beleid ook aan het doorvoeren is t.a.v. het beheer van de toiletten op de stations?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug

Archief > 2013 > december