Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat Hoofdlijnendebat over het Energieakkoord

woensdag 02 oktober 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met minister Kamp van Economische Zaken, staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu en minister Blok voor Wonen en Rijksdienst    

Onderwerp:   Hoofdlijnendebat over het Energieakkoord

Kamerstuk:    30 196

Datum:            2 oktober 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. In 2012 bestond 6% van de energieproductie in Duitsland uit zonne-energie. Onze oosterburen hebben als doelstelling om dit in 2020 tot 12% op te laten lopen. Dat betekent een gigantische toename van het aantal zonnepanelen, waarmee veel werkgelegenheid en schone energie zijn gemoeid. Nederland daarentegen is volgend jaar maar liefst drie nieuwe kolencentrales rijker. Ons land leunt de komende decennia nog zwaar op grijze, fossiele en vervuilende energieproductie, de energievoorziening van de vorige eeuw, terwijl de ecologische en economische nood zo hoog is. Met het nieuwe energieakkoord slaan we langzaam maar zeker de goede richting in. Toch zien het Planbureau voor de Leefomgeving en het ECN in het akkoord meer een uitvoeringsagenda voor 2020 dan een transitieagenda voor 2050.

Kortom, het akkoord is niet hét recept voor de groene economie. Ik roep het kabinet op om voor een echt schone economie te gaan. Dat betekent ook dat fundamentele keuzes moeten worden gemaakt in vergroening van wetgeving en belastingen. In onze tegenbegroting laten wij zien dat het sneller kan. Denk aan een verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op vervuilende activiteiten, meer geld naar energiebesparing en anders betalen voor mobiliteit.

Een fundamenteel probleem in onze economie is dat nog steeds de samenleving opdraait voor de kosten van vervuiling, in plaats van de veroorzaker ervan. Het wekt dan ook verbazing dat de kolenbelasting over enkele jaren weer op nul wordt gezet. Dit is verre van gunstig voor schone vormen van energie. En levert afschaffing van de kolenbelasting niet nog hogere SDE-plussubsidies op ten laste van burgers en bedrijven? Wie betaalt de rekening van vervuiling nu eigenlijk? De subsidie voor bijstook van biomassa en kolencentrales zorgt ervoor dat belastinggeld van burgers en bedrijven wordt gestoken in een techniek die niet innovatief en niet houdbaar is. Waarom is niet ingezet op een beperkte bijstookverplichting, zodat de kosten bij de producent komen te liggen in plaats van bij de burger?

Vorige week maakte de ACM in een analyse bekend dat de kolendeal geen doorgang kan vinden. De toezichthouder kijkt hier wel heel star naar mededingingsregels en kortetermijnbelangen, in plaats van het maatschappelijke belang op juiste waarde te schatten. De minister legt de bal nu nadrukkelijk bij de energiesector om met een oplossing te komen, maar is dat wel terecht? Een alternatief vanuit de sector kan immers al snel als nieuwe kartelafspraak worden gezien. Waarom zijn wettelijke maatregelen zo nadrukkelijk buiten beeld gehouden door de minister? Ook hij kan een rol spelen om van de oude kolencentrales af te komen. Denk aan behoud of zelfs verhoging van de kolenbelasting of een productieverbod op milieugrondslag, zoals in Duitsland. Waarom trekt de minister zo snel zijn handen ervan af?

In het akkoord mis ik de wkk. Ziet de minister ook een belangrijke rol voor de wkk in de energiemix en in het in balans houden van vraag en aanbod?

Een open einde in het akkoord is nog de aanleg van het net op zee. Waar de kosten daarvan terechtkomen, is onduidelijk. Wat de ChristenUnie betreft, gaat dit niet via de SDE-plus, dus niet ten koste van investeringen in duurzame energie.

De minister reageerde terughoudend op ons pleidooi voor bewonersparticipatie bij windparken. Die staat nu wel in het akkoord. Hoe denkt de minister hier nu over? .

De noodzakelijke 2% besparing per jaar is afgezwakt tot 1,5%. Dat is ten onrechte, want energiebesparing brengt grote kostendalingen, winst voor het milieu en een impuls voor de bouwsector mee.

Ik had gehoopt dat in het energieakkoord voor mobiliteit een duidelijke koers zou zijn ingezet, maar helaas. De deur naar invoering van de kilometerprijs gaat een heel klein beetje open, maar het kabinet wil pas in 2016 gaan meedenken, laat staan dat er daarvoor al besluiten worden genomen. Laten we dan kijken naar de CO2-uitstootnormen voor personenauto's. Kiest het kabinet ook voor de 95 gram CO2-uitstoot per kilometer?

Ik sluit af met een citaat van het PBL, waarmee ik het van harte eens ben: gegeven waar Nederland vandaan komt is het energieakkoord ambitieus, maar gegeven waar we naartoe moeten is het slechts een begin.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug