Bijdrage Carla Dik inzake afschaffing algemene tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een plenair debat met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderwerp: Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten
Kamerstuk: 33 726
Datum: 22 januari 2014
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. "Ik houd niet van zielig doen. Dus schrijf ik deze mail liever niet, maar de plannen die er nu liggen lijken alle perken te buiten te gaan. Als alleenstaande Wajonger ben ik volgend jaar bijna €2.000 extra kwijt als de berichten kloppen. Naast het feit dat dit eigenlijk gewoon niet meer te doen is, voelt dit als het neerleggen van de rekening van de crisis bij mensen die helemaal niets met het uitbreken van de crisis te maken hebben en die door hun fysieke gesteldheid, waar ze zelf niet om hebben gevraagd, toch al op allerlei gebieden op achterstand staan en duurder uit zijn. Het voelt allemaal zeer onrechtvaardig en het maakt boos."
Na het eerste wetsvoorstel van de staatssecretaris stroomde mijn mailbox vol met verontrustende berichten. Ik heb zojuist een ervan geciteerd. Mensen die via het journaal of andere berichten de berekeningen van het Nibud, in opdracht van de CG-Raad, hadden gezien. In de berekeningen van het Nibud was geen rekening gehouden met de compensatie door gemeenten, maar toch. Ik kreeg de indruk dat vooral het wegvallen van de fiscale aftrekpost grote gevolgen zou hebben, want daardoor zouden veel chronisch zieken en gehandicapten hun zorg- of huurtoeslag kwijtraken. Dit zou dramatisch hebben uitgepakt. Daarom is het goed dat de aanpassingen in het wetsvoorstel onderdeel zijn geworden van het Herfstakkoord. Het in stand houden van de fiscale aftrekpost is eerder in de Kamer besproken tijdens het debat over het Belastingplan.
Ik wil eerst teruggaan in de tijd. Ik heb de vijf criteria erbij gepakt die destijds zijn gebruikt bij de introductie van de WTCG.
Mevrouw Leijten (SP):
Dat er van datgene wat er overblijft van de compensatie voor de chronisch zieken en gehandicapten meer naar de fiscale regeling gaat, steunen wij. Wil de ChristenUnie hier verbloemen dat zij meer dan 600 miljoen bezuinigt op de tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Volgens mij ben ik in mijn betoog tot nu toe ontzettend duidelijk geweest. Wij zijn heel blij dat de fiscale regeling overeind is gebleven in het Herfstakkoord, omdat dit het grootste pijnpunt was binnen de bezuinigingen die het kabinet aanvankelijk had voorgesteld.
Mevrouw Leijten (SP):
U begint met een quote van iemand die zich er zorgen over maakt dat de tegemoetkomingen worden afgeschaft. Vervolgens zegt u dat dit is opgelost, zonder dat de bezuiniging van tafel is gehaald. Ik vind dat nogal grote woorden. U bezuinigt nu 600 miljoen op de chronisch zieken en gehandicapten. Tijdens een vorige kabinetsperiode heeft ook de ChristenUnie 1,4 miljard bezuinigd op de chronisch zieken en gehandicapten. Dat is in totaal 2 miljard. Is het nu een keer klaar, wat de ChristenUnie betreft? Is dit het einde, dit bedrag van 2 miljard in zes jaar?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik denk dat er een groot verschil is tussen de houding van de ChristenUnie en die van de SP. Waarschijnlijk hebt u ons verkiezingsprogramma gelezen en gezien dat wij voorstander zijn van het samenvoegen van de regelingen, waardoor wij uiteindelijk 100 miljoen korten op de regelingen. Dat is vele malen minder dan de voorstellen van dit kabinet. Toch hebben wij meegedaan met het Herfstakkoord, omdat wij zagen dat er het een en ander te doen viel en dat wij de grootste pijnpunten konden repareren. Dat wil niet zeggen dat wij juichend zijn over die bezuinigingen; in het geheel niet. Binnen het financiële kader, waar wij ook mee te maken hebben, hebben wij geprobeerd te redden wat er te redden valt. In zeg het maar even in algemene bewoordingen. Dit is echt een stap waarvan ik denk dat wij de doelgroep er ontzettend goed mee kunnen helpen. Dat bedrag van 600 miljoen was zeker niet ons idee. Wij hadden dat bedrag op 100 miljoen gesteld. Maar goed, ik wil zo meteen doorgaan met mijn betoog en ik denk dat dit heel verhelderend zal zijn.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik wijs er maar op dat er door het zetten van uw handtekening onder het Herfstakkoord nu sprake is van een bezuiniging van 600 miljoen. Toen u in het kabinet-Balkenende IV zat, pakte u dezelfde groep ook al voor 1,4 miljard. Als u uw handtekening niet had gezet, was het niet doorgegaan. U kunt wel zeggen dat u hebt gered wat er te redden viel, maar volgens mij is er alleen een beetje geschoven. Er is niets bij gekomen en er is niets afgegaan. U betitelt dit als winst, maar ik zie het niet. Ik zie gewoon een bezuiniging van 600 miljoen op chronisch zieken en gehandicapten en een verhoging van het eigen risico. De ChristenUnie heeft onder dat alles haar handtekening gezet. U had het ook niet kunnen doen, maar die overweging hebt u niet gemaakt.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Een korte reactie: wij hadden inderdaad aan de zijkant kunnen blijven staan en kunnen roepen dat het beleid van het kabinet zo verschrikkelijk slecht is, dat er enorm wordt bezuinigd en dat de fiscale aftrek vervalt. Wij zijn niet aan de zijkant blijven staan. De ChristenUnie heeft hierin haar verantwoordelijkheid genomen en heeft in het Herfstakkoord ingebracht dat de fiscale aftrek overeind blijft. Iedereen heeft de tabellen kunnen zien, want die stonden in de nota naar aanleiding van het verslag. Daaruit blijkt dat wat er door de ChristenUnie in het Herfstakkoord is geregeld, wezenlijk verschil uitmaakt voor de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik denk dat de fiscale aftrek inderdaad een verbetering is ten opzichte van het regeerakkoord, maar wat ik niet begrijp, is waarom er niet voor is gekozen om het hele bedrag aan die fiscale regeling te besteden. Dat zou volgens mij echt een consequent verhaal zijn geweest. Dat is ook waar de ChristenUnie bij de begrotingsbehandeling nog voor gepleit heeft.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Zojuist heb ik ook al een interruptiedebatje gehad met mevrouw Voortman. Daarin heb ik aangegeven dat je, op het moment dat je alleen een fiscale regeling overeind houdt, daarmee vooral de middeninkomens kunt bereiken. Daarmee bereik je niet de mensen die op het minimum zitten of net daarboven. Daarom vinden wij het belangrijk dat er ook een bedrag gaat naar de gemeenten, zodat de gemeenten, als bestuurslaag dicht bij de mensen, in staat worden gesteld om mensen gericht te compenseren.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ook mensen met een laag inkomen kunnen natuurlijk naar de Belastingdienst. Ook voor hen was het best mogelijk geweest om het op landelijk niveau te regelen. Nu zal het per gemeente gaan verschillen. Dat betekent dus eigenlijk dat er geen garantie is dat mensen met een lager inkomen zullen worden gecompenseerd. Of zegt de fractie van de ChristenUnie: er moet een garantie komen dat mensen met een lager inkomen sowieso worden gecompenseerd? Zegt die fractie hier: mensen met een laag inkomen zullen er geen euro op achteruitgaan? Zegt die fractie: die maatwerkvoorziening zal helemaal aan deze mensen worden besteed?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zou willen dat ik die garanties kon geven. De inzet van mijn fractie is erop gericht, in wetgeving de stappen te zetten waardoor het geld maximaal bij de doelgroep terechtkomt. Kan ik garanties geven? Ik zou willen dat het kon. Mijn intenties zijn zeker zo bedoeld, maar het woord garantie is een erg groot woord. Ik zou willen dat ik hier kon zeggen dat al het geld gericht bij de doelgroep terechtkomt. Maar nee, dat kan ik niet zeggen. Ik zal daarop straks in mijn betoog nog ingaan.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ik heb een heel eenvoudige vraag. Waarom heeft de ChristenUnie in die onderhandelingen niet gewoon gepleit voor wat ze beloofd heeft in haar verkiezingsprogramma, namelijk voor het in stand houden van de landelijke regeling en voor het stroomlijnen van die regeling? Als zij dat had gedaan, waren alle problemen die nu naar voren komen, niet aan de orde geweest.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
In ons verkiezingsprogramma hebben we opgenomen dat de regelingen moeten worden samengevoegd. In het Herfstakkoord is het punt naar voren gebracht op basis van de input van cliëntenorganisaties en vooral die van mijn mailbox. Daaruit kwam naar voren waar de grootste knelpunten zaten. Op die manier kwamen we op de fiscale regeling. Dat is gerealiseerd en daarmee zijn we heel erg blij.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Nu breekt mijn klomp. De reden van de regering om iets te doen in deze regeling is, dat het de regeling ongericht is. De ChristenUnie heeft met iets ingestemd waarover mevrouw Dik nu volgens mij denkt: hadden we daarmee maar niet ingestemd.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb juist gezegd dat ik ontzettend blij ben dat we deze stap konden zetten. Daarmee is het niet volmaakt. Ik ben de eerste die zal erkennen dat dit niet volmaakt is. Ik ben echter heel blij dat die fiscale aftrek overeind is gebleven.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog, mevrouw Dik.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja. Ik wilde met u teruggaan in de tijd, namelijk naar de totstandkoming van de WTCG en naar de vijf criteria die destijds zijn gebruikt. Ik noem ze nog even. In de eerste plaats moet de doelgroep zo goed mogelijk worden bereikt. In de tweede plaats moet de compensatie zo gericht mogelijk zijn. In de derde plaats moet de regeling eenvoudig uitvoerbaar zijn. In de vierde plaats moet de regeling budgettair beheersbaar zijn en in de vijfde plaats moet ze voldoende rechtszekerheid bieden. Nu, vijf jaar later, gooien we het systeem weer om. Ik moet eerlijk zeggen dat, als ik reflecteer op de vijf punten die ik zojuist heb genoemd, ik moet vaststellen dat we de doelgroep van mensen voor wie de compensatie is bedoeld, nog steeds niet volledig bereiken. Ik maak daarbij de belangrijke kanttekening dat de compensatie met de jaren wel steeds gerichter werd. Daardoor was de compensatie misschien wel zo gericht mogelijk, maar tegelijkertijd waren er nog mankementen en was er sprake van hoge uitvoeringskosten. Hetzelfde geldt voor de compensatie van het eigen risico. De ChristenUnie nam daarom in haar verkiezingsprogramma op dat verschillende regelingen konden worden geïntegreerd.
De financiële positie van chronisch zieken en gehandicapten is altijd een vast aandachtspunt bij ons inkomens- en koopkrachtbeleid. Wij weten dat chronisch zieken en gehandicapten worden geconfronteerd met extra kosten in vergelijking met mensen die niet chronisch ziek of gehandicapt zijn. Inkomensondersteuning voor deze groep is daarom van belang en nodig. Deze mensen hebben te maken met extra kosten, bijvoorbeeld voor vervoer. Ook onderschrijven we Kamerbreed het VN-verdrag voor mensen met een handicap.
In de tabellen die bij de nadere nota naar aanleiding van het verslag zijn toegevoegd — ik refereerde er zojuist al aan — zien we dat het aantal huishoudens met negatieve inkomenseffecten daalt door de aanpassingen als gevolg van het Herfstakkoord. Dat is een mooi resultaat, maar daarmee zijn we er nog niet. Naast het in stand houden van de fiscale tegemoetkoming krijgen gemeenten de mogelijkheid om op lokaal niveau passende oplossingen te bieden. In de Wmo wordt een bepaling opgenomen waarmee het mogelijk wordt dat gemeenten gericht een tegemoetkoming, al dan niet in de vorm van een forfaitaire vergoeding, kunnen verstrekken aan personen boven het netto sociaal minimum, die verband houdt met de chronische ziekte. Het is voor de ChristenUnie belangrijk dat de vergoeding ook daadwerkelijk via de Wmo kan worden verstrekt, dus niet alleen via de bijzondere bijstand. Hierdoor kunnen ook personen die een inkomen hebben boven de inkomensgrenzen die gemeenten toepassen voor de individuele bijstand, worden gecompenseerd.
Ook is het voor de ChristenUnie belangrijk dat er een goed evenwicht wordt gevonden tussen enerzijds het gericht inzetten van het beschikbare geld, en anderzijds beleidsvrijheid van gemeenten. Met de aanpassing in de Wmo vragen we van gemeenten dat zij in de verordening vastleggen of en hoe zij de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten gericht compenseren. Geeft dit garanties? Nee, maar we vragen van gemeenteraden wel om aan de slag te gaan en expliciet een afweging te maken over de besteding van de 268 miljoen die zij via het Gemeentefonds ontvangen. Ik wil hier mijn vertrouwen uitspreken in de gemeenteraden dat zij daarmee aan de slag zullen gaan. We verwachten dat vanuit het nabijheidsprincipe — gemeenten staan dichtbij mensen — er beter zicht is op de doelgroep. Ik kom daar nog op.
Het wetsvoorstel is op twee belangrijke punten aangepast. Dit is het maximaal haalbare binnen de huidige financiële kaders. De bezuinigingen die met dit wetsvoorstel gepaard gaan, zijn echter nog steeds fors. Dit komt bovenop alles wat in korte tijd verandert in de langdurige zorg. Mensen met een inkomen tot modaal zullen er 2% tot 5% op achteruit gaan. Het is belangrijk dat de gemeenten juist deze groepen vinden voor compensatie. Het wetsvoorstel vraagt in korte tijd veel van gemeenten. Ik noem een aantal punten die voor mijn fractie van belang zijn bij de uitvoering van deze wet. Zo is het van belang dat bij het vormgeven van het lokale beleid vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen worden betrokken. Er komt een handreiking van het TransitieBureau Wmo, waarin gemeenten worden geïnformeerd over de mogelijkheden van gericht maatwerk. Ik vraag de staatssecretaris om in die handreiking ook heel specifiek in te gaan op de meerkosten die mensen met een beperking maken. Ook moet wat de ChristenUnie betreft deze handreiking er snel komen, temeer omdat in de memorie van toelichting van de Wmo 2015 slechts summier wordt ingegaan op het compenseren van meerkosten. Wanneer denkt de staatssecretaris deze handreiking af te hebben?
Mevrouw Leijten (SP):
Die 268 miljoen die gemeenten krijgen is een stuk verminderd, omdat een fiscale regeling eerlijker is, maar moet volgens de ChristenUnie overeind blijven om de lage inkomens te compenseren. Daar ben ik toch een beetje verbaasd over. Want wat gaan we dan met de middeninkomens doen die niet terechtkunnen bij de fiscale regeling? Die is er namelijk helemaal niet alleen voor middeninkomens, maar voor specifieke zorgkosten. Het op een andere manier compenseren van langdurige zorgkosten moet via de maatwerkregeling. Of heb ik het verkeerd begrepen?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voor de ChristenUnie is van belang dat er een regel komt in de Wmo, op basis waarvan gemeenteraden kunnen besluiten tot compensatie van meerkosten voor chronisch zieken en gehandicapten. Wij vinden het belangrijk dat die regel in de Wmo komt, en niet in de bijstand, omdat de bijstand gericht is op de laagste inkomensgroepen en de Wmo ook de mogelijkheid geeft om hogere inkomensgroepen te compenseren. Wij denken dat hierdoor een beter evenwicht is ontstaan.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik ben nu een beetje in verwarring. Ik geloof dat u net tegen mevrouw Voortman hebt gezegd dat dat geld naar gemeenten moet voor de laagste inkomens. Ik heb gevraagd hoe de staatssecretaris gaat letten op de middeninkomens, aangezien die door gemeenten helemaal niet worden gezien, want categoriaal afgewezen. Nu moet die 268 miljoen euro niet alleen voor de lage inkomens, maar ook voor de middeninkomens gelden. Waar moeten gemeenten op gaan compenseren? Wie moet daarvoor in aanmerking komen? Moet dat niet landelijk bekend zijn, zodat het voor niemand nog onduidelijk is en iedereen kan zeggen: hier heb ik recht op?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb hier voor mij de tabel die mevrouw Leijten waarschijnlijk ook heeft gezien, een tabel over de inkomenseffecten. Belangrijke groepen die door gemeenten gecompenseerd moeten worden zitten vooral rond het minimum en tot modaal. Gemeenten kunnen daarvoor de bijstand inzetten, en er is ook nog een Wmo. De ChristenUnie wil gemeenten ruimte bieden om daarin een eigen afweging te maken, door te kijken welke groepen gericht moeten worden gecompenseerd. Ik kan het vanuit de Tweede Kamer gaan zitten dichttimmeren, maar ik ben bang dat het geld dan niet terechtkomt bij de mensen die het het hardst nodig hebben. Mijn zorgen liggen bij mensen die op het minimum zitten, wat wordt ondersteund door de tabellen die ik heb. Maar ik zie ook de middeninkomens en de mensen met een modaal inkomen, die wellicht ook onvoldoende gecompenseerd worden, zelfs met de fiscale aftrek. Daarom vind ik het nodig dat via de Wmo de mogelijkheid bestaat voor gemeenten om te compenseren.
Ik had het over de handreiking van het TransitieBureau Wmo. Wanneer denkt de staatssecretaris deze handreiking af te hebben? Er is op dit dossier ontzettend veel kennis bij veldpartijen. Wat de ChristenUnie betreft, moeten zij een actieve ondersteuningsrol krijgen. Als er geen vaart achter gezet wordt, zijn chronisch zieken en gehandicapten straks de dupe. Dat moeten we niet willen.
Voor de ChristenUnie is van groot belang dat de gevolgen van dit wetsvoorstel worden gemonitord, zodat inzichtelijk wordt op welke wijze de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten verbetert. De regering refereert aan haar monitor sociaal domein in de begroting van SZW. Naar ons idee is dat niet voldoende. Mijn fractie zou graag meer inzicht willen.
Voor de ChristenUnie is het belangrijk dat de bestaande groep cliënten die nu recht heeft op een tegemoetkoming, ook zichtbaar is in de eigen gemeente. De staatssecretaris geeft zelf de optie om aan het CAK de opdracht te geven om persoonsgegevens aan gemeenten door te geven, uiteraard alleen met toestemming van de betreffende persoon. Ik kan mij best voorstellen dat het voor gemeenten die kiezen voor een forfaitaire regeling belangrijk is om te weten wie er nu al gecompenseerd worden. Wil de staatssecretaris hierover in gesprek gaan met de VNG en het CAK?
Ik wijs de staatssecretaris erop dat de ChristenUnie al meerdere malen heeft aangekaart dat zij graag een anticumulatiemaatregel wil invoeren als het gaat om de eigen bijdragen die op het bordje van chronisch zieken en gehandicapten terechtkomen. De staatssecretaris moet het toch met mijn fractie eens zijn dat er een maximum is aan de eigen bijdragen die we van chronisch zieken en gehandicapten kunnen vragen. Dikwijls zijn we op de onmogelijkheid van de anticumulatiemaatregel gewezen, maar ik benadruk vandaag dat er wat ons betreft onderzocht dient te worden wat er mogelijk is. Daarom vragen wij een brief aan de staatssecretaris. Wil hij ons hierover voor de zomer informeren?
Mevrouw Keijzer (CDA):
Die laatste vraag is heel interessant. In de huidige Wmo zit trouwens gewoon die anticumulatiebepaling. Als die doorgezet wordt, is er niets aan de hand. Ik ben toch nog even geïnteresseerd in de blijdschap van mevrouw Dik over het feit dat gemeenten een forfaitaire bijdrage mogen verstrekken. Een forfaitaire bijdrage houdt in dat je een algemeen bedrag krijgt. Dat is in de huidige WTCG ook zo. Wat mevrouw Dik doet, is dat wat volgens de regering in de huidige maatregel niet goed is, presenteren als een oplossing voor middeninkomens op lokaal niveau. Zou mevrouw Dik dat kunnen toelichten, want ik snap dat niet.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik denk dat hier een belangrijke beleidsafweging ligt voor gemeenten. Een forfaitaire regeling is mogelijk op lokaal niveau. Er is ook een andere regeling mogelijk waarbij mensen individueel gecompenseerd worden. Door de gemeenteraden zal een afweging moeten worden gemaakt wat voor hun gemeente de beste oplossing is. Daar wil ik hier in de Tweede Kamer geen uitspraken over doen. Mijn pleidooi was dat de mensen die nu recht hebben op een tegemoetkoming, goed in beeld zijn, ook bij gemeenten. Wellicht is het daarbij behulpzaam dat gegevens die bij het CAK beschikbaar zijn, uiteraard alleen met toestemming, ook aan gemeenten worden verstrekt. Dat is mijn pleidooi geweest. Voor het overige verwijs ik naar de gemeenteraden.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Ik weet hoe het zit, want ik heb de stukken ook gelezen, maar daar gaat mijn vraag niet over. Het probleem met de huidige regeling is dat zij ongericht is. Daar gaan we een hele wetswijziging voor doen die gepaard gaat met een flinke bezuiniging. Mevrouw Dik zegt vervolgens dat het zo prachtig is aan de regeling dat er op lokaal niveau zo'n zelfde ongerichte tegemoetkoming mag worden verstrekt. Dan los je toch niks op, maar maak je het alleen erger?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Volgens mij brengen we de compensatie dicht bij mensen door het op gemeentelijk niveau neer te leggen. Ik heb er vertrouwen in dat gemeenten heel goed in staat zijn om te zien waar de doelgroep zit en hoe die op de beste manier gecompenseerd kan worden. Dat kan of via een forfaitaire regeling of via een gerichte compensatie. De afweging daarover laat ik over aan gemeenteraden.
Mevrouw Leijten (SP):
Mevrouw Dik heeft het gehad over de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, die al ingewikkeld genoeg is. Maar de compensatie van het eigen risico wordt ook even en passant afgeschaft. Wat zei de toenmalige CDA-minister Klink, ook onder uw verantwoordelijkheid? De ChristenUnie regeerde toen immers mee. Hij zei dat het argument om chronisch zieken en gehandicapten tegemoet te komen, is dat zij in verband met hun gezondheid te maken hebben met langdurige zorgkosten die zij niet kunnen vermijden. Verzekerden uit deze groep kunnen niet kiezen of zij al dan niet zorg gebruiken. Wat is er precies veranderd met de chronisch zieken en gehandicapten waardoor zij nu ineens niet meer gecompenseerd hoeven te worden voor dat eigen risico? Kunnen zij die zorgkosten volgens de ChristenUnie nu wel vermijden?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb aan het eind van mijn betoog juist aangegeven dat er grenzen zijn aan het eigen risico dat je kunt vragen van chronisch zieken en gehandicapten en ik heb gepleit voor het anticumulatiebeding. Tot nu toe horen wij steeds dat dat niet kan. Ik zou heel graag willen dat er wordt gekeken naar de mogelijkheden die er wel zijn.
Mevrouw Leijten (SP):
Uw handtekening staat onder het afschaffen van de compensatie van het eigen risico. Dan kunt u wel vragen om een anti-cumulatiebeding, maar uw handtekening staat onder die afschaffing. Dan zou je toch zeggen dat daar ook een visie achter ligt. De visie achter het introduceren van de compensatie van het eigen risico was dat chronisch zieken niet kunnen afzien van de zorgkosten en dat wij hen daarom daarvoor compenseren. Is dat volgens de ChristenUnie veranderd, zodat de compensatie van het eigen risico nu kan worden afgeschaft? Kunnen mensen afzien van hun zorgkosten als zij chronisch ziek zijn?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Uit de door mij ontvangen gegevens blijkt heel duidelijk dat de compensatie van het eigen risico geen gerichte maatregel is en ook terechtkomt bij mensen die de compensatie niet nodig hebben, terwijl er tegelijkertijd mensen zijn die wel compensatie nodig hebben maar die wij niet bereiken. Hetzelfde geldt voor de WTCG. Daarom hebben wij voorgesteld om dit allemaal op te nemen in een nieuwe regeling — dat staat in ons verkiezingsprogramma; dat kunt u allemaal nalezen — in de hoop en de verwachting dat we mensen die te maken hebben met grote zorgkosten, waaronder het iedere keer "volmaken" van het eigen risico, dan beter kunnen bereiken en beter kunnen compenseren.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik deel het standpunt van mevrouw Dik-Faber dat er grenzen zijn aan wat je kunt vragen van mensen met een chronische ziekte of een beperking. Ik vraag mij af waar die grens volgens mevrouw Dik-Faber zou moeten liggen. De PvdA is helder, want die heeft al gezegd dat er bij nieuwe onderhandelingen over bezuinigingen geen euro extra bezuinigd zal worden op de sociale zekerheid. Ik hoor graag van de ChristenUnie of ook zij van mening is dat er niet weer extra moet worden bezuinigd op zorg.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De groep van chronisch zieken en gehandicapten is een zeer kwetsbare groep die nu inderdaad veel maatregelen voor de kiezen krijgt. Ik kan natuurlijk niet tien jaar vooruitkijken. Dat is voor mij onmogelijk. Ik doe ook geen uitspraken over die periode, maar ik hoop dat ik mevrouw Voortman ervan kan overtuigen dat de ChristenUnie alles op alles zal zetten om verdere bezuinigingen voor deze groep te voorkomen. Ik heb ook heel goed begrepen dat deze groep niet alleen te maken heeft gehad met bezuinigingen maar ook met telkens nieuwe regelingen. Ik vind het heel belangrijk dat er nu rust komt voor deze doelgroep. Laten we nu met de nieuwe maatregelen aan de slag gaan. Dus geen verdere bezuinigingen. Daar zal ik mij echt hard voor maken. Garanties voor over tien jaar kan ik gewoon niet geven. Ik zou dat heel graag willen, maar dat kan niet. Het lijkt mij niet verstandig om dat te doen.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik vraag niet naar de situatie over tien jaar. Ik vraag naar de situatie in het komende voorjaar. Daar had de partijvoorzitter van de PvdA het over. De PvdA geeft duidelijk aan waar haar grens ligt. De ChristenUnie geeft dat niet aan. Mevrouw Dik-Faber kan heel veel mooie intenties hebben, maar ik maak hier toch uit op dat zij in ieder geval wel de mogelijkheid openhoudt dat de ChristenUnie na de bezuinigingen op de thuiszorg, de dagbesteding en nu de inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten weer gaat instemmen met maatregelen die de kwetsbaarste mensen raken.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat is een onterechte conclusie van de fractie van GroenLinks. Ik heb even gesproken over de situatie over tien jaar, omdat die ook aan het begin van dit debat aan de orde is geweest. Als komend voorjaar gesproken moet worden over bezuinigingen, zal de ChristenUnie niet instemmen met weer bezuinigen op de chronisch zieken en gehandicapten. Dat zullen wij niet doen. Ik heb al gezegd dat deze groep al een paar keer aan de orde is geweest; er moet nu rust komen voor deze kwetsbare mensen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2014 > januari
- 29-01-2014 - Bijdrage Carla Dik aan het voortgezet algemeen overleg Spoor (AO d.d. 22/01)
- 27-01-2014 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het notaoverleg Preventiebeleid
- 23-01-2014 - Schriftelijke vragen Carla Dik e.a. over beoordeling euthanasie door de Regio. Toets.com. Euthanasie
- 23-01-2014 - Inbreng Carla Dik: reactie op een motie van de leden Dik-Faber en Van Veldhoven over Ruit Eindhoven
- 23-01-2014 - Inbreng SO Carla Dik ten behoeve van Kabinetsbesluit gaswinning en verbetermaatregelen Groningen
- 22-01-2014 - Bijdrage Carla Dik inzake afschaffing algemene tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
- 22-01-2014 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Spoor
- 16-01-2014 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Hervorming langdurige zorg
- 15-01-2014 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Leefomgeving
- 15-01-2014 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Dierziekten en antibioticagebruik
- 10-01-2014 - Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over de voortgang van de capaciteitsverhoging op de Valleilijn
- 02-01-2014 - Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over de gaswinning in Groningen