Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Reikwijdte van artikel 68 Grondwet in relatie tot Wob-besluiten
Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en staatssecretaris Vijlbrief van Financiën
Kamerstuknr. 28362
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. De informatieplicht is een van de pilaren van onze democratie. Zonder goede informatievoorziening kan de Kamer het kabinet niet controleren. Dat betekent heel basaal dat de Kamer vragen kan stellen die door het kabinet worden beantwoord. Ik heb in de afgelopen jaren veel goede voorbeelden gezien, waarin vragen van mij gewetensvol en serieus werden beantwoord. Ik zie ook dat het stellen van vragen soms een politiek instrument is. Als parlementariërs moeten wij er daarom ook voor waken dat het instrument niet bot wordt door te pas en te onpas vragen te stellen. Maar als een parlementariër een vraag stelt, heeft hij recht op een goed antwoord.
Soms lijkt het wel alsof het belangrijkste talent van een Kamerlid is: het aanvoelen wanneer je met een kluitje in het riet wordt gestuurd. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je op vragen antwoorden krijgt die eigenlijk geen antwoorden zijn, als de antwoorden zo generiek zijn dat ze niet ingaan op de gevraagde details, als je een gebundeld antwoord krijgt op meerdere losse vragen — waardoor de belangrijkste vraag nou net niet wordt beantwoord — of als verwezen wordt naar eerder gegeven antwoorden, terwijl je de nieuwe vragen juist stelde omdat de eerdere antwoorden geen antwoorden waren. Ik hoor om mij heen instemmend gegrinnik, maar het is toch eigenlijk te treurig voor woorden.
Deze manier van antwoorden is een belediging voor het ambt van volksvertegenwoordiger en is een aantasting van de democratie. Op sommige ministeries bestaat blijkbaar de tactiek dat een Kamerlid vanzelf stopt als je deze maar vaak genoeg met een kluitje in datzelfde riet stuurt.
Voorzitter. Dit gebeurt te vaak. Als Kamerlid heb je dan nog maar één weg om je grondwettelijke controlerende taak uit te oefenen en dat is het opvragen van brondocumenten en het doorworstelen van een massa papier, zodat je uiteindelijk misschien een serieus antwoord vindt op de vragen die je stelt. Daarvoor zitten we hier vandaag: om vragen te krijgen op onze antwoorden. Als we de controlerende taak van het parlement serieus nemen, is het nodig dat het informatierecht van Kamerleden, of beter gezegd de informatieplicht van de regering, zich uitstrekt tot de bron. Het is nodig dat de originele documenten kunnen worden opgevraagd, dus de bron en geen geconstrueerde samenvatting of beleidsbrief van de bewindspersoon. Kan de minister herbevestigen dat de inlichtingenplicht van artikel 68 Grondwet zich uitstrekt tot documenten? Kan de minister toelichten hoe oneigenlijk gebruik van het argument intern beraad als weigeringsgrond kan worden voorkomen? Kan de minister toelichten hoe een Kamerlid niet één bewindspersoon maar de voltallige regering kan aanspreken als documenten niet worden verschaft?
Dank u wel.
Archief > 2020 > februari
- 19-02-2020 - Bijdrage Eppo Bruins aan het debat over leraren
- 11-02-2020 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Reikwijdte van artikel 68 Grondwet in relatie tot Wob-besluiten
- 10-02-2020 - Bijdrage Eppo Bruins aan het notaoverleg Strategische agenda hoger onderwijs
- 06-02-2020 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over mogelijke spionage door Huawei in Nederland en de veiling van 5G-frequenties
- 05-02-2020 - Bijdrage Eppo Bruins aan het debat op hoofdlijnen over de toekomst van werk
- 03-02-2020 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins over de vindbaarheid van artikel 2.82 aanbestedingen op TenderNed