Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie
Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie
Bijdrage Pieter Grinwis aan een plenair debat met minister van ’t Wout van Economische Zaken en Klimaat
11 mei 2021
Kamerstuknr. 35668
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst een hartelijke felicitatie aan mijn collega's Erkens en Thijssen voor hun betrokken en passievolle maidenspeeches. Mooi, zo'n blik vanuit de mijnstreek en vanuit de ruimte. Dank.
Voorzitter. Hoe eerder kolenstroom de wereld uit is, hoe beter, voor de planeet, de luchtkwaliteit en de volksgezondheid. Gelet op de rechterlijke uitspraak van een aantal jaren terug inzake Urgenda snap ik natuurlijk dat juridisch moet worden zeker gesteld dat de uitstoot van broeikasgassen snel genoeg afneemt. Toch roept dit wetsvoorstel vragen bij mij op. Niet dat ik tegen tijdelijke productiebeperking ben in de kolencentrales, maar wat is nu precies de meerwaarde van deze wetswijziging die we met elkaar bespreken? Als we naar buiten kijken, zien we dat de ETS-prijs voor CO2 inmiddels is gestegen naar €52 per ton. Het kwam al een paar keer langs. Dat is zeven keer zoveel als de €7,50 toen het huidige, inmiddels demissionaire, kabinet eind oktober 2017 aantrad. De elektriciteitsprijs laat bovendien ook een dalende trend zien. Geen kolenboer die bij deze prijzen overweegt om zijn centrale aan te zetten. Dat is precies wat we met elkaar willen: de prijs en de markt hun werk laten doen, mits de markt goed werkt. Gelukkig werkt die markt inzake CO2 steeds beter, althans op ons continent.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik jarenlang een hard hoofd had in de werking van het emissiehandelssysteem: te veel uitstootrechten, te goedkoop, te veel gratis rechten ook. Maar stap voor stap gaan we nu de goede kant op. We weten bijvoorbeeld dat bij prijzen tussen de €30 en €40 per ton CO2 kolencentrales worden afgeschakeld, terwijl de gascentrales zonder problemen kunnen blijven draaien en — nog veel beter — de businesscases voor hernieuwbare energie en energiebesparing met de dag beter worden. Deze beprijzingsfilosofie was niet voor niets het uitgangspunt van het regeerakkoord in 2017. Het traject van de minimumprijs bijvoorbeeld, dat later helaas neerwaarts is bijgesteld, was zodanig gekozen dat kolencentrales op enig moment als het ware vanzelf zouden sluiten.
Het is anders gelopen. Er kwam een Wet verbod op kolen. Vandaag bespreken we een tijdelijke wijziging daarvan. Toch heb ik een vraag. Waarom handelt de minister niet meer in de geest van deze filosofie uit het regeerakkoord van destijds? Waarom heeft hij er dus eigenlijk niet voor gekozen om een stevige minimumprijs voor te stellen, zodanig dat kolencentrales niet alleen nu uit staan, maar sowieso nooit meer aan gaan? Bij een ETS-prijs van €52 levert de minimumprijs van €40 of misschien wel €50 toch geen enkel risico op voor de leveringszekerheid? Dat was wel het argument van de minister in de memorie van toelichting, om niet voor het mechanisme van de minimumprijs te kiezen. Maar gezien de pijlsnelle stijging van de ETS-prijs wil ik hier toch graag nog een keer zijn reactie op. Zekerheidshalve heb ik samen met collega Boucke een amendement ingediend om een tussentijdse evaluatie van deze wetswijziging in ieder geval zeker te stellen, juist ook om het wetsvoorstel na inwerkingtreding op zijn merites te kunnen blijven beoordelen. Het is niet dat het voorstel van de minister irrationeel is, geenszins. Wel is de vraag waarom hij voorstelt te werken met toch vrij ingewikkelde en juridisch kwetsbare normstellingen in deze wet, terwijl de macht van de markt en de prijs makkelijker en zeker zo effectief zijn. Sterker nog, de wetten van markt en prijs zijn voor de grote oude fossiele bedrijven heiliger dan de wetten van ons land helaas. Dat weet de minister toch? Maar oké, hij kiest voor een tijdelijke productiebeperking om te voldoen aan de rechterlijke uitspraak. Is dat juridisch gezien echt voldoende of moet de productiebeperking scherper en/of langer? Er zijn wat amendementen ingediend. Ik ben zeer benieuwd naar de reactie daarop van de minister zo meteen.
Urgenda kondigt nieuwe rechterlijke stappen aan als het kabinet niet snel handelt. Wat is de reactie van de minister hierop? Doet het kabinet zijn belofte gestand om aan de rechterlijke uitspraak te voldoen en, zo ja, wanneer kunnen we het nieuwe maatregelenpakket van de minister tegemoetzien? Het tempo van de energietransitie moet immers omhoog. Te veel projecten om de warmtevoorziening te verduurzamen vallen bijvoorbeeld tot nu toe buiten de SDE-subsidierondes, de laatste, terwijl de onrendabele top kleiner en kleiner wordt. De steeds hogere CO2-prijs maakt immers de energietransitie met de dag goedkoper voor de Nederlandse belastingbetaler. Met de huidige SDE-systematiek spelen we daar nog onvoldoende op in, met als gevolg steeds grotere reserves in de SDE. Welke mogelijkheden ziet de minister voor open programmering in de SDE, een methode waar zijn collega's bij Infrastructuur en Waterstaat al jaren goede ervaringen mee hebben om onderuitputting dan wel reserveopbouw te voorkomen? De klimaatcrisis is groot genoeg om nog meer te doen dan we nu doen.
Voorzitter. De bijstook van houtige biomassa is geen verstandig alternatief voor de stook van kolen in het licht van onze strijd tegen klimaatverandering. Op korte termijn zorgt deze vorm van biomassa namelijk voor een extra hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, juist op een moment dat we alles op alles moeten zetten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De Eemshavencentrale heeft echter alle formaliteiten al geregeld of in werking gesteld om meer biomassa te kunnen bijstoken: niet 15%, maar 30%. Ziet de minister mogelijkheden om te voorkomen dat deze wetswijziging gaat betekenen dat er nog meer houtige biomassa wordt bijgestookt? De pendant van een stijgende ETS-prijs is immers ook dat biomassabijstook zonder subsidie langzamerhand rendabel dreigt te worden. Hoe verhoudt zich dat tot het afbouwpad waarmee de minister moet gaan komen? Kan eerdere sluiting van een kolencentrale waar bijgestookt werd, leiden tot extra inzet van gesubsidieerde biomassa in de resterende kolencentrales of is dat juridisch onmogelijk? Deze wetswijziging gaat er toch niet toe leiden dat er meer subsidiegeld gaat naar de bijstook van biomassa in kolencentrales? Collega's vroegen er ook al naar.
Voorzitter, ten slotte. Ik sta nog even stil bij de nadeelcompensatie. De minister stelt in de nota naar aanleiding van het verslag dat het feitelijk geleden nadeel berekend wordt op basis van recente forwardprijzen, die de brutomarge reflecteren en daarmee de verwachte productie voor de periode 2021-2024. Gelet op de huidige CO2-prijzen zullen de gederfde inkomsten vrijwel nihil zijn, lijkt me. Denkt de minister dat ook? In dat licht de vraag welke formule hij nou precies gaat hanteren bij die nadeelcompensatie. Collega Mulder vroeg er ook al naar. Dat is op dit moment nog niet duidelijk. In hoeverre is deze wetswijziging tot afbouw van kolenstroom eigenlijk als onvoorzienbaar aan te merken, aangezien klimaatbeleid bij de bouw en opening van de drie nieuwste kolencentrales toch echt al onderwerp was wetenschappelijke, maatschappelijke en politieke discussies? Wat de ChristenUnie betreft moet de procedure van nadeelcompensatie zo transparant en democratisch mogelijk tot stand komen. Daarom heb ik een amendement ingediend om te komen tot een voorhangprocedure bij het besluit tot nadere compensatie, zodat we vandaag of volgende week niet stemmen in den blinde wat betreft die nadeelcompensatie.
Tot zover, voorzitter.