Bijdrage spoeddebat over kindermishandeling
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn snelle reactie op de twee
onderzoeken. Het was kort dag. Wij hebben tijdens de regeling van
werkzaamheden al gezegd dat wij dit een ernstig onderwerp vinden
dat vraagt om een uitgebreider debat dan een spoeddebat. Helaas is
er toch voor gekozen om vandaag een spoeddebat te houden. Ik zal
hier een bijdrage aan leveren.
Uit de onderzoeken blijkt dat kindermishandeling op grotere schaal
voorkomt dan tot op heden werd gedacht. De onderzoeken spreken over
getallen tussen de 100.000 en de 160.000. Dit is schrikbarend. De
minister constateert dat Nederland in dit opzicht ongunstig
afsteekt ten opzichte van andere landen. Bovendien overlijden er
jaarlijks nog eens 50 kinderen door mishandeling. Daar waar je je
het meest veilig zou moeten voelen, namelijk in het gezin, komt
helaas het meeste geweld voor. Het is goed dat de minister al
eerder heeft laten weten dat hij dit een belangrijke prioriteit
vindt in zijn programma.
De minister constateert dat er al veel gebeurt. De overheid laat de
tijd achter zich dat er niet meer achter de voordeur zou mogen
worden gekeken. Dit neemt niet weg dat wij blijkbaar nog
onvoldoende in staat zijn om hulp te verlenen aan de bulk van
schrijnende situaties. Welke middelen heeft de minister om de
verplichte opvoedingsondersteuning op te leggen? Moet er altijd
eerst sprake van een ondertoezichtstelling door de rechter voordat
dit instrument kan worden ingezet?
Voor het dwingend uitvoeren van een onderzoek door de Raad voor de
Kinderbescherming moeten de namen bekend zijn van de aangevers van
de kindermishandeling. Bij de AMK's kan weliswaar anoniem
worden geklaagd, maar als er tot dwingend onderzoek bij de ouders
wordt besloten, hebben de rechter en de Raad voor de
Kinderbescherming wel namen nodig. De vraag is of dit zo strikt
gehanteerd moet worden. Werkt dit niet drempelverhogend voor met
name de mensen in de directe omgeving? Zou een keuze voor
anonimiteit niet meer onderzoeken opleveren?
Een van de aanbevelingen van het onlangs verschenen
evaluatierapport over de AMK's is om de Raad voor de
Kinderbescherming onmiddellijk bij de melding te betrekken.
Op die manier kan al in een vroeg stadium druk op de ouders worden
uitgeoefend om de kindermishandeling te stoppen. Wat vindt de
minister van deze aanbeveling?
Vervolgens kom ik op het vroeg signaleren. Nu is het bezoek aan het
consultatiebureau vrijwillig. Het bereik van de consultatiebureau
is naar ik heb begrepen 95%. Wij krijgen echter terug uit de
jeugdzorg dat de 5% die de consultatiebureaus niet bezoekt, nu
juist de 5% is die uiteindelijk in de jeugdzorg terecht komt en
waar 90% van de tijd aan wordt besteed. In Nijmegen loopt er een
project om de mensen die de consultatiebureaus niet bezoeken, zelf
te bezoeken door actief bij hen aan te bellen. Mijn fractie is dan
ook benieuwd hoe het met dat project staat, of het succesvol is en
of het landelijke navolging zou kunnen krijgen.
Wij krijgen heel goede berichten over de Zorg Advies Teams op
middelbare scholen. Schijnbaar is er ook landelijke dekking, want
veel scholen hebben zo'n ZAT. Het proces loopt echter achter
bij de basisscholen. Ook daar zouden wij graag een grotere dekking
zien van de ZAT's zodat daar effectiever en multidisciplinair
vroeg gesignaleerd kan worden. Wat kan de minister doen om die
presentie te vergroten?
Hoe staat het met de €50 die de Kamer eerder heeft laten
reserveren voor de gemeenten, zodat zij een opvoedingspakket kunnen
verstrekken als mensen de geboorte van hun kind aangeven bij het
gemeentehuis? De Kamer heeft dat voor mijn tijd als Kamerlid
ingezet. Ik ben benieuwd of de gemeenten dat hebben opgepakt en of
er inderdaad een opvoedingsondersteuningspakket wordt aangeboden
als er aangifte wordt gedaan.
De Kindertelefoon is in principe gratis, althans de vaste lijn. De
mobiele lijn kost echter wel geld, namelijk €0,20 per minuut
bovenop de kosten die je betaalt voor je telefoon. Ik kan mij heel
goed indenken dat kinderen en jongeren in deze situatie geen vaste
lijn willen gebruiken op het moment dat zij een melding willen doen
of een vraag hebben aan de Kindertelefoon en dat zij daarvoor hun
mobiel gebruiken. Ik kan mij ook voorstellen dat die €0,20 en
de kosten van hun mobiel een belemmering zijn. Ik vraag de minister
dan ook om te onderzoeken of het mogelijk om daar één
gratis telefoonnummer van te maken. Dat zou naar de overwegingen
van de fractie van de ChristenUnie mogelijk drempelverlagend kunnen
werken, zodat de Kindertelefoon beter bereikbaar wordt.
Ten slotte hebben wij signalen gekregen dat de verjaringstermijn
van seksueel misbruik op 15 jaar ligt, na bereiken van de
meerderjarige leeftijd. Wij horen dat dit een te beperkte periode
zou zijn om uiteindelijk nog te komen tot een veroordeling of een
zaak. Kan de minister kijken of het nu echt noodzakelijk is om de
verjaringstermijn van 15 jaar te handhaven? Kunnen wij die termijn
oprekken, zodat het ook na 15 jaar nog tot een zaak kan
komen?
De heer Çörüz (CDA):
Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de motie-Verhagen, waarin die
€50,- per geboren kind aan de gemeenten werd gegeven. Nu
bereiken ons uit het veld berichten als zou onduidelijk zijn waar
dat bedrag van €50,- naartoe gaat, als je niet bevalt in een
ziekenhuis dat in je eigen gemeente ligt, maar in een andere
gemeente. Dat kan gebeuren, zeker als je in een klein dorp woont.
Gaat dat geld dan naar de gemeente waarin het ziekenhuis gevestigd
is, of gaat het juist -- wat de CDA-fractie toen ook bedoelde --
naar de gemeente waarin het kind opgroeit? Als de minister deze
aanvullende vraag zou willen meenemen, ben ik tevreden.
De voorzitter:
Dat is geen vraag aan de heer Voordewind, maar aan de
minister.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik wil die vraag graag doorgeleiden naar de minister. Ik begreep
dat het geld voor de gemeente was waarin het kind wordt aangegeven,
maar ik hoor graag de minister daarover.
Mevrouw Agema (PVV):
De PVV-fractie vindt de maatregelen van de minister mosterd na de
maaltijd en niet voldoende. Dat vinden wij, omdat een betere
samenwerking van hulporganisaties wel oké is, maar
agressieve ouders er niet van weerhoudt, hun kinderen te
mishandelen. Wij zijn gevraagd naar onze oplossingen. Een daarvan
is de meldingsplicht van het AMK. Is de fractie van de ChristenUnie
nu werkelijk tevreden met de maatregelen van het kabinet?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb gezegd dat ik de brief van de minister een goede eerste
aanzet vind. Zo heeft de minister zijn brief ook aangekondigd. Ik
heb tegelijkertijd gezegd dat ik het betreur dat wij slechts
anderhalve dag de tijd hebben gehad, de heel grondig gedane
onderzoeken te bestuderen en daarover tot een debat te komen. Ik
had daar graag veel meer tijd voor genomen. Ik had ook de minister
graag veel meer tijd gegeven om met meer maatregelen te komen, maar
ik vind het een goede aanzet en ik heb aanvullend een aantal
maatregelen voorgesteld, zodat de minister daar een reactie op kan
geven.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik heb nog een opmerking voor de duidelijkheid. Met
"maatregelen" bedoel ik de maatregelen die genoemd zijn
in het antwoord op de Kamervragen van de heer De Roon van 3 april.
Daarin is een aantal maatregelen genoemd.
Born: ongecorrigeerd stenogram
Archief > 2007 > april
- 26-04-2007 - Bijdrage spoeddebat over kindermishandeling
- 25-04-2007 - Algemeen overleg over Afghanistan
- 24-04-2007 - Vragen over de ondersteuning van het juridisch proces in Rwanda
- 19-04-2007 - Algemeen overleg RAZEB
- 19-04-2007 - Vragen over de positie van christenen in Pakistan
- 18-04-2007 - Overleg NAVO Response Force
- 04-04-2007 - Bijdrage debat over de RAZEB
- 04-04-2007 - Bijdrage Irak-debat