Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Energiewende

donderdag 13 juni 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met minister Kamp van Economische Zaken

Onderwerp:   Energiewende

Kamerstuk:    32 813

Datum:            13 juni 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Er wordt over de Duitse Energiewende gesproken alsof we met een enorm probleem te maken hebben, maar ik zou het juist positief willen benaderen door te spreken van een geweldige groene transitie die vanuit burgers en coöperaties tot stand is gekomen. Ook in Nederland zou zo'n transitie van onderop snel moeten worden gerealiseerd. Het levert meer groene energie op, meer banen en schonere lucht.

Duitsland denkt bovendien in langjarig perspectief. Op lange termijn wil men daar de investeringen terugverdienen. In Nederland voeren wij nu nog vooral  kortetermijndiscussies over de bijstook van biomassa en over de vraag hoe wij zo goedkoop mogelijk de doelen kunnen halen, in plaats van te spreken over de vraag hoe wij zorgen voor een energietransitie die decennialang houdbaar is. Welke technieken zijn innovatief en echt schoon, ook over twintig jaar? Wat levert ons groene en economische winst op, en ook banenwinst?

Hier ligt natuurlijk wel degelijk een vraag onder over capaciteit. Wat te doen met pieken, wat te doen met een terugval in de elektriciteitsproductie? Juist gas is een flexibele brandstof. De ChristenUnie is geen voorstander van het subsidiëren van grote centrales om bij te springen, zoals in sommige regio's in Duitsland wel gebeurt.

Om onze gascentrales beter te positioneren in de markt, een markt die ook faalt door een gebrekkig werkend ETS-systeem, stelt de ChristenUnie voor om de kolenbelasting flink te verhogen. Ik ben blij dat ik de PvdA ook in die richting hoor denken. Hierdoor zullen de oudste en de meest vervuilende kolencentrales uit de markt worden gedrukt. Dat zou een goede ontwikkeling zijn. Het levert de overheid meer inkomsten op en zorgt bovendien voor lagere kosten voor belastingbetalers doordat de SDE-subsidie daalt. De onrendabele top wordt kleiner tussen groen en grijs. Deze maatregel kan prima op nationaal niveau worden ingevoerd zonder serieuze extra importen uit Duitsland, die immers worden beperkt door de transborder capacity.

Hetzelfde geldt voor wkk-installaties. Stroomproductie via wkk in de tuinbouw is nu vaak onrendabel omdat er kolencentrales worden bijgebouwd en de CO2-prijs veel te laag is. Ook steeds meer industriële wkk-installaties sluiten. Daardoor wordt de industrie minder energieefficiënt. In Duitsland wordt wkk sterk gestimuleerd. Daar wordt het zelfs bij wet geregeld dat het aandeel ervan verdubbelt tot 2020. Ook België en het Verenigd Koninkrijk hebben voor stimuleringsmaatregelen gekozen. In Nederland heeft wkk het moeilijk. Wat leert de minister van de aanpak in de ons omringende landen?

Dan de netwerken. Hoe staat de Energiewende in verhouding tot de plannen rond netuitbreidingen? Aan de ene kant komen er allerlei kolencentrales bij, die weer moeten worden ontsloten. Dat geldt trouwens ook voor grote windparken. Als we de kant opgaan van een Noordwest-Europees energiesysteem is er grootschalige infrastructuur nodig. Aan de andere kant werken we steeds meer aan zelfvoorziening, aan energieneutrale gebouwen en wijken, soms met behulp van de glastuinbouw. Daar zijn smart grids nodig en geen hoogspanningslijnen. Hoe zorgt de minister ervoor dat we met de netuitbreidingen van de toekomst op basis van decentrale energie verdergaan en niet op basis van een grijs centraalpowerhousemodel?

Er staat 38 miljard gepland om tot 2020 over te beschikken. We moeten nu de keuze maken voor een energievoorziening van de toekomst, duurzaam en decentraal. De ChristenUnie wil investeren in smart grids om het gebruik meer af te stemmen op de productie. Wij willen investeren in zonne-energie, in wind, in wkk et cetera. Als wij nu het goedkoopste eerst kiezen en niet kijken naar innovatie of naar banen, worden vele miljarden in het kader van de SDE-plus verbrand in kolencentrales. Het is echt totaal onzinnig om met belastinggeld kolencentrales, zoals die uit de jaren tachtig, in de benen te houden. De klimaatwinst van de bijstook van biomassa is bovendien minimaal. Laten we de SDE-plusgelden nu eindelijk echt duurzaam, innovatief en toekomstgericht inzetten.

De studie van ECN met doorlooptijden leunt wat de ChristenUnie betreft te zwaar op biomassa. Een belangrijke aanbeveling is echter dat het kabinet voortvarend aan de slag moet gaan. Dit geldt voor wind op land en zeker voor wind op zee. De doorlooptijd voor de windparken, van planvorming tot realisatie, neemt al snel zeven jaar in beslag. Voor wind op zee is die termijn zelfs nog langer. De minister legt deze aanbeveling echter naast zich neer. Mijn vraag is dan ook hoe hij 16% duurzame energie in 2020 gaat bereiken.

Tot slot het SER-akkoord. Ook mijn vraag is of wij hier kiezen voor een ambitieus beleid voor de toekomst, of alleen voor het regeerakkoord, waarbij we niet verder kijken dan 2020. Ik vraag de minister hoe de ministeries zich opstellen in dit proces en of wij hierover met elkaar nog een politiek debat gaan voeren. Ik vind het heel belangrijk dat die ruimte voor het politieke debat er nog blijft. Ik moet mij trouwens verontschuldigen. Rond twaalf uur moet ik de vergadering verlaten.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2013 > juni