Bijdrage Carola Schouten aan het notaoverleg inzake de Initiatiefnota van het lid Dik-Faber: “Aanpak Voedselverspilling”

maandag 21 september 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als woordvoerder voor Carla Dik-Faber aan notaoverleg van een Initiatiefnota van Carla Dik-Faber

Onderwerp:   Initiatiefnota van het lid Dik-Faber: “Aanpak Voedselverspilling”

Kamerstuk:    34 087          

Datum:           21 september 2015

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil graag gezegd hebben dat het mij deugd doet dat wij vandaag de initiatiefnota Aanpak voedselverspilling van mijn collega Dik-Faber behandelen. Ik wil haar dan ook als eerste feliciteren met deze nota. Ik hoop dat wij hierover een goed debat zullen voeren.

Het thema voedselverspilling krijgt terecht veel aandacht. Dat geldt voor Nederland, waar huishoudens jaarlijks voor €340 aan goed voedsel weggooien, maar ook in internationaal opzicht. De problematiek van voedselverspilling heeft grote effecten op het milieu en het klimaat. De staatssecretaris wijdde er in juni zelfs een heuse internationale conferentie aan. Dat deed zij terecht, want zij wil internationaal koploper zijn bij het tegengaan van voedselverspilling en voedselverliezen. Dit strookt met de ambitie die in 2009 door toenmalig minister Verburg werd uitgesproken.

Dit jaar, 2015, zou de voedselverspilling met 20% gereduceerd moeten zijn ten opzichte van 2009. De cijfers over 2013 tonen echter aan dat er geen sprake is van een reductie van voedselverspilling. Pas eind volgend jaar wordt duidelijk wat het resultaat voor 2015 zal zijn, maar volgens mij kunnen wij alvast de conclusie trekken dat de doelstelling niet zal worden gehaald. Het meest concrete resultaat is dat er eind 2015, na zes jaar, eindelijk een monitoringssystematiek klaar is. Welke consequenties trekt de staatssecretaris? Welke concrete maatregelen gaat zij nemen om alle zeilen bij te zetten, waartoe zij ook werd opgeroepen in de motie-Dik-Faber/Klaver? Ik zie daar namelijk niets van terug in de kabinetsreactie op de nota. Graag hoor ik een reactie van de staatssecretaris.

Gelet op de beperkte spreektijd, wil ik in de rest van mijn bijdrage ingaan op de volgende punten: de houdbaarheidsdata, de twee-uursnorm en het meldpunt voedselverspilling.

Ik begin met een vraag aan de initiatiefnemer over de Good Samaritan law. Wat vindt zij van de kabinetsreactie op dit punt? Heeft zij het idee dat de aansprakelijkheidsverdeling voor Voedselbanken Nederland inmiddels goed is geregeld?

Dan ga ik in op de houdbaarheidsdata. Vanochtend heb ik een bakje yoghurt met fruit klaargemaakt. Dit is geen grapje! Daar deed ik havermout bij. Op het pak havermout stond een houdbaarheidsdatum. Als je havermout heel erg lang bewaart, dan komt het misschien inderdaad niet goed, maar de vermelding dat de havermout al binnen een paar maanden niet meer goed is, gaat mij toch een beetje ver. Dat geldt voor veel meer producten. Het is goed om te horen dat de staatssecretaris de houdbaarheidsdata wil aanpakken. Bij hun beslissing om een product al dan niet weg te gooien, volgen veel consumenten nog blindelings de datum op de verpakking, terwijl er heel veel producten zijn die nog lang na het verstrijken van de tenminstehoudbaartotdatum prima kunnen worden geconsumeerd. Zeer lang houdbare producten zoals koffie, pasta en snoep hebben geen tenminstehoudbaartotdatum nodig. Dat geldt naar mijn mening ook voor verpakte tomaten. Gaat de staatssecretaris daarom prioriteit geven aan een snelle uitbreiding van annex 10 van EU-verordening 1169/2011? Vraag mij niet waar dit voor staat, maar ik geloof dat het heel belangrijk is. Dit levert naar mijn mening een grotere bijdrage aan het tegengaan van voedselverspilling dan de discussie over een Europese definitie van voedselverspilling, die nu dreigt te ontstaan.

Over het rigide karakter van de twee-uursnorm blijft mijn fractie zich verbazen. Het is niet uit te leggen dat broodjes, nadat zij twee uur buiten de koeling hebben gelegen, in de catering en horeca weggegooid moeten worden. Dit geldt temeer nu in landen zoals Spanje en het Verenigd Koninkrijk een generieke vieruursnorm geldt. Ik wil de staatssecretaris dan ook vragen om het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering van de NVWA te laten onderzoeken of een generieke twee-uursnorm nog wel realistisch is en of verlenging van de duur in ieder geval voor bepaalde producten mogelijk is.

Tot slot kom ik bij het meldpunt voedselverspilling. De staatssecretaris loopt hier niet warm voor, maar mijn fractie denkt dat er wel degelijk behoefte is aan een dergelijk meldpunt. Bestaande websites en initiatieven zijn vooral bedoeld om mensen tips te geven voor het tegengaan van voedselverspilling. Er is geen meldpunt waar consumenten voorbeelden van voedselverspilling kunnen melden. Wij hebben bijvoorbeeld wel het Meldpunt Verpakkingen. Toch lopen consumenten vaak tegen allerlei vormen van voedselverspilling aan. Ik noemde al de tomaten in de plastic verpakking, die door een supermarkt worden weggegooid omdat de onnodige tenminstehoudbaartotdatum is verstreken. Vanochtend hoorde ik nog een voorbeeld waarbij in een verzorgingstehuis heel veel voedsel werd verspild terwijl er nog mogelijkheden waren om het voedsel op een andere manier te gebruiken. Ik wil de staatssecretaris dan ook vragen of zij bereid is om alsnog een dergelijk meldpunt in te richten, waarvan de meldingen eventueel kunnen worden doorgegeven aan de Alliantie Verduurzaming Voedsel. We kunnen ook bekijken of het mogelijk is om dit meldpunt bijvoorbeeld met het Meldpunt Verpakkingen te laten samenlopen, opdat niet onnodig allerlei nieuwe punten worden opgezet maar wordt aangesloten bij dat wat er al is, en dat te verbeteren.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug

Archief > 2015 > september