KAMPEN - Onder de nodige maatschappelijke druk zien politici onderwijs weer als basis van de samenleving. De protestant-christelijke schoolvereniging Iris wilde graag weten wat de partijen voor hun basisscholen in petto hebben. De landelijke kandidaten Eddy van Hijum (CDA) en Arie Slob (ChristenUnie) namen de uitnodiging aan.

Aantijgingen, afslankingen en een zijwaartse kniebuiging. Van Hijum, Slob en Jan Zwanepol (PvdA-voorzitter afdeling Kampen) zitten midden in de verkiezingscampagne. Zoveel werd duidelijk tijdens het onderwijsdebat in basisschool De Morgenster. ‘Het CDA propageert vrijheid voor scholen. Maar de wettelijke verplichting om kinderen buitenschools op te vangen is er mede door de steun van het CDA gekomen. Ik heb nog nooit een voorstel zo snel aangenomen zien worden. Terwijl er 0,0 procent is geregeld voor de financiële middelen’, opende Slob. Directeur Arend Eilander van De Morgenster steunde zijn bezwaar. ‘Wij hebben hier te maken met een aantal plattelandsscholen. Als er maar één ouder is die wil dat zijn of haar kind wordt opgevangen, moeten de scholen daar garant voor staan’, klonk het in de richting van Van Hijum en Zwanepol. Beide heren zijn geen onderwijsspecialisten binnen hun partij. Een heldere toelichting moesten ze de toehoorders schuldig blijven.

De ChristenUnie kon zo eveneens mooie sier maken bij het onderwerp werkdruk voor leraren. Dat die te hoog is, ontkende niemand. Waarom heeft elke school geen conciërge en klassen-assistenten, vroeg een bezoekster. ‘Dat hebben wij letterlijk in ons programma staan’, glunderde Slob. De CDA’er pareerde door de ChristenUnie verhoging van het lerarentekort aan te wrijven. ‘Die partij wil het aantal lesuren verlagen. Daarmee vergroot je het lerarentekort juist. Die lesuren zullen door andere leraren moeten worden gegeven.’ Het laatste woord over dit onderwerp was voor Slob. ‘Wanneer we leraren facilitaire taken uit handen nemen, wordt het vak weer aantrekkelijk. En dat heeft een aanzuigende werking.’ Oud-docent Slob voelde zich aan de Akelei als een vis in het water.

Bron: De Stentor, door PIETER STEENBERGEN