Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Voedselfraude

donderdag 14 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris  Dijksma van Economische Zaken en minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 

Onderwerp:   Voedselfraude

Kamerstuk:    26 991

Datum:            14 maart 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Vandaag spreken wij over een nieuw thema, dat de gemoederen aardig bezighoudt, te weten voedselfraude. Er is paarden-DNA in rundvlees aangetroffen en er is gerommeld met eieren die niet biologisch bleken te zijn. Er is dus duidelijk sprake van fraude en misleiding van consumenten. Daarnaast werden wij opgeschrikt door incidenten waarbij sprake is van vervuiling van diervoeder en voedsel: aflatoxine in diervoeder en jodium in melk. Al met al hebben deze meldingen heel wat reuring veroorzaakt en maken mensen zich terecht zorgen over de veiligheid en de inhoud van de voedselproducten die zij kopen. Het moge duidelijk zijn dat wij hiermee niet lichtzinnig moeten omgaan.

Mijn fractie is van mening dat consumenten er absoluut op moeten kunnen vertrouwen dat het voedsel dat zij kopen, veilig is. Daarnaast moet het etiket op het product exact aangeven wat erin zit en waar het vandaan komt. Goede etikettering en betrouwbare informatievoorziening door een onafhankelijke partij zijn een eerste vereiste. Ik complimenteer de staatssecretaris met haar voortvarende aanpak van de fraude met paardenvlees. Het lijkt er inderdaad op dat wij er in een vroeg stadium bij waren. De ketenaanpak van de NVWA heeft twee positieve tests opgeleverd. Dat is niet veel, maar toch twee te veel. Bovendien blijkt dat tracering in deze twee gevallen moeilijk is, ondanks de traceerbaarheidseisen uit de Algemene Levensmiddelenverordening. Wat zou dan de toegevoegde waarde van herkomstetikettering zijn? Er worden nu al eisen gesteld aan de tracering, maar die worden niet nageleefd. Zijn de sancties die hierop staan wel stevig genoeg? Wat kost het een handelaar als hij zijn administratie niet op orde heeft? Graag krijg ik een reactie van de staatssecretaris. Op veel andere plekken in Europa is ook paardenvlees aangetroffen in producten waar dit niet in zou moeten zitten. Ik ben dan ook benieuwd hoe de Europese aanpak van voedselfraude wordt gecoördineerd. Ligt hierin niet een taak voor de EFSA? Ik ben voorstander van een openbaar Europees register van voedselfraudeurs. Europol kan hierin een goede rol spelen.

De brieven van de staatssecretaris laten ook zien dat er nogal wat met vlees wordt gesleept, dwars door Europa. De ChristenUnie wil hiervan af. De keten moet korter, om te voorkomen dat de oorsprong van producten niet meer is te traceren. Gaat de staatssecretaris kijken naar mogelijkheden om het gesleep met vlees door Europa te verminderen? Ik heb begrepen -- de heer Schouw refereerde er ook al aan -- dat er wel 33 verschillende kwaliteitssystemen zijn in de keten, van diervoeder tot aan het product in de supermarkt. Is de staatssecretaris bereid om te bezien hoe het aantal systemen kan worden verminderd? Is het mogelijk om te komen tot één uniform systeem, bij voorkeur op Europees niveau? Wij overwegen op dit punt een motie in te dienen. Wat de ChristenUnie betreft mogen de boeren, als primaire producenten van ons voedsel, niet de dupe worden van fraude in de keten. Nu worden de boeren soms als de boosdoeners gezien, terwijl het probleem elders in de keten zit. Dit moet duidelijk worden voor de consument, om zo onterechte imagoschade voor boeren te voorkomen. De oprichting van de Taskforce Voedselvertrouwen laat voor mij zien dat overheid en bedrijfsleven er niet zeker van zijn dat het huidige niveau van naleving, controle en handhaving voldoende is. Het is goed dat dit tegen het licht wordt gehouden, maar wij moeten voorkomen dat er maandenlang wordt gepraat en er intussen niets gebeurt. Ik sluit aan bij de woordvoerder van de Partij van de Arbeid, die aangaf dat een taakstellend optreden door de overheid nadrukkelijk gewenst is. Gaat de taskforce trouwens alleen naar de vleessector kijken, of is de insteek breder? De taskforce zou in ieder geval moeten kijken naar een uniform kwaliteitssysteem voor de hele keten. Ook moet worden bezien of de

handhaving door de NVWA voldoende op peil is, in relatie tot de verantwoordelijkheid van de sector zelf. Ik vraag mij af of de oplossing ligt in extra controleurs. Producenten in de keten en in de supermarkten moeten ook zelf verantwoordelijkheid nemen en de veiligheid van voedsel kunnen garanderen. Zij moeten zelf alert zijn en niet de controletaken overlaten aan de NVWA. De fraudemogelijkheden moeten drastisch worden ingeperkt. Ik noem het voorbeeld dat

onlangs in EenVandaag te zien was. Nu kunnen dierenarts en paardenhouder eenvoudig frauderen met een paardenpaspoort. Er zou bij de slachter een belletje moeten rinkelen als het paspoort van een paard op leeftijd helemaal leeg is. Is het niet veel slimmer om elk paard voor de slacht te testen op het gebruik van diergeneesmiddelen? De ChristenUnie pleit voor zwaardere sancties voor voedselfraudeurs. Nu lacht men om de hoogte van de boetes. Ik wil dat fraudeurs het echt gaan voelen als zij gepakt worden. Boetes moeten flink worden verhoogd. Daarnaast moeten er aanvullende sancties komen voor recidivisten. Wat mij betreft is het echt afgelopen als er bij een bedrijf drie keer een overtreding wordt geconstateerd.

Mevrouw Thieme (PvdD): Inderdaad heeft EenVandaag schokkende informatie gegeven over de paardenvleesindustrie. Ik probeerde dat zojuist ook al duidelijk te maken aan mevrouw Dikkers. Het gaat niet alleen om fraude, het is ook zo dat wij simpelweg niet de veiligheid kunnen garanderen. Iedere paardenhouder kan gewoon een poedertje in het voer doen met fenylbutazon, wat gevaarlijk is voor mensen. Zolang daarop niet wordt gecontroleerd en zolang wij daarvoor niet een veilig systeem hebben bedacht, zouden wij toch niet moeten toestaan dat er paardenvlees wordt verkocht?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): De ChristenUnie wil heel graag dat het vlees dat verkocht wordt, veilig kan worden geconsumeerd. Wij moeten ervoor zorgen dat dit op orde is. Daarom heb ik voorgesteld om te bezien hoe je het huidige paspoortensysteem kunt verbeteren. Daarnaast moeten wij ook bezien of wij het vlees dat wordt aangeboden, kunnen testen. Per paard wordt dan nadrukkelijk getest of er sprake is van fraude. Dat zijn mijn voorstellen om te voorkomen dat er vlees in omloop komt dat niet veilig is.

Mevrouw Thieme (PvdD): Het meeste paardenvlees komt uit landen als Roemenië en nog verder weg. Als mevrouw Dik voorstelt om dat allemaal te gaan testen, brengt dat enorme kosten met zich, namelijk wel meer dan 1.000 euro per test. Het kost heel veel geld om de voedselveiligheid te garanderen. Dat zie ik niet zo snel gebeuren, tenzij de staatssecretaris de toezegging doet dat zij dit gaat doen. Anders zouden wij toch echt een standstill moeten hebben, zodat wij de zaak eerst op orde kunnen krijgen, voordat wij mensen in gevaar brengen met het eten van paardenvlees.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Laten wij op dit punt de reactie van de staatssecretaris afwachten. Als de Partij voor de Dieren op dit punt met voorstellen komt, zal ik daarnaar kijken. De ChristenUnie pleit voor het principe "three strikes and you are out". Ik hoor graag van de staatssecretaris of zij bereid is om een dergelijk model toe te passen op voedselfraudeurs. Ik rond af. Een passend spreekwoord in dit verband luidt: vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard. Voedselfraudeurs moeten hard worden aangepakt, maar bovenal moeten consumenten er weer op kunnen vertrouwen dat voedsel veilig en betrouwbaar is. Het is zaak, dit vertrouwen terug te winnen, niet door het optuigen van een overleggroep, maar door als overheid en bedrijfsleven concrete resultaten te laten zien en voedselfraude zichtbaar hard aan te pakken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2013 > maart