Bijdrage Carla Dik-Faber aan het dertigledendebat over het aanvragen van voedselpatenten door multinationals

woensdag 10 juni 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken

Onderwerp:   Dertigledendebat over het aanvragen van voedselpatenten door multinationals

Kamerstuk:    27 428

Datum:           10 juni 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Gisteren voerden we in deze zaal het debat over de aanbesteding van de NS in Limburg. Dat heeft ons een belangrijke les geleerd. Waar publieke belangen door de markt en door marktpartijen moeten worden behartigd, ligt onethisch handelen zomaar op de loer. We hebben dat gezien bij de NS op het punt van het publieke belang van goed openbaar vervoer. Ook vandaag hebben we het over een groot publiek belang, namelijk voldoende genetische variatie en het recht op vrije toegang tot plantenzaden om daarmee te veredelen, dus ons kwekersrecht, dat bijdraagt aan het borgen van voedselzekerheid. Mede door dat kwekersrecht hebben Nederlandse veredelingsbedrijven veel innovaties kunnen doen die de samenleving ten goede komen. Mijn fractie vindt het van groot belang dat dit publieke belang goed geborgd blijft. In dat licht is het dan ook ronduit onacceptabel dat grote multinationale zaadbedrijven tegenwoordig het octrooirecht gebruiken, of misschien kan ik beter zeggen: dat zij het octrooirecht misbruiken. Steeds meer natuurlijke planteneigenschappen die via kruisen en selecteren in nieuwe plantenrassen worden ingebracht — dit zijn de zogenaamde wezenlijk biologische processen — worden gepatenteerd. Dit is strijdig met het publieke belang van een vrije toegang tot uitgangsmateriaal. De betrekkelijk eenvoudige wijze waarop Monsanto een patent heeft gekregen op broccoli met een lange steel, geeft dan ook te denken.

Onlangs heeft de Hoge Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau bepaald dat octrooien mogelijk blijven op planteneigenschappen die via kruisen en selecteren in nieuwe plantenrassen worden ingebracht. Dat zijn dus octrooien zonder dat er sprake is van een echte uitvinding van de zaadbedrijven. De ChristenUnie is van mening dat het kwekersrecht hiermee onevenredig wordt ingeperkt. Hoe beoordeelt de staatssecretaris deze uitspraak? Wat zijn de gevolgen voor de positie van kwekers, telers en consumenten? Wat heeft deze uitspraak in Europa losgemaakt in het proces om te komen tot een uitgebreide kwekersvrijstelling? Welke stappen gaat de staatssecretaris nu al zetten, in de aanloop naar het voorzitterschap volgend jaar?

In afwachting van de uitspraak van de Hoge Kamer zitten er al veel patentaanvragen op klassiek veredelde groenten in de pijplijn. Men verwacht dan ook dat in de komende tijd veel patenten zullen worden verleend. Deelt de staatssecretaris mijn zorg hierover? Kan zij zeggen of het inderdaad klopt dat er ruim honderd patenten zijn aangevraagd terwijl er nu slechts een stuk of twintig zijn verleend? Wat zijn de consequenties als alle patenten inderdaad ook verleend zullen worden?

Eerder heeft de ChristenUnie er samen met de SGP voor gezorgd dat er een onderzoek kwam naar de monopolisering in de Nederlandse veredelingssector. We zien nu dat deze monopolisering, door de overname van kleine bedrijven en door de patentering van natuurlijke planteneigenschappen, steeds meer een reëel gevaar is. Een paar jaar geleden bleek al uit het onderzoek dat er sprake was van een sterke concentratie in de aardappel- tomaten- en paprikasector. Wat gaat de staatssecretaris doen als de concentratie te sterk wordt en monopolisering daadwerkelijk dreigt? Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris in het mededingingsrecht om monopolisering te voorkomen? Want als publieke belangen door de markt moeten worden opgepakt, horen daar uiterst heldere spelregels bij. Die moeten die publieke belangen borgen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > juni