Inbreng Carla Dik tav Stand zaken omtrent beschikbaarstelling info over twee Limburgse spoorlijnen, die voor decentralisatie en aanbesteding in aanmerking komen

dinsdag 25 februari 2014

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu ten aanzien van de stand van zaken omtrent het beschikbaar stellen van relevante informatie over de twee spoorlijnen in Limburg die voor decentralisatie en aanbesteding in aanmerking komen

Onderwerp:   Stand van zaken omtrent het beschikbaar stellen van relevante informatie over de twee spoorlijnen in Limburg die voor decentralisatie en aanbesteding in aanmerking komen

Kamerstuk:    29 984

Datum:            25 februari 2014

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben er kennis van genomen dat NS aan haar verplichting heeft voldaan en conform het informatie-profiel de gegevens over reizigersaantallen op de Limburgse stoptreinen heeft  geleverd. Zij hebben hierover nog wel enkele vragen.

Gelijk speelveld

Genoemde leden vragen wanneer de aanbesteding in Limburg start en hoe de rolverdeling in dit proces is tussen Staat, aanbestedende overheid (provincie Limburg) en toezichthouders, zoals ACM en ILT? Is het decentralisatiebesluit van de twee betreffende stoptreindiensten inmiddels genomen? Deelt de staatssecretaris het standpunt dat een gelijk speelveld bij aanvang van de aanbesteding essentieel is voor elke deelnemer om aan de aanbesteding te kunnen deelnemen? Zo ja, kan zij toelichten hoe zij dit borgt en welke rol de provincie daarin speelt?

Klopt het dat er vanuit de FMN klachten zijn over het gelijke speelveld zoals verwoord in een brief van 21 februari jl. aan de staatssecretaris? Welke problemen op het vlak van gelijke concurrentie tussen inschrijvers spelen er bij deze aanbesteding en hoe worden die volgens de staatssecretaris opgelost?

Wat is de stand van zaken rondom het “Meten In De Trein”-dossier en de verdeling van inkomsten?  Klopt het dat de gegevens die aan de provincie zijn verstrekt over het aantal reizigers en de reizigersopbrengsten zijn gebaseerd op het MIDT-systeem? Klopt het dat uit onderzoek van Pantanei/NEA is gebleken dat het systeem niet betrouwbaar is en tot structurele bevoordeling van de NS kan leiden? Klopt het dat ook de ACM dit systeem als “niet transparant en ongewenst” ziet omdat er geen garantie is dat deze gegevens juist en volledig zijn en deze gegevens ook niet onafhankelijk zijn vastgesteld en dat de ACM melding heeft gemaakt dat NS de aanbesteding van de Limburg concessie via MIDT beslissend kan beïnvloeden? Hoe beoordeelt u in het licht dat de NS zelf aan de aanbesteding wil deelnemen?

Hoe is uitgesloten dat de NS door mogelijke kruissubsidiëring bij de Limburgse aanbesteding te laag inschrijft of met verlies aanbiedt, waarna de verliezen goedgemaakt moeten worden uit duurdere treinkaartjes of een lager dividend dat de belastingbetaler ontvangt? Welke voorzorgsmaatregelen worden daartoe getroffen, hoe zijn die controleerbaar voor concurrerende bedrijven en hoe zijn zij controleerbaar voor de aanbestedende dienst, voor de aandeelhouder en voor de ACM?

Informatie voor de provincie

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de provincie nu de gegevens uit het informatie-profiel zijn verstrekt ook over alle noodzakelijke informatie beschikt om de twee lijnen in de provinciale aanbesteding op te nemen. Klopt het, zo vragen deze leden, dat de provincie de volgende informatie nog niet heeft ontvangen:

-           Informatie van uw ministerie over de hoogte van de exploitatiebijdrage.

-           Een uitspraak van uw ministerie over de duur van de exploitatiebijdrage aangezien de HRN-concessie loopt tot 2025 terwijl de Limburg concessie tot 2031 doorloopt.

-           Zekerheid over eventuele transitiekosten voor het treinmaterieel.

Zo ja, waarom heeft de provincie, zo kort voor de aanbesteding, deze informatie nog niet ontvangen? Wat betreft de transitiekosten vragen genoemde leden of het klopt dat NS heeft gesteld dat de overdracht van de twee treindiensten leidt tot versnelde afschrijvingskosten en wat het standpunt hierover is van de staatssecretaris. Wanneer worden de onderhandelingen over deze kosten afgerond? Kan de staatssecretaris verzekeren dat deze onderhandelingen voor half maart zijn afgerond gezien de deadline die de provincie heeft op 25 maart? De ChristenUnie-fractie vraagt of NS het recht toe heeft compensatie te vragen voor het materieel aangezien de Wet Personenvervoer 2000 geen plicht bevat om het oude materieel over te nemen.

Elektrificatie Maaslijn

Ook vragen deze leden naar de laatste stand van zaken over de gesprekken over elektrificatie van de Maaslijn. Klopt het dat hierover in verband met de aanbesteding ook uiterlijk 25 maart duidelijkheid moet zijn inclusief de financiële participatie van zowel regionale overheden als van het Rijk? Klopt het dat de regio bereid is 50% van de investeringskosten voor elektrificatie te dragen? Deelt u de mening dat het vanuit zowel het perspectief van de reiziger (reistijd), concessieverlener en vervoerder (exploitatie-, beheer-, en onderhoudskosten) als het milieu (geluid, luchtkwaliteit) onwenselijk is als er nog eens 15 jaar dieseltreinen gaan rijden op de Maaslijn? Wilt u voor 2031 elektrificatie van de Maaslijn? Bent u bereid bij de beantwoording in dit schriftelijk overleg en in ieder geval voor 25 maart hiertoe een besluit te nemen en uitsluitsel te geven of u bereid bent tot cofinanciering van de elektrificatie, inclusief een financieringsvoorstel?

Weert-Roermond

Voorts vragen genoemde leden naar de stand van zaken van de stoptrein Weert-Roermond. Klopt het dat uit onderzoek blijkt dat deze stoptrein als deze zou worden opgenomen worden in de regionale Limburg concessie de NS per saldo extra reizigers oplevert vanwege de extra reizigers uit Haelen en Baexem die overstappen op een NS-intercity en deze stoptrein dus niet ten koste gaat van de exploitatie van het hoofdrailnet? Bent u bereid voor 25 maart een uitspraak te doen of u NS in de nieuwe hoofdrailnetconcessie gaat verplichten op dit traject met een stoptrein te rijden zodra de stations Haelen en Baexem zijn gerealiseerd of dat u de regio de ruimte biedt deze stoptrein op te nemen in de regionale concessie? Klopt het dat vanwege de verschillende exploitatiemodellen (doorrijden naar Eindhoven door NS of doorrijden naar Zuid-Limburg in de regioconcessie) de kosten van een bediening van de nieuwe stations Haelen en Baexem door NS hoger liggen dan bij opname in de regionale concessie? Bent u bereid, indien u kiest voor een bediening door NS de hiervoor genoemde meerkosten van bediening door NS niet door de regio te laten dragen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > februari