Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de kabinetsbeslissing om ABN Amro naar de beurs te brengen
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een plenair debat met minister Dijsselbloem van Financiën
Onderwerp: Debat over de kabinetsbeslissing om ABN Amro naar de beurs te brengen
Kamerstuk: 31 789
Datum: 23 juni 2015
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik zal mijn uiterste best doen om niet in contact te treden met deze minister van Financiën, omdat ik anders een reprimande van uw kant krijg!
Nog maar zo'n twee maanden geleden zei deze minister in het debat over de onrust bij ABN AMRO dat hij de beursgang zou uitstellen tot er weer voldoende rust en vertrouwen zou zijn. Het vertrouwen en de rust waren verdwenen. Het vertrouwen gaat te paard en komt te voet, zei de minister toen letterlijk. Dat te voet komen, is wel heel rap gegaan in dit geval, want zo'n twee maanden later concludeert hij dat de rust en het vertrouwen compleet terug waren en dat ABN AMRO weer teruggebracht kon worden naar de beurs.
Los van alle vragen over de manier waarop je deze woorden moet duiden, is mijn centrale vraag in dit debat waarom het allemaal zo snel moet. Het lijkt erop alsof de minister alle onrust over de beloningen als een hinderlijke rimpel in de vijver zag, maar ook niet als meer dan dat. Wat is de reden dat ABN AMRO nu per se op stel en sprong naar de beurs moet worden gebracht? Het klopt dat formeel aan de voorwaarden is voldaan om ABN weer terug te brengen naar de beurs, maar een beursgang is meer dan een technische exercitie. Het gaat hier om de vraag of wij een dienstbare bank overhouden, die in het belang van de klanten, in het belang van de medewerkers en in het belang van de hele samenleving kan opereren. Dan concludeer ik dat het kabinetsbeleid op twee gedachten hinkt. Enerzijds kiest het snel voor een beursgang, maar anderzijds wil het alles dichttimmeren. Het is het polderbankcompromis van de VVD en de PvdA.
De ChristenUnie is niet per se tegen een beursgang, maar heeft wel grote vraagtekens bij de timing en de snelheid van de besluitvorming. Het feit dat nu gekozen wordt voor een zware beschermingsconstructie roept bij mijn fractie bovendien de vraag op of de minister wel het vertrouwen heeft dat ABN klaar is voor een beursgang. Het is gebruikelijk om te kiezen voor preferente aandelen, maar de minister heeft gekozen voor certificering van aandelen. Dit leidt naar alle waarschijnlijkheid ook nog eens tot een 10% lagere opbrengst voor de Staat, ergo de belastingbetalers. Waarom kiest de minister hier dan toch voor als hij tegelijkertijd zoveel mogelijk van de totale investering van de Staat wil terugverdienen? Dan kom ik weer terug op mijn eerste vraag: waarom per se nu al naar de beurs? Kun je niet beter wachten, nog verder dividend ontvangen — ABN doet het op dit moment best goed — en ervoor zorgen dat de bank sterk genoeg wordt om zo'n hele zware beschermingsconstructie niet meer nodig te hebben?
Ik heb nog wat andere vragen, bijvoorbeeld hoe het staat met de interne governance. Tijdens de hoorzitting in de Kamer zei de heer Zalm dat de komende anderhalf jaar alle vermogende klanten van de bank binnenstebuiten worden gekeerd, dit mede naar aanleiding van de ervaringen in Dubai. Hoe kan er eind van dit jaar sprake zijn van een solide beursgang als de bank op dat moment nog intern doorgelicht wordt?
De heer Nijboer (PvdA):
Ik wil graag een vraag stellen over de beschermingsconstructie. Mevrouw Schouten lijkt de redenering aan te houden dat, als er langer gewacht zou worden, er minder bescherming noodzakelijk zou zijn. Heb ik dat goed begrepen?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik constateer dat het kabinet zelf nu zegt: als we het nu doen, moet daar een zware constructie tegenover staan, onder andere omdat ABN mogelijk overgenomen kan worden als het bedrijf in delen naar de beurs wordt gebracht. Dan is mijn wedervraag: waarom dan niet langer wachten? Dan zie je mogelijk ook dat er niet langer zo'n zware beschermingsconstructie nodig is. Hier lijkt het tempo te gaan voor de zorgvuldigheid.
De heer Nijboer (PvdA):
De PvdA ziet die relatie niet zo. Als een bank op eigen benen wordt gezet, is er altijd een beschermingsconstructie nodig. We hebben gezien waar de afwezigheid van een beschermingsconstructie toe leidt: ABN is overgenomen, ten prooi gevallen en uiteindelijk ten onder gegaan. Ook andere financiële instellingen als ING, Delta Lloyd of Nationale Nederlanden kennen beschermingsconstructies van vergelijkbare aard. Dat geldt overigens ook voor KPN. De PvdA is voorstander van een stevige beschermingsconstructie als daarmee een publiek belang is gediend. Ik wil mevrouw Schouten vragen of zij daar niet ook in algemene zin een voorstander van is of dat zij het wil laten afhangen van het moment van afstoting.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Als de heer Nijboer mijn woorden goed heeft gehoord, weet hij dat ik niet tegen een beschermingsconstructie ben, maar er is hier wel gekozen voor een heel zware beschermingsconstructie. Ik denk helaas dat die op dit moment ook nodig is. Daarom is mijn vraag: waarom ga je tegen heug en meug die beursgang nu doorzetten? Als de heer Nijboer zich aan zijn eigen verkiezingsprogramma had gehouden, was ABN nooit meer naar de beurs gebracht.
Ik heb ook nog een vraag over de kosten van de beursgang. De minister gaat er zelf vanuit dat de kosten rond de 1% zullen uitkomen. Gemiddeld liggen de kosten voor de beursgang in Europa zo rond de 3% tot 5%. Hoe komt de minister tot zijn eigen berekening? Is die 1% een harde eis voor hem? Met andere woorden: is er, wat hem betreft, een bovengrens? Zo ja, dan horen we dat graag. In dat kader vraag ik hem ook hoe hij de motie-Van Hijum/Schouten heeft uitgevoerd, die vraagt om een weging van de beloningsstructuur bij de zakenbank die in dit geval ABN naar de beurs zal brengen. Hoe heeft de minister die motie uitgevoerd of hoe heeft hij de beloningsstructuur van die zakenbank meegewogen bij de gunning van de opdracht om ABN naar de beurs te brengen?
Eerder hebben wij gesproken over het feit dat ABN een dienstbare bank zou moeten zijn. Wij hebben daarbij ook genoemd dat een coöperatief model onze voorkeur zou hebben. Ik zie dat die optie politiek geen meerderheid heeft, maar nu tegen heug en meug een beursgang doorduwen, met een hoge prijs in de vorm van een zware beschermingsconstructie, daar zetten wij grote vraagtekens bij.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2015 > juni
- 25-06-2015 - Inbreng verslag Carola Schouten ten behoeve van Implementatiewet Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen
- 23-06-2015 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de kabinetsbeslissing om ABN Amro naar de beurs te brengen
- 19-06-2015 - Schriftelijke vragen Carola Schouten e.a. over de berekeningen van de VSNU dat het studievoorschot bij lange na geen 1 miljard euro oplevert en de komende tien jaar zelfs nauwelijks extra wordt geïnvesteerd
- 18-06-2015 - Schriftelijke vragen Carola Schouten over het bericht dat het vaderschapsverlof verlengd moet worden
- 18-06-2015 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake Wijzigingswet financiële markten 2016
- 17-06-2015 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Eurogroep en Ecofin-Raad
- 15-06-2015 - Schriftelijke vragen Carola Schouten over 375 ontslagen bij FrieslandCampina in Beilen en Leeuwarden
- 08-06-2015 - Bijdrage Carola Schouten aan het notaoverleg inzake Initiatiefnota van het lid Merkies over duurzaam bankieren
- 04-06-2015 - Inbreng schriftelijk overleg Carola Schouten AFM-rapport verkennend onderzoek afdelingen bijzonder beheer MKB-kredieten
- 04-06-2015 - Bijdrage Carola Schouten aan het voortgezet algemeen overleg Belastingdienst (AO d.d. 21/05)
- 04-06-2015 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
- 03-06-2015 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Internationaal fiscaal beleid
- 03-06-2015 - Inbreng Carola Schouten ten behoeve van Wijziging Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen ivm harmonisatie van instrumenten ter bevordering arbeidsdeelname arbeidsbeperkten