Inbreng Carla Dik-Faber ten behoeve van Startbeslissingen MIRT Verkenningen A58 en N65

dinsdag 11 juni 2013

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu ten behoeve van Startbeslissingen MIRT Verkenningen A58 en N65

Onderwerp:   Startbeslissingen MIRT Verkenningen A58 en N65

Kamerstuk:    33 400

Datum:            11 juni 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de startbeslissing MIRT-verkenning N65 en vragen aandacht voor de Code Maatschappelijke Participatie. Zij constateren dat in de startbeslissing een groot aantal varianten al wordt uitgesloten, bijvoorbeeld omdat ze niet zouden passen binnen het budget. Genoemde leden constateren dat juist deze varianten (of hierop sterk lijkende varianten) door omwonenden van groot belang worden gevonden en dat omwonenden ook van mening zijn dat er oplossingen denkbaar zijn die mogelijk wel binnen het budget passen.

Genoemde leden dringen er dan ook op aan bij de N65 de Code Maatschappelijke Participatie serieus te nemen en in de verkenningsfase samen met bewoners te zoeken naar een kansrijke oplossingsrichting. Met andere woorden: te onderzoeken of een door bewoners aangedragen alternatief kansrijk is en zo nee, of en zo ja hoe dit initiatief wel kansrijk kan worden. Zij vragen daarbij niet de vraag centraal te stellen waarom iets niet zou kunnen, maar hoe het wel zou kunnen zodat er sprake is van een co-productie van het bewonersalternatief. Is de minister bereid om tenminste één alternatief van bewoners in overleg met de betrokken bewonersorganisaties in de verkenningsfase serieus uit te werken?

Genoemde leden vinden het niet passend om reeds bij de startbeslissing al alternatieven uit te sluiten terwijl er nog geen sprake is van enige onderbouwing van argumenten waarom bepaalde alternatieven niet zouden kunnen. Een startbeslissing is niet voor niets een start, het onderzoek begint dan pas. Genoemde leden zijn van mening dat pas een MKBA of een quick-scan MKBA inzicht kan geven over de haalbaarheid van varianten.

Genoemde leden vragen ook meer helderheid over de samenhang met PHS. Immers: de hoogteligging van de N65 ter hoogte van de spoorlijn Den Bosch-Eindhoven is bepalend voor de mogelijkheden voor een eventuele verdiepte ligging van het spoor en meer specifiek op welke plaats in Vught een eventuele verdiepte ligging van het spoor zou kunnen beginnen. Het is prima dat beide projecten worden afgestemd, maar wat betekent dit voor de beslismomenten?

Tenslotte vragen genoemde leden aandacht voor de bouwfasering omdat elk plan voor zowel N65 als spoor een aantal jaar fors zal ingrijpen in de bereikbaarheid van en leefbaarheid rond het plangebied.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2013 > juni