Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Biotechnologie en kwekersrecht (AO d.d. 10/04)

dinsdag 27 mei 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   VAO Biotechnologie en kwekersrecht (AO d.d. 10/04)

Kamerstuk:    27 428

Datum:            27 mei 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. In het AO van 10 april heeft de staatssecretaris laten weten nog steeds in te zetten op de brede kwekersvrijstelling en daarvoor steun te willen vergaren onder haar Europese collega's. Daar ben ik op zich heel blij mee; waar het nu om gaat is de uitvoering.

De staatssecretaris heeft aangegeven binnen een maand een analyse gereed te hebben van hoe de brede kwekersvrijstelling kan worden ingekaderd in de octrooiwetgeving. Op basis van dit concrete voorstel zou de staatssecretaris de standpunten polsen van haar Europese collega's. Tevens vormt het de basis van een onderzoek naar mogelijke effecten van een brede kwekersvrijstelling op andere sectoren. Van dit onderzoek heb ik gezegd dat dit niet tot verdere vertraging mag leiden. Inmiddels zijn we anderhalve maand verder. Mogen wij daarom aannemen dat de analyse inmiddels gereed is? Ik hoor hierop graag de reactie van de staatssecretaris.

Mijn tweede punt betreft het voorstel voor een nationale teeltbevoegdheid. Vandaag hebben wij een brief ontvangen over het voorstel en de wijziging daarvan. Mijn fractie is blij met de wijziging dat lidstaten die tijdens de EU-toelatingsprocedure niet hebben gezorgd voor uitsluiting van hun grondgebied alsnog een dergelijke geografische beperking kunnen aanvragen. Op dit punt wilde ik een motie indienen, maar dat is niet meer nodig. Het alsnog aanvragen van een geografische beperking mag echter niet eerder dan twee jaar na de markttoelating en alleen als er sprake is van nieuwe objectieve omstandigheden. Het is goed dat het kabinet de Europese Commissie gaat verzoeken om nadere duiding van de criteria "nieuw" en "objectief" en de wijze waarop de afweging wordt gemaakt. Hierover moet natuurlijk geen onduidelijkheid bestaan.

Ik heb nog wel een vraag. Een lidstaat die een beperkingsmaatregel wil nemen, moet dit binnen twee jaar na de afgifte van de teelttoelating doen. Na die twee jaar, zo staat er in een bepaling, kunnen lidstaten op basis van nieuwe objectieve omstandigheden alsnog een geografische beperking aanvragen. Klopt mijn analyse dat er dus altijd een mogelijkheid is om bezwaar te maken?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > mei