Inbreng bij kraamzorgveiling
De onderzoeksvraag naar het instrument zorgveilen en de geformuleerde doelstellingen zijn vrij beperkt. Het betreft de randvoorwaarden en systeemeisen die gesteld zouden moeten worden aan het instrument zorgveiling t.o.v. de huidige situatie van zorgcontractering en de vraag in hoeverre de kraamzorgveiling aan de huidige en mogelijk aanvullende randvoorwaarden en systeemeisen voldoet. Zouden uitkomsten van onderzoek (fors) hebben afgeweken als de vraag centraal had gestaan welk systeem de beste kraamzorgkwaliteit biedt? Of de vraag: Stimuleert de kraamzorgveiling in de praktijk tot kwaliteitsprikkels, zoals beoogd bij de destijds geformuleerde doelstelling?
Het nieuwe zorgstelsel nodigt partijen uit om doelmatig zorg in te kopen. Door marktprikkels worden partijen gestimuleerd de kwaliteit van zorg te verbeteren. Het zijn de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders die onderhandelen over prijs en kwaliteit. De klant kiest niet zelf. De klant komt niet zelf ‘op de veiling’. Welke (rechtstreekse) rol speelt de burger in deze onderhandeling? Gaat dit proces niet over het hoofd van de burger heen?
Het nieuwe zorgstelsel vraagt van consumenten dat zij zich kritisch opstellen over de kwaliteit en service van de zorgaanbieders. Wat vraagt dit aan vaardigheden van de burgers? Zijn deze vaardigheden ook in gelijke mate aanwezig onder de burgers? En wat betekent dit voor het uiteindelijke resultaat?
De voorkeur van zorgontvangers blijkt vooral ook te maken te hebben met wat de verloskundige en/of arts adviseert. Nu is niet duidelijk hoe deze begeleiding precies plaatsvindt en op welke gronden voorkeuren geuit worden. Vaak heeft dit te maken met bestaande goede contacten en ervaringen, waardoor een wederzijds vertrouwen is ontstaan wat de kwaliteit van de zorgverlening ten goede komt. Hoe kan dit positieve aspect in de toepassing van de kraamzorgveiling bewaard blijven?
Het veilen van zorg mag de samenwerking met andere betrokken hulpverleners niet verstoren of onmogelijk maken. Biedt de toepassing van kraamzorgveiling voldoende waarborgen dat dit gebeurt? En zo ja, hoe?
De kostprijs van de zorg/de salarissen is gebaseerd op het tarief van een zelfstandige. Wat betekent dit voor zorgaanbieders die werk willen maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld in het bieden van opleidingsplaatsen (tot meerdere certificaten op allerlei deelgebieden) en de begeleiding van stagiaires? Uit een recent NIVEL-rapport is bijvoorbeeld gebleken dat het aantal stageplaatsen met de helft is teruggelopen. Is hier sprake van oorzaak en gevolg m.b.t. de kraamzorgveiling?
De zorgveiling brengt veel extra administratie met zich mee voor de zorgaanbieders en de ‘bemensing van de veiling’ brengt extra kosten met zich mee. Hoe verhouden zich deze kosten tot het uiteindelijke (kwaliteits)resultaat?
Over de inzet van winsten uit behaalde inkoopvoordelen zijn geen precieze afspraken gemaakt. Kunnen er afspraken worden gemaakt dat winsten ingezet worden in investeringen voor de toekomst op het gebied van (het voortbestaan en verbetering van) de kwaliteit van de zorg? Hoe kan voorkomen worden dat het onderhandelingsresultaat niet verwordt tot de beperkte doelstelling van het op korte termijn winst zien?
Er wordt nog geen instrument tot tevredenheidsmeting toegepast. Wanneer zal dit instrument toegepast kunnen worden? Deze zelfde vraag geldt voor de introductie van een ‘sterrensysteem’ waarbij door zorgaanbieders gescoord kan worden op kwaliteit, op het gebied van bereikbaarheid, ondersteuning, hoeveelheid certificaten van de zorgverleners etc.
De invloed van zorgveilen op innovatie is (nog) niet vast te stellen. Gesteld wordt al wel dat de huidige opzet en praktijk van het zorgveilen niet direct bevorderend is voor de concurrentie op extra toegevoegde kwaliteit en het maakt productinnovatie daardoor minder aantrekkelijk.
Welke mogelijkheden ziet de minister om de kwaliteitsbevordering te stimuleren en te garanderen voor de toekomst?
Er wordt gerapporteerd dat de communicatie vanuit zorgverzekeraars omtrent het veilen van zorg als slecht wordt ervaren. Hoe kan een betere communicatie afgedwongen worden?
Momenteel is vooral de onderlinge vergelijking van kwaliteit tussen zorgaanbieders vrijwel onmogelijk. Kiezen op basis van kwaliteit is hierdoor vrijwel onmogelijk. Wat zegt deze constatering over de mate waarin doelstellingen zijn behaald? Wat zegt deze contatering in zijn algemeenheid over de werking van het instrument ‘zorgveiling’ voor wat betreft de kwaliteit?
De NZa geeft aan dat de implementatie van de aanbevelingen alle geconstateerde aandachtspunten met betrekking tot de risico’s in dit rapport oplost. Voor de langere termijn zou dit ook de beste stimulans geven om de publieke belangen toegankelijkheid, doelmatigheid en kwaliteit te waarborgen. Kent deze conclusie een breed draagvlak? Wordt deze conclusie ook door de zorgaanbieders gedeeld?