Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Maatschappelijke Organisaties en Ontwikkelingssamenwerking (AO d.d. 22/04)

woensdag 29 april 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een voortgezet algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   VAO Maatschappelijke Organisaties en Ontwikkelingssamenwerking (AO d.d. 22/04)

Kamerstuk:    33 625

Datum:           29 april 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Zonder inleiding een drietal moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de inclusie van de allerarmsten in het ontwikkelingsbeleid van groot belang is;

overwegende dat expliciet aandacht moet zijn voor de inclusie van personen met een beperking, onder meer op basis van artikel 32 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap;

van mening dat mensen uit de meest gemarginaliseerde en moeilijk bereikbare groepen gelijkwaardig moeten kunnen meedoen in iedere samenleving;

verzoekt de regering, het innovatiefonds om te zetten in een inclusiefonds dat het bereiken van de meest gemarginaliseerde en moeilijk bereikbare groepen, in het bijzonder mensen met een beperking, tot doel heeft, teneinde bij te dragen aan het verminderen van ongelijkheid en het bevorderen van aansluiting bij het lokale maatschappelijke en economische leven voor deze groepen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van Laar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157 (33625).

Overigens, van het begrip "de inclusie" hebben we nog nooit gehoord, maar dat gaan we een keer ...

De heer Voordewind (ChristenUnie):
We schrijven geschiedenis, voorzitter. Dat is altijd mooi.

De volgende motie ligt een beetje in lijn met de motie van collega Mulder, maar die wijkt toch iets af. Vandaar dat wij met een eigen motie komen en die motie ook ondersteund hebben.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat particuliere organisaties onmisbaar zijn bij het ontwikkelingsbeleid op het gebied van voedselzekerheid, water, veiligheid en rechtsorde, SRGR, gender, klimaat en privatesectorontwikkeling;

verzoekt de regering om jaarlijks te streven naar een minimale besteding van 25% van het ODA-budget via particuliere organisaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 158 (33625).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister in 2016 en de jaren daarna 25% van het ODA-budget via maatschappelijke organisaties wil besteden;

overwegende dat voor juni 2015 "scorecards" naar de Tweede Kamer zullen worden gestuurd over het functioneren van verschillende multilaterale organisaties, waaronder VN-instellingen;

verzoekt de regering om op basis van de "scorecards" van multilaterale organisaties, vrijwillige bijdragen aan slecht functionerende instellingen beschikbaar te stellen voor maatschappelijke organisaties die werkzaam zijn op dezelfde thematiek als de betreffende multilaterale instelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 159 (33625).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug

Archief > 2015 > april