Vreemde dag: normaliter hebben we meteen na Prinsjesdag de Algemene Politieke Beschouwingen. Nu heb ik een merkwaardig rustige 'tussendag'. Eerst om 10:00 uur een bijeenkomst van Kamervoorzitter Weisglas met de fractievoorzitters, om over de planning van de APB te spreken. Nu het duidelijk is dat minister-president Balkenende de komende 2 à 3 weken nog niet in staat zal zijn om daarbij aanwezig te zijn, wordt besloten het debat met vice-premier Zalm te houden en wel komende week. Zelf had ik - net als een enkele andere collega-fractievoorzitter - liever nog een weekje extra de tijd gehad, vooral ook omdat ik voor een debat met Zalm in bepaalde opzichten toch echt een andere tekst én een andere voorbereiding nodig heb dan voor een debat met Balkenende. Enfin, het zal wel lukken.
De fractievergadering is al door Arie Slob begonnen. Niet veel spannends. Dat geldt ook voor de rest van de dag. Ik blijf lang doorwerken om m'n bureau schoon te krijgen, zodat ik me daarna echt aan de APB kan wijden. 's Avonds eet ik met Tineke; we hebben genoeg met elkaar te bespreken.
Achter m'n bureau werk ik flink wat post en e-mails weg. Verder heb ik informeel contact met enkele voor mij belangrijke organisaties over het gezamenlijke plan inzake vut/prepensioen dat we morgen met een aantal fracties willen presenteren. Het is voor mij van belang dat voor dat plan niet alleen steun bestaat bij de vakcentrales van FNV, CNV en MHP, maar ook bij enkele andere (verwante) organisaties. Dat blijkt het geval te zijn: over het algemeen blijkt men zeer te spreken over onze poging om met een oproep aan het kabinet de impasse die met het mislukken van het Voorjaarsoverleg is ontstaan te doorbreken.