Dertigledendebat over anti-islamsentimenten in de samenleving
Bijdrage Don Ceder aan een plenair debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
25 mei 2021
Kamerstuknr. 30950
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik geloof dat mensen de vrijheid gekregen hebben om vanuit hun diepste geloof en overtuiging keuzes te maken in het leven en dat we geroepen zijn om elkaar in deze vrijheid te laten delen. Zo heb ik ook de vrijheid ervaren om op 17-jarige leeftijd in navolging van Christus te mogen zijn en daarvoor te kiezen. Ik besef heel goed dat er landen zijn waar je dat niet openlijk zou kunnen doen en waar zelfs vervolging plaatsvindt om wat je gelooft. Ik ben blij dat dat in Nederland niet het geval is en dat godsdienstvrijheid een van de pijlers is van onze samenleving. Deze vrijheden gelden voor iedereen en daar dienen we in deze Kamer voor op te komen, juist ook als het om een minderheid gaat. Daarom vond ik het ook belangrijk om mee te doen aan dit debat.
Voorzitter. Ik maak mij zorgen over de bejegening van Nederlanders met een moslimachtergrond. Dit debat werd in 2019 aangevraagd, omdat er tientallen stickers geplakt werden in Gouda met zeer negatieve uitlatingen over moslims. Sindsdien is het niet bepaald beter geworden. Sterker nog, de AIVD constateerde niet zo lang geleden nog dat er een forse opleving van het rechtsextremisme is, waarbij islamhaat een bepaalde drijfveer is. Er zijn in de afgelopen jaren incidenten geweest. Er zijn molotovcocktails in moskeeën gegooid. Er was een onthoofde pop bij een moskee. Er zijn stenen door ruiten gegooid. Ik maak me daar zorgen om.
Voorzitter. Duidelijk moet zijn dat het niet zo is dat er geen kritiek mag zijn op religie of ideologieën. Voor dergelijke kritiek moet absoluut ruimte zijn, ook in het maatschappelijk debat. Ik vind ook dat het mag schuren. We moeten met elkaar stevige debatten voeren, ook over radicaal gedachtegoed. Maar dat mag nooit rechtvaardigen dat mensen, in dit geval moslims, worden blootgesteld aan geweld en intimidatie. Want de grondrechten gelden voor iedere burger. Iedereen in Nederland moet en mag zich een volwaardige burger weten en voelen, en moet de vrijheid krijgen om ervoor te kiezen om te geloven of niet te geloven.
De minister gaf destijds in zijn brief aan dat het kabinet middels een brede kabinetsaanpak inzet op het tegengaan van discriminatie. Ik vroeg mij af: welke stappen zijn er de afgelopen tijden gezet? Welke resultaten kan hij met ons delen? En wat is er volgens het demissionaire kabinet, wat is er in de ogen van de minister nog nodig in de komende tijd?
Ik vroeg mij ook af wat de minister vindt van beveiliging. Ik heb daar nog geen stevige opvattingen over, maar ik vroeg mij af of de minister daarover nog wat kan delen. Acht hij dat op sommige momenten noodzakelijk, of niet? Daar hoor ik de minister graag over.
Ik zie het als een opdracht voor ons allen om met respect te blijven praten over elkaar. Laten wij het niet hebben over groepen die we tegenover elkaar stellen, maar laten wij praten als personen, van mens tot mens. Ik zie het als een opdracht om de intrinsieke waarde te blijven erkennen van iedere persoon. Wij leven in een samenleving waarin er verschillen zijn en waarin er ook verschillen mógen zijn. Laten wij daarom als leden van de Tweede Kamer op durven komen voor de rechten van álle Nederlanders.
Dank u wel, voorzitter.