Bijdrage debat over het kindgebonden budget
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Zo'n tien jaar geleden speelde mijn fractie al met
de gedachte om een kindgebonden budget voor te stellen. Hierbij wil
ik speciaal refereren aan oud-Kamerlid Van Dijke, die daar toen als
eerste mee kwam. Vandaag is voor mijn fractie dan ook een mooie
dag. Ouders krijgen straks een bijdrage per kind. Zo wordt een
rechtstreeks verband gelegd tussen de kosten die kinderen met zich
brengen en de tegemoetkoming die ouders hiervoor krijgen. Wij
realiseren ons dat het niet de exacte invulling is die ons
oorspronkelijk voor ogen stond, maar desondanks is dit een hele
verbetering ten opzichte van de huidige situatie.
Het is fantastisch dat er ook extra budget voor het kindgebonden
budget beschikbaar komt. Ouders hebben naast rust en tijd om hun
kinderen op te voeden ook de middelen nodig om dit te kunnen doen.
De kosten voor kinderen zijn hoog. De koopkracht van mensen neemt
aanzienlijk af wanneer zij kinderen krijgen, terwijl de samenleving
er baat bij heeft dat kinderen worden geboren. De overheid moet dan
ook ouders willen ondersteunen bij de opvoeding, door hun genoeg
tijd te gunnen om voor hun kinderen te zorgen en door hun
financiële middelen ter beschikking te stellen.
Omdat er nog onduidelijkheid is over de exacte vormgeving van het
kindgebonden budget willen wij de minister wel een aantal
suggesties aan de hand doen. De inkomensafhankelijkheid van het
budget houdt voor ons niet alleen in dat boven een bepaald inkomen
geen recht meer bestaat op het budget, maar ook dat rekening wordt
gehouden met de koopkracht van de minima. Daarnaast is het
kindgebonden budget een uitkering per kind. Voor ons betekent dit
dat mensen met meer kinderen meer budget moeten krijgen. Wij
wachten de uitwerking af, maar ik doe alvast deze suggesties.
Over de uitvoering heeft mijn fractie nog een aantal vragen. De
exacte invulling van het kindgebonden budget is nog niet duidelijk.
Bij AMvB worden hierover nadere regels opgesteld. Mijn fractie
pleit ervoor deze essentiële onderdelen gewoon vast te leggen
in de wet. Mijn fractie begrijpt overigens niet waarom de hoogte
van het bedrag nog openstaat, terwijl al omschreven is welke
inkomensgrenzen worden geaccepteerd en welk afbouwpercentage van
toepassing is. Waarom laat de minister nu niet alles open en
regelen wij straks de hele vormgeving niet ineens, waarna wij dat
in de wet vastleggen? Graag hoor ik een reactie van de
minister.
Ouders worden straks geconfronteerd met twee instellingen waarvan
zij geld krijgen: de SVB voor de kinderbijslag en de
Belastingdienst voor het kindgebonden budget. Het is goed dat het
kindgebonden budget ambtshalve wordt verstrekt. De Belastingdienst
neemt de gegevens over van de SVB. Wel moeten de ouders straks nog
controleren of de gegevens correct zijn. Betekent dit toch dat er
een administratieve stap nodig is voor de ouders? En zo ja, waarom
moeten ouders dan nog gecontroleerd worden? Kan dit niet in
één keer worden verwerkt?
Ik wil ook een opmerking maken over de uitvoerende instantie, de
Belastingdienst. Het is bekend dat deze dienst grote problemen
heeft bij de uitvoering van regelingen. Eerlijk gezegd, maken wij
ons een beetje zorgen of dit wel gaat lukken voor het kindgebonden
budget. Waarom heeft de minister de Belastingdienst gekozen als
uitvoerende instantie? Is hij ervan overtuigd dat de
Belastingdienst het kindgebonden budget zonder problemen kan
invoeren? Graag hoor ik hierop een reactie.
Tot slot hoor ik nog graag een reactie op de toenemende
complexiteit van het stelsel. De geldstromen voor kinderen zijn een
grote wirwar aan het worden. Ik probeer een kort overzichtje te
geven, zonder uitputtend te willen zijn. De ouders krijgen
kinderbijslag, straks het kindgebonden budget, de
kinderopvangtoeslag, de ouderschapsverlofkorting als de ouder
meedoet aan de levensloopregeling, de combinatiekorting, de
aanvullende combinatiekorting, de alleenstaande-ouderkorting en de
aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Daar komt straks nog de
nieuwe combinatiekorting bij. Dit alles via de
Belastingdienst.
Achter deze opsomming gaat een indrukwekkende financiële
administratie schuil. Ouders moeten van goeden huize komen om daar
nog een weg in te vinden. Mijn fractie vindt het eigenlijk van de
gekke dat deze regelingen allemaal apart van elkaar bestaan en
apart aangevraagd moeten worden. Het kabinet wil de administratieve
lasten verlichten, maar dat doe je niet met zoveel regelingen. Ook
werkt de complexiteit van de regelingen het niet-gebruik in de
hand. Ouders vergeten een tegemoetkoming aan te vragen of maken
daar fouten bij.
Ik vraag de minister dan ook of hij een onderzoek wil starten naar
de integrale aanvraag van kindgerelateerde regelingen of, nog
liever, ambtshalve toekenning van deze regelingen wil organiseren,
met als doel het voor de ouders eenvoudiger te maken om een
tegemoetkoming in de kosten van de kinderen te krijgen. Ik hoor
graag wat de minister hiervan vindt.
Mevrouw Langkamp (SP):
U maakt een hele opsomming van allerlei regelingen met betrekking
tot gezinnen met kinderen. Hoe ziet u de kinderbijslag in dit
kader? Bent u niet van mening dat die regeling erbij betrokken moet
worden, zodat er één regeling komt voor mensen met
kinderen?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het verschil is dat de kinderbijslag een inkomensonafhankelijke
regeling is, zodat er een vast bedrag wordt uitgekeerd voor
kinderen. Dat zien wij los van de andere toeslagen.
Mevrouw Langkamp (SP):
Dat klopt, maar ik begrijp niet waarom de kinderbijslag niet net
als alle andere regelingen inkomensafhankelijk wordt. De mensen met
de hoogste inkomens hebben dat geld eigenlijk niet nodig. Op die
manier kunnen wij heel eenvoudig één regeling maken,
die heel overzichtelijk is voor de ouders. Kunt u nog een keer
uitleggen waarom de kinderbijslag er niet bij betrokken moet
worden?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dan moeten wij teruggaan naar de geschiedenis van de kinderbijslag,
die is ontstaan als een vergoeding voor het krijgen van kinderen.
Omdat wij dat als samenleving belangrijk vinden, hebben wij met
elkaar vastgesteld dat iedereen ongeacht het inkomen een bepaald
vast bedrag per kind krijgt. Er wordt nu een kindgebonden budget
geregeld, maar wij pleiten ervoor om de kinderbijslag in stand te
houden zoals hij is.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Ik neem aan dat u bekend bent met het coalitieakkoord en dat u zich
ervan bewust bent dat uw vraag daarmee enigszins op gespannen voet
staat. Wij hebben heel nadrukkelijk afgesproken dat de toeslag voor
de kinderopvang apart daarvoor bestemd blijft en dat daarvoor
middelen gereserveerd zijn. Ik weet niet welk balletje u probeert
op te gooien, maar ik vraag u om aan die afspraak te voldoen. Dat
zou betekenen dat er geen onderzoek hoeft te komen naar de
kinderopvangtoeslag.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik ben mij bewust van wat in het coalitieakkoord is afgesproken.
Wij zijn grote voorstanders van deze wet, ook al hebben wij in het
verleden een andere regeling voorgestaan. Ik heb een opsomming
gegeven van alle regelingen die er zijn. Ik vraag niet om de
situatie te wijzigen, maar om in het belang van de ouders die een
grote hoeveelheid aanvraagformulieren moeten invullen en daarbij
mogelijk fouten of missers kunnen maken, te bekijken of dat niet
eenvoudiger kan, ook in het kader van de lastenverlichting et
cetera.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Laten wij niet een naïef spel met elkaar spelen. Uw partij
hecht op allerlei momenten aan handhaving van het coalitieakkoord.
Het is niemand ontgaan dat er een heftige discussie is geweest
tussen uw en mijn partij over uw aanvankelijke voorstellen over
deze toeslag. Ik zal er in mijn termijn op ingaan dat wij
nadrukkelijk hebben afgesproken om deze twee naast elkaar te laten
bestaan. Ik vraag u om u aan de afspraken te houden en de
kinderopvangtoeslag er verder buiten te laten.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat mag u vragen. Ik heb gevraagd of het mogelijk is om tot
zo'n onderzoek te komen en ik wacht de reactie van de minister
af. Ik zeg nogmaals dat wij dit wetsvoorstel van harte
ondersteunen.
Mevrouw Sterk (CDA):
Ik hoor graag de garantie van de heer Voordewind dat dit onderzoek
er niet toe kan leiden dat de kinderopvangtoeslag uiteindelijk in
het kindgebonden budget komt. Ik denk dat mevrouw Hamer dat ook
bedoelde. Als u zegt dat dit niet uw intentie is en dat u uw
handtekening onder dat akkoord hebt gezet, is dat misverstand de
wereld uit.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het gaat ons om een onderzoek naar het voor de ouders
vereenvoudigen van de aanvraag. Wij trekken daarbij een
vergelijking met de aanvraag voor kinderbijslag via de SVB. Wij
vragen niet om het ontwikkelen van een nieuw systeem. Dat debat
hebben wij gevoerd.
De heer Dibi (GroenLinks):
Het lijkt erop dat de heer Voordewind de kinderopvangtoeslag via
een omweg wil integreren in het kindgebonden budget. Dat is mijns
inziens onwenselijk en in tegenspraak met het
coalitieakkoord.
Er zijn op dit moment allerlei regelingen, zoals de kinderbijslag,
de kinderkorting, de aanvullende kinderkorting, combinatiekortingen
en de heffingskorting voor de thuiszittende partner, door mijn
politiek leider wel de aanrechtsubsidie genoemd. Waarom presenteren
wij hier vandaag niet één geïntegreerde
tegemoetkoming in de kosten van kinderen? Al is de kinderbijslag
niet-inkomensafhankelijk, het is een tegemoetkoming in de kosten,
net als het kindgebonden budget. De kinderbijslag betreft dezelfde
doelgroep.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik begrijp dat hierover in de Kamer een lange discussie is gevoerd.
Wij zijn blij dat wij nu de kinderkorting omzetten in het
kindgebonden budget. Wij zien daarin een versterking van de
gezinnen en een tegemoetkoming in de kosten die verband houden met
kinderen. Ik tel mijn zegeningen en heb nu nog een andere vraag
uitstaan bij de minister.
De heer Van der Vlies (SGP):
De kinderopvangtoeslag is een groot offer geweest, denk ik, want ik
herinner mij heel goed dat die in de perspectieven van de
Christenunie een rol speelde. Ik vraag de heer Voordewind niet al
te braaf te zijn en zich niet in de armen van de coalitie te
vleien. Hij kan toch vragen stellen over de toekomst? Hij is het
toch wel met mij eens dat het perspectief op een echt kindgebonden
budget moet blijven bestaan?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij hebben natuurlijk heel goed naar de toekomst gekeken toen wij
de coalitiebesprekingen voerden. Ik moet toegeven dat wij die slag
niet hebben binnengehaald, maar wij tellen onze zegeningen en zijn
blij dat er een kindgebonden budget komt. Er wordt 450 mln. extra
voor gereserveerd. Gezinnen met meer kinderen gaan er daardoor op
vooruit. Ons pleidooi is om zo mogelijk tot een vast bedrag te
komen. Je kunt niet alles binnenhalen, maar dit geld hebben wij in
ieder geval als kindgebonden budget binnengehaald. U weet ook dat
wij ons ervoor hebben ingespannen de overdraagbaarheid te handhaven
van de algemene heffingskorting voor kinderen tot en met zes jaar.
Die is wel in het regeerakkoord opgenomen. U weet ook dat wij de
vrijstelling van de sollicitatieplicht voor alleenstaande moeders
met kinderen tot vijf jaar hebben binnengehaald. U weet ook dat er
een tegemoetkoming is binnengehaald voor kostwinnersgezinnen met
pleegkinderen, chronisch zieke en gehandicapte kinderen. Ik vraag u
dan ook, mijnheer Van der Vlies, om bij dit regeerakkoord uw
zegeningen te tellen.
De heer Blok (VVD):
Zoals de heer Voordewind terecht aangeeft, komt dit uit de koker
van de ChristenUnie. Hij is niet ingegaan op de exporteerbaarheid
van het kindgebonden budget. Ik ben benieuwd of dat ook de
bedoeling van de ChristenUnie was toen men dit bedacht.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb uw amendement gezien, mijnheer Blok. Wij bekijken of dat
juridisch haalbaar is. Ik wacht de eerste termijn van de minister
af om te horen of het uitvoerbaar is. Mocht dat het geval zijn, dan
zullen wij welwillend naar uw amendement kijken. Ik begrijp dat de
kinderkorting niet exporteerbaar was en dat exporteerbaarheid nu
wel wordt voorgesteld.
Tweede termijn
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. De beantwoording van de bewindslieden was duidelijk. Ik
heb nog één vraag aan de staatssecretaris en de
minister. In hoeverre zouden de aanvraagprocedures voor de
kindgerelateerde regelingen versimpeld kunnen worden? Ik heb die
vraag ook al in eerste termijn gesteld.
Bron: ongecorrigeerd stenogram
Archief > 2007 > juni
- 28-06-2007 - Overleg over Iran
- 28-06-2007 - Bijdrage debat over de gesloten jeugdzorg
- 27-06-2007 - Overleg over jeugdzorg en wachtlijsten
- 21-06-2007 - Bijdrage debat over het kindgebonden budget
- 15-06-2007 - Bijdrage spoeddebat over de handelsmissie naar Iran
- 14-06-2007 - Overleg over de RAZEB
- 06-06-2007 - Overleg over het Midden-Oosten