Inbreng schriftelijk overleg Carola Schouten inzake Werkkostenregeling

donderdag 07 maart 2013

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën inzake Werkkostenregeling

Onderwerp:    Werkkostenregeling

Kamerstuk:     33 402

Datum:             7 maart 2013

Toepassing WKR

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren op basis van de evaluatie dat de WKR nog slechts beperkt wordt toegepast (door 10% van de werkgevers). Het kabinet constateert verder dat er nog veel te doen is op het gebied van voorlichting om het kennisniveau over de WKR te verhogen. Genoemde leden vragen wat het kabinet concreet gaat doen om de overgang naar het nieuwe systeem op 1 januari 2014 beter te faciliteren en werkgevers beter voor te lichten.

Hoogte forfait

Uit de evaluatie blijkt dat werkgevers die de die de WKR toepassen veelal van mening zijn dat het forfait voldoet. Genoemde leden vragen het kabinet op basis waarvan vervolgens de conclusie wordt getrokken dat het forfait in zijn algemeenheid voldoet, aangezien slechts een klein deel van de werkgevers gebruik maakt van de WKR.

De werkgevers die zijn overgestapt naar de WKR maakten de overstap omdat de WKR voor hen een voordeel oplevert. Volgens de leden van de ChristenUnie-fractie zal een deel van de werkgevers die de overstap nog niet maakten onvoldoende hebben aan het forfait en zullen zij worden geconfronteerd met forse eindheffingen. Het forfait is per 1 januari 2013 verhoogd naar 1,5%. Materieel gezien levert dit volgens genoemde leden geen enkele extra ruimte op, omdat wegens het wegvallen van de fiscale bijtelling vergoeding Zorgverzekeringswet van 7,1%, materieel gezien de ruimte niet is vergroot. Genoemde leden vragen of het kabinet bereid is om rekening te houden met een hoger percentage voor het forfait, zodat dit werkelijk extra ruimte oplevert voor de WKR?

Administratieve lastenverlichting

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren op basis van de evaluatie dat werkgevers nog niet ervaren dat er sprake is van administratieve lastenverlichting als gevolg van de invoering van de WKR. Zij vragen het kabinet welke stappen zullen worden gezet om de administratieve lasten die gepaard gaan met de (invoering van) de WKR te verminderen.

Omzetbelasting

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrepen dat werkgevers met extra administratieve lasten worden geconfronteerd doordat de voor de WKR relevante kosten exclusief omzetbelasting worden geadministreerd in de administratie terwijl de WKR uitgaat van bedragen inclusief omzetbelasting. Zij vragen of het kabinet bereid is om binnen de WKR twee verschillende forfaitaire percentages te hanteren, waardoor de administratieve last voor de werkgevers wordt verminderd, bijvoorbeeld 1,5% van de fiscale loonsom inclusief omzetbelasting en 1,4% van de fiscale loonsom exclusief omzetbelasting.

Jaaropstelling

De jaaropstelling in het kader van de WKR vindt (praktisch gezien) in januari plaats. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat dit, met name bij werkgevers met een sterk wisselend aantal medewerkers vanwege seizoenswerk en oproepkrachten, aan het eind van het jaar een grote administratieve druk geeft. Bovendien dient de WKR-afrekening hoe dan ook (mede) beoordeeld te worden door de salarisadministratie vanwege de aangifteverplichting. Genoemde leden vragen of het kabinet bereid is om de termijn voor het opstellen van de WKR-jaaropstelling met een aantal maanden te verruimen?

Vrije ruimte startende ondernemers

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen bijzondere aandacht voor de positie van startende ondernemers. Zij vragen het kabinet of het klopt dat voor startende ondernemers de vrije ruimte in het kader van de WKR per aangifteperiode dient te worden bepaald, zonder herrekening na afloop van het jaar en dat hierdoor overschrijdingen van de ruimte in bepaalde aangifteperioden niet verrekend worden in onderschrijdingen in andere perioden? Klopt het dat hierdoor mogelijk 80% eindheffing wordt afgedragen terwijl de relevante verstrekkingen/vergoedingen in het kader van de WKR onder het forfait blijven, zo vragen deze leden. Indien dit het geval is vragen genoemde leden of het kabinet bereid is om startende ondernemers de mogelijkheid te bieden na afloop van het kalenderjaar een afrekening op te maken.

Waarderingsgrondslagen

De leden van de ChristenUnie constateren dat de regeling voor vergoedingen en verstrekkingen door de vele waarderingsgrondslagen behoorlijk ingewikkeld is geworden. Zij vragen het kabinet welke keuzemogelijkheden werkgevers straks zullen hebben, mocht de WKR als enige regeling gaan gelden. Is het mogelijk om onderscheid te maken tussen een systeem waarbij alle relevante vergoedingen en verstrekkingen worden samengenomen en er een hoger forfait geldt én een systeem waarbij werkgevers werken volgens de WKR in zijn huidige vorm (met de daarbij behorende veelheid aan waarderingsgrondslagen), zo vragen deze leden. 

Thuiswerken

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat thuiswerken momenteel onvoldoende wordt gestimuleerd met de WKR. Slechts de verstrekkingen die een werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht doet aan medewerkers zijn op nihil gewaardeerd.  Alle andere verstrekkingen of vergoedingen voor voorzieningen op de thuiswerkplek zijn belast onder de werkkostenregeling, bijvoorbeeld de veel voorkomende vergoeding voor de providerkosten voor de internetverbinding. Genoemde leden zijn van mening dat het aantrekkelijk maken van thuiswerken op deze wijze een flink beslag legt op de WKR. Zij vragen het kabinet thuiswerken te stimuleren door hiervoor meer ruimte te bieden in de WKR, danwel door alternatieve stimuleringsmaatregelen te nemen. Deze leden ontvangen graag een reactie op dit punt.

Papierloos werken

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn een groot voorstander van efficiëntie en verduurzaming op de werkplek, bijvoorbeeld door papierloos vergaderen en werken. Zij constateren echter dat het werken met tablets fiscaal wordt ontmoedigd, doordat werkgevers bij vrije verstrekking moeten aantonen dat een tablet voor 90% zakelijk wordt gebruikt. Voor mobiele telefoons en tablets kleiner dan 7 inch geldt dat vrije verstrekking mogelijk is indien meer dan 10% van het gebruik zakelijk is. Genoemde leden zijn van mening dat de fiscale behandeling van tablets innovatie en duurzaamheid in de weg staat. Zij vragen het kabinet om nog eens nader te kijken naar het onderscheid tussen fiscale behandeling van tablets groter en kleiner dan 7 inch. Graag horen deze leden hoe het kabinet van plan is om papierloos werken te bevorderen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


« Terug