Overleg over het Midden-Oosten

woensdag 06 juni 2007

Het midden oosten is sinds vele jaren een brandhaard van geweld. Golfoorlogen volgden elkaar op en ook vandaag lijken in bijvoorbeeld Irak, Libanon en Israel orde en rust ver weg. De nucleaire bewapening van Iran gaat intussen ondanks alle internationale druk gewoon door. Daarmee neemt de dreiging voor de gehele regio ook toe.

Sinds de Oslo akkoorden van 1993 wordt gepoogd een constructieve oplossing te vinden voor het in de kern religieuze conflict tussen Israel en de Palestijnen. Een duurzame vrede kan pas stand houden zoals het regeerakkoord het ook zegt: “veilig en erkende grenzen voor Israel en een levensvatbare Palestijnse staat”. Helaas zijn de vredesonderhandelingen veelvuldig verstoord door Palestijnse zelfmoordaanslagen, geweldadige acties van de Hezbollah en Israelische vergeldingsacties.

We hebben net beelden gezien van de situatie in de Gaza. Het geweld tussen de Israëlische soldaten en de Palestijnen en tussen de Palestijnen onderling stemt ook de fractie van de ChristenUnie zeer triest. Zoals ook de dagelijkse beschietingen vanuit de Gaza op Zuid Israel. We hoorden dat deze raketaanvallen vanuit de Gaza ook bekritiseerd worden door veel van de Palestijnen zelf in de Gaza. Ons gemeenschappelijk doel is om het bloedvergieten en het doden van onschuldige kinderen, vrouwen en ouderen, die niets met het conflict te maken hebben, te stoppen. En uiteraard zijn we vandaag hier bijeen om met de minister mee te denken over de Nederlandse bijdrage en inzet om tot duurzame oplossingen te komen.

Ook de inzet van de ChristenUnie is erop gericht op het bloedvergieten te stoppen en om het conflict aan de onderhandelingstafel te bespreken in plaats van met wapens. Die strijd heeft de afgelopen 40 jaar er niet toe geleid dat de twee volken in vrede naast elkaar kunnen leven.

De bereidheid om tot de onderhandelingstafel terug te keren moet dan wel van twee kanten komen. En helaas moet ik constateren dat die bereidheid er bij de regering van nationale eenheid er nog niet is.

Zolang de eenheidsregering de staat Israel niet erkent en het gebruik van geweld niet afwijst, zal er geen vooruitgang geboekt worden in de vredesbesprekingen. Dat de Palestijnse regering, gedomineerd wordt door Hamas, daartoe niet bereid is blijkt steeds weer uit verschillende verklaringen.

Premier Ismaël Hania zei 2 april jl in een Saoedische krant nogmaals dat “er geen sprake kan zijn van de erkenning van Israel”. “alle vormen van verzet is een legitiem recht van de Palestijnen. De Hamas-leider in de Gaza Sami Abu Zuhri zei het op 6 april als volgt: Hiermee voeden we onze kinderen op:
- gewapend verzet
- Geen erkenning van Israel
- Een Palestijnse staat van de rivier tot aan de zee
- Alle heilige plaatsen zijn van ons, inclusief Jeruzalem
- Alle vluchtelingen dienen terug te keren.

Tijdens de herdenking van 40 jaar van de zogenaamde bezetting werden door de Hamas soortgelijke teksten uitgesproken. Intussen worden Palestijnse kinderen op de Hamas-televisie aangespoord om zelfmoordaanslagen te plegen en zijn sinds 31 april honderden Qassam-raketten vanuit de Gaza op Israel afgevuurd.

Sprak de minister in zijn brief van 12 april nog van een licht optimisme, de meest recente brief van 30 mei is somberder. De minister constateert terecht dat het geweld in de Gaza een schaduw werpt op de hernieuwde Amerikaanse bemoeienis met het proces en het vredesinitiatief van de Arabische Liga. De fractie van de ChristenUnie is het eens met de minister dat alleen de gesprekken tussen Olmert en Abbas tot tastbare verbeteringen van de veiligheid voor de Israëliërs en de Palestijnen. In plaats van de dialoog met de eenheidsregering pleitte de ChristenUnie in het vorige debat voor inzet op de onderhandelingen tussen premier Olmert en president Abbas.

Ik wijs de minister nog eens op de aangenomen motie van de ChristenUnie die van de regering vraagt om de relaties met de eenheidsregering te heroverwegen indien gewelduitbarstingen door de Hamas worden ondersteund of goedgekeurd. De Hamas-woordvoerder heeft intussen gezegd achter de raketbeschietingen vanuit de Gaza te staan en niets zal doen om deze te verhinderen. Deze en andere uitspraken lijken mij reden genoeg om de relatie met de eenheidsregering te heroverwegen.

De minister zegt in de brief van 30 mei dat de eenheidsregering zich moet distantiëren van de Hamas. Hoe ziet de minister dit voor zich als de meeste ministers in deze eenheidsregering lid zijn van de Hamas. Bedoelt de minister niet te zeggen dat hij de ministers oproep om de Hamas aan te spreken op het stoppen van het gebruiken en propaganderen van geweld. Op de Palestijnse staatstelevisie worden oproepen uitgesproken om “de kelen door te snijden van Palestijnen die niet hun gezicht bedekken”. Er vinden in de Gaza aanvallen plaats op internetcafés, restaurants met tv-schotels, christelijke en buitenlandse instellingen.

Ik denk dat we elkaar vinden door alle inspanningen nu te richten op het versterken van de positie van president Abbas. Gisteren deed president Abbas de oproep aan beide partijen Fatah en Hamas om te voorkomen dat er een volledige burgeroorlog uitbreekt in de Gaza. Hij noemde zelfs de onderlinge strijd erger dan het leven onder de Israëlische bezetting.
En de hernieuwde onderhandelingen tussen Olmert en Abbas zijn een goed voorteken dat er schot zit in het zoeken en aftasten naar mogelijke vredesregelingen.

Hoe denkt de minister de positie van president Abbas verder te kunnen ondersteunen? Is de minister er nu ook van overtuigd dat we nu alles moeten inzetten op onderhandelingen tussen Olmert, Abbas en Rice en het vredesinitiatief van de Arabische Liga, in plaats van op de contacten met de eenheidsregering?

Het vredesinitiatief van de Arabische Liga
De minister zegt zijn hoop te hebben op het initiatief van de Arabische Liga. Daar steun ik de minister. Hoe schat de minister de kans echter in dat het tot een werkelijke onderhandeling komt op basis van het oude plan uit Beiroet. De Hamas heeft al gezegd het plan niet te zien zitten, omdat het voorziet in de erkenning van Israel. Kan Abbas onderhandelen als hij nu al weet dat hij niet kan rekenen op steun van de Hamas? Wat is de inschatting van de minister?

Premier Olmert stond er positiever tegenover en zag genoeg aanknopingspunten voor het starten van de onderhandelingen. Dat was een positieve insteek, ondanks dat de Beiroetverklaring ook spreekt over heikele kwesties als Jeruzalem en terugkeer van de vluchtelingen.

Het TIM
De minister wil het TIM nu uitbreiden door ook de salarissen van 17.000 Palestijnse civiele politiemensen te financieren. Als argument noemt hij het bewaren van de veiligheid en 2. als een bijdrage aan de verbetering van de humanitaire situatie van hun gezinnen. De laatste argument vind ik niet echt hout snijden, want dan kun je elke ambtenaar weer gaan financieren, maar over het eerste wil ik graag meer over weten. In hoeverre heeft de minister er vertrouwen in dat deze politiemensen een werkelijke bijdrage leveren aan de veiligheidsituatie. Heeft hij betrouwbare informatie dat de gelden niet gebruikt gaan worden voor het gewapend verzet tegen Israel. Ik hoor graag een toelichting op deze beslissing van de minister.

Libanon - Syrische grens
De ChristenUnie-fractie maakt zich zorgen over de berichten gisteren in de krant dat ons fregat Van Speijk zijn uiterste best doet om wapensmokkel via zee te voorkomen, maar dat naast het hoofdkwartier van UNIFIL in Beiroet je vrijelijk voor 40 tot 50 dollar wapens kunt kopen. Ook blijken de geruchten waar te zijn dat de Hezbollah zich weer bewapend. De secretaris-generaal stuurt nu een monitoring- missie naar de grens met Syrië om dit te onderzoeken. Intussen blijkt uit de lobby van de minister dat de deelnemende landen aan UNIFIL vooralsnog niets zien in uitbreiding van het mandaat en gebied richting Syrische grens. De Libanese regering heeft zelf ook nog amper werk gemaakt van de ontwapening en UNIFIL zelf is er niet voor. Hoe ziet de minister een doorbraak in deze impasse? Zal de uitbreiding van het mandaat gebied er uiteindelijk wel komen na de VN-monitoringmissie?

Clustermunitie
Inmiddels blijkt dat er circa 1 miljoen submunitie niet is afgegaan en al 30 mensen heeft gedood. Nederland levert een financiële bijdrage aan het ontmijningsprogramma van de VN, maar er is nog maar 10% opgeruimd. Alles moet opgeruimd zijn voor het eind van dit jaar. Denkt de minister dat dit reëel is? Kan Nederland nog meer doen om meer slachtoffers te voorkomen. De minister heeft de Oslo verklaring ondertekend. Hoe kijkt de minister, in het licht van de schade in Libanon, aan tegen een tijdelijk moratorium van Nederland op het gebruik van clustermunitie in afwachting van verder Internationaal overleg?

Bron: ongecorrigeerd verslag

« Terug