Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat inzake Wet opslag duurzame energie
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister Kamp van Economische Zaken
Onderwerp: Wet opslag duurzame energie
Kamerstuk: 33 115
Datum: 28 november 2012
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Het nieuwe regeerakkoord toont ambitie voor duurzame energie. De doelstelling voor hernieuwbare energie is opgehoogd naar 16%. Maar hoe bereik je die 16%? Alle goede bedoelingen ten spijt, deze wet en het regeerakkoord missen een goede analyse van het kernprobleem: waarom blijft schone energie achter in Nederland? De ChristenUnie ziet dat de energiemarkt faalt. Goedkoop is duurkoop op de lange termijn als we doorgaan met de huidige modellen. We leunen te zwaar op fossiele energie. De kosten van vervuiling krijgen niet of nauwelijks een prijs. Het Europese emissiehandelssysteem ETS komt voorlopig nog niet eens in de buurt. Bovendien blijven we de komende decennia zwaar afhankelijk van oliesjeiks en gasbaronnen. Over een jaar of twintig is het Groningse gas op en het IMF waarschuwt dat de olieprijs binnen tien jaar kan verdubbelen. Naast ecologische zijn er dus ook belangrijke economische uitdagingen. Met de introductie van de opslag op de energierekening wordt geprobeerd marktfalen te herstellen. Ik mis echter een analyse over de oorzaken van het marktfalen en de effectiviteit van oplossingen. Momenteel gaat er veel overheidsgeld naar fossiele energie, vooral door belastingvoordelen. Een veel kleiner bedrag gaat naar schone energie. SDE en MEP bij elkaar opgeteld gaat het bij mijn weten om 900 miljoen in 2013. De oplossing van de nieuwe regering is: we sturen veel meer overheidsgeld naar schone energie, in 2020 bijna 4 miljard. De extra heffing mag door burgers en bedrijven worden opgehoest. Dat betekent dat diezelfde burgers en bedrijven straks flink gaan meebetalen aan een enorm inefficiënt systeem waarin we overheidsgeld rondpompen en waarbij het uiteindelijk maar de vraag is of we de doelstelling van 16% duurzame energie zullen halen. De ChristenUnie ziet in goede beprijzing van CO2 een effectieve oplossing. Waarom kiest de minister voor het riant belonen van biomassabijstook en niet voor het principe "de vervuiler betaalt"?
Natuurlijk moet zo'n systeem zorgvuldig worden ingevoerd. We hebben rekening te houden met concurrentie met het buitenland in bepaalde sectoren. Nederland moet niet zo ver uit de pas gaan lopen dat belangrijke productie en werkgelegenheid verdwijnen. De optie van een leveranciersverplichting wordt ook in het regeerakkoord genoemd. Hoe verhoudt die zich met deze wet? Hoe zit het met langjarige zekerheid en effectiviteit als er nu wordt gezegd: we voeren deze wet in maar binnen enkele jaren gaan we misschien wel met verplichtingen werken in plaats van met subsidie? Als een ding funest is voor de overgang naar duurzame energie is het wel onzekerheid. Een stabiel overheidsbeleid is nodig om burgers en bedrijven deze investeringszekerheid te bieden.
De extra heffing op de energierekening bestemd voor duurzame energie wordt geheven over alle energieopwekking. Het wrange is dat ook groene stroom duurder wordt in het nieuwe systeem en nog wranger is het dat met de opslag op de energierekening, bijvoorbeeld geheven over zonnestroom of windenergie, straks mogelijk kolencentrales worden gesubsidieerd. Subsidie voor bijstook van biomassa in kolencentrales gingen jarenlang via de MEP-regeling. Ik ben echt verbaasd dat we er weer mee gaan beginnen. Het subsidiegeld, opgebracht door burgers en bedrijven, gaat letterlijk en figuurlijk in rook op in een kolencentrale. Als we streven naar een kosteneffectieve inzet van belastinggeld roept het subsidiëren van kolencentrales bij mij veel vragen op. Subsidie zorgt bijvoorbeeld voor een kostendrukkend effect bij deze bedrijven. Daar zullen de aandeelhouders blij mee zijn. Hier lopen echter bedrijfsactiviteiten en maatschappelijke doelen door elkaar heen.
In plaats van kostbare subsidie te steken in technieken die echt schone energie, innovatie en werkgelegenheid bieden, worden de kosten van kolenstroom gedrukt. Biomassabijstook draagt weliswaar bij aan de doelstelling van 16% maar is een vergankelijke vorm van duurzame energie. Stel dat 7% van onze energievoorziening uit deze biomassabijstook bestaat, dan kan die 7% van de ene op de andere dag weer verdwenen zijn. Bovendien zijn er grote vraagtekens te plaatsen bij de eco-efficiëntie van de gehele keten van biomassa. Hoe duurzaam is het opstoken van biomassa, verscheept vanuit Braziliaanse of Canadese bossen? Het is goed dat in het regeerakkoord expliciet wordt geborgd dat het om gecertificeerde biomassa moet gaan, maar het PBL vraagt zich af of kan worden voldaan aan de hoeveelheden biomassa die nodig zijn om de doelen te halen.
De ChristenUnie heeft mede door deze kolensubsidie grote twijfels om het wetsvoorstel te steunen. Het kost veel geld maar brengt ons niet naar een echte omslag naar een schone economie. Voor wind op zee geldt dat we flinke stappen moeten zetten in de komende jaren. Daar is echter meer voor nodig dan subsidie voor realisatie.
Minstens zo belangrijk voor bedrijven om te investeren in windenergie is een netwerk en een stopcontact op zee. Wij vragen de minister wat zijn ambitie is.
De heer Paulus Jansen (SP):
De SP-fractie deelt de kritische houding van de ChristenUnie over de inzet van SDE voor het subsidiëren van kolencentrales. Begrijp ik goed dat de fractie van de ChristenUnie op het standpunt staat dat de SDE geen goed instrument is en dat puur geleund moet worden op het beprijzen van CO2-emisse?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
In de visie van de ChristenUnie is het ideaal als de vervuiler gaat betalen. Dat betekent energie op zo'n manier beprijzen dat CO2 een regulerend instrument wordt. Dat zou ideaal zijn. Op dit moment is dat niet het geval. Veel sectoren passen onder het Europese ETS. Dat systeem functioneert echter niet. Daarom zijn wij op zoek naar manieren hoe nationaal toch tot een systeem kan worden gekomen dat bijdraagt aan de doelstellingen die wij met elkaar willen bereiken. Aan de ene kant zetten wij graag in op een werkend Europees emissiehandelssysteem. Aan de andere kant proberen wij nationaal te bekijken welke mogelijkheden er zijn. De SDE-plus is een van die regelingen. Die vinden wij absoluut niet ideaal.
De heer Paulus Jansen (SP):
Dat is duidelijk. De vraag is of mevrouw Dik zegt dat de regeling niet ideaal is of dat zij zegt grote problemen te hebben om er überhaupt voor te zijn. Ik dacht dat de ChristenUnie in het verleden op dezelfde lijn zat als de SP en dat de SDE dus uitsluitend ingezet moet worden voor innovatieve technieken in de opstartfase. Dat is nog steeds het standpunt?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat is nog steeds het standpunt. De SDE-plus moet vooral ingezet worden voor innovatieve technieken die een periode van opschaling nodig hebben voordat de markt die kan overnemen. Dat is ons eindbeeld.
De heer Leegte (VVD):
Ik vind het een interessante gedachte van de ChristenUnie, dat het moet gaan om de CO2-prijs en niet meer om de rest. Is de ChristenUnie ervoor om, als wij na 2020 in Europa naar nieuwe instrumenten moeten zoeken, vooral te sturen op CO2 en alle andere verstorende instrumenten los te laten?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Lees ons verkiezingsprogramma. Het beprijzen van CO2 vinden wij het meest eerlijke systeem om de omslag naar duurzame energie te maken. Als je CO2 beprijst, wordt fossiele energie duurder en is het niet meer nodig om groene energie te subsidiëren. Dat is het hele verhaal over marktfalen dat ik net heb voorgehouden.
De heer Leegte (VVD):
Dat klopt. Dat betekent dus dat de ChristenUnie in Europa gaat pleiten om te stoppen met subsidies voor hernieuwbare energie en de doelstellingen voor energie-efficiency om uitsluitend te sturen op de CO2-norm. Ik verwelkom dat overigens van harte. Ik denk namelijk dat het slim is. Het is goed om dat met elkaar uit te spreken.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ChristenUnie is er voorstander van om subsidie gericht in te zetten voor innovatieve technieken en voor het opschalen van bepaalde technieken zodat de markt die kan overnemen. De ChristenUnie is ook voorstander van een systeem van CO2-heffing of -beprijzing. Dat is een eerlijk systeem. Ik zie echter dat het laatste systeem niet functioneert. Ik wil dus ruimte houden om, als het systeem niet functioneert of niet efficiënt is, via het instrument van subsidies bij te sturen. Dat is niet ideaal. Wij kunnen echter even niet anders, omdat het hele CO2-systeem niet werkt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Vindt mevrouw Dik dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen de manier waarop wij de opwekking van groene energie stimuleren, de inhoudelijke SDE-regeling over wat wel of geen subsidie krijgt, en de manier waarop wij het geld innen, via een opslag op de energierekening of een andere manier? Het voorstel gaat immers over een andere manier van innen van het geld. Los daarvan is er een discussie over hoe wij het geld in dat potje uitgeven. Wat zijn de principiële bezwaren van mevrouw Dik tegen deze manier van innen?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb geen principiële bezwaren tegen het heffen van belasting voor de SDE-plusregeling. Ik heb wel bezwaren tegen de inhoud van de SDE-plusregeling, omdat deze op onderdelen wordt ingezet voor systemen die deze regeling niet verdienen. Het grootste voorbeeld daarvan is de biomassabijstook in kolencentrales.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik snap waar de schoen wringt voor de ChristenUnie waar het gaat om de bijstook van biomassa. Ik maak me er alleen zorgen over, want er is geen een-op-eenkoppeling. Als de fractie van de ChristenUnie tegen dit wetsvoorstel stemt en de meerderheid van de Kamer haar daarin volgt, dan hebben wij nog steeds een instrument, maar geen financiering meer doordat die twee dingen niet gekoppeld zijn. Ik vroeg mij dus af of er nog een specifiek bezwaar was ten aanzien deze heffing. Ik begrijp dat dit niet het geval is. Ik ben benieuwd wat de reactie van mevrouw Dik is op mijn opmerking dat je door deze wet af te stemmen nog niet af bent van het instrument.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ben zeker niet specifiek tegen deze heffing. Ik zie echter wel dat die heffing in de loop der jaren ongelooflijk is uitgedijd. Als je uitgaat van het principe dat subsidie is bedoeld voor innovaties en voor opschaling van technieken, zou je eigenlijk nu een grote klap moeten maken en dan zou de subsidie langzaam moeten aflopen. Wat er echter gebeurt, is dat er een enorme oploop in de subsidie zit. De perspectieven zijn dat gezinnen jaarlijks tot €200 extra kwijt zijn aan deze heffing. Daar heb ik moeite mee. Wij halen dat geld bij gezinnen weg voor een subsidieregeling die eigenlijk het marktfalen moet corrigeren. Dat is mijn grote bezwaar.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Beschouwt de ChristenUnie dit vooral als een Europees probleem dat moet worden aangepakt? Mevrouw Dik haalt het ETS aan en zegt dat eigenlijk alles via CO2 zou moeten worden beprijsd. Of zou zij dit graag nationaal aanpakken?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het probleem heeft twee delen in zich. Er is absoluut een Europese aanpak nodig omdat onze economie niet ophoudt bij onze landsgrenzen. Er zijn heel veel bedrijven die Europees of zelfs mondiaal opereren. Daarom is een Europese of mondiale aanpak absoluut noodzakelijk. Tegelijkertijd vind ik het zeker verdedigbaar om naast Europees beleid, zeker als dat niet functioneert, te kijken wat je nationaal nog aan maatregelen kunt toevoegen om toch je doelstellingen te bereiken. Dat moet echter gebeuren zonder dat dit onze internationale concurrentiepositie schaadt.
In het wetsvoorstel is een structurele opbrengst van 1,4 miljard opgenomen en in het nieuwe regeerakkoord is sprake van een extra structurele bijdrage van 2,4 miljard. Er komt dus een miljard bij. De MEP-regeling loopt echter ook nog parallel met de SDE-regeling, nota bene tot 2030. Alles bij elkaar opgeteld, SDE, SDE-plus en MEP, gaat het in 2020 al om 3,8 miljard voor duurzame energie. De hoogte van deze bedragen roept bij mij veel vragen op. Wat betekent dit voor de energierekening van huishoudens en bedrijven? Gaat de rekening voor huishoudens straks in de richting van €200 extra per jaar in plaats van de in het wetsvoorstel genoemde €120? De ChristenUnie ziet in het uitkeren van subsidie geen doel, maar een middel om marktfalen te herstellen. Subsidiëring zou een tijdelijk karakter moeten hebben. Waarom wordt tot 2031 jaarlijks het bedrag opgehoogd, terwijl veel technieken juist binnen enkele jaren rendabel moeten en zullen worden? Het doel moet toch zijn dat technieken concurrerend worden? Moeten wij niet juist de komende jaren een flinke stap zetten waarna de markt het verder op kan pakken?
Nu al is er sprake van forse onderuitputting in de SDE. Een van de oorzaken daarvan is dat de indiening van onrealistische verdienmodellen ertoe leidt dat projecten uiteindelijk niet kunnen doorgaan doordat de businesscase niet rondkomt. Is de minister bereid om structurele oorzaken van onderuitputting tegen te gaan? Helpt het om het subsidieplafond zo fors te verhogen als het plafond nu al te hoog is? Of wordt het grootste deel van het budget straks in bijstook van biomassa in kolencentrales gestoken?
Ooit was de energiebelasting bedoeld om energiebesparing te bevorderen en om de lasten op arbeid en ondernemen te verlagen. Wij gaan nu weer een nieuwe fase in. De extra heffing boven de energiebelasting bedoeld om subsidie te genereren, heeft weer een geheel andere doelstelling. Inmiddels wordt de energiebelasting dankbaar gebruikt om de rijksbegroting sluitend te krijgen. De vraag is of de nieuwe heffing wel volledig naar duurzame energie gaat. Op de EZ-begroting wordt bijvoorbeeld een deel van de onderuitputting SDE 2012 gebruikt om tegenvallers bij ambtenarenpensioenen op te vangen. Directe bestemmingsheffingen zijn uitgesloten vanwege de strikte scheiding van inkomsten en uitgaven in de rijksbegroting, aldus de schriftelijke beantwoording.
Toch roept het veel vragen op dat de SDE-heffing niet per definitie in de SDE-pot terecht hoeft te komen. Ook de Raad van State plaatste hier kanttekeningen bij. Deze kanttekeningen zijn er ook gezien de onderuitputting van de laatste jaren. Graag krijg ik hier een reactie op van de minister.
Het is onduidelijk wat de compensatie in het regeerakkoord inhoudt voor kleinverbruikers die zelf stroom opwekken. Er komt een verschuiving van belasting van mensen met eigen energieopwekking naar mensen zonder. Hoe verhoudt dit voordeel voor kleinschalige particuliere producenten zich tot het wetsvoorstel? Kunnen we het tegen elkaar wegstrepen en is er dus netto geen voordeel? Hoe zit het met mensen die geen eigen dak hebben om zonnepanelen te plaatsen? Wordt hun energierekening dubbel verhoogd, dus met zowel de SDE-heffing als de schuif naar kleine opwek? Waarom is er niet gekozen voor het uitbreiden van de salderingsregels, bijvoorbeeld naar coöperaties?
Het kabinet laat kansen liggen. In het regeerakkoord is wel sprake van energiebesparing, maar het blijft volstrekt onduidelijk welke maatregelen hiertegenover staan. Uit alle onderzoeken blijkt dat kosten voor energiebesparing een veel hogere effectiviteit hebben dan alle andere maatregelen, zoals de SDE-plusregeling. Bovendien genereert een energiebesparingsfonds hoge maatschappelijke activiteit in de vorm van werkgelegenheid. Oprichting van de Groene InvesteringsMaatschappij kan leiden tot 2% of 3% meer hernieuwbare energie in 2020, maar beide revolverende fondsen uit het Lenteakkoord zijn door het nieuwe kabinet geschrapt.
Tot slot. De ChristenUnie had liever gezien dat de regering met fundamentele oplossingen was gekomen voor de energieproblematiek: niet gaten dichten via subsidie maar werken via verplichtingen en beprijzing van CO2, via vergroening van belasting en grondfondsen met lage rentelasten en verminderde regeldruk. Subsidies zouden eigenlijk beperkt moeten zijn tot kennisontwikkeling, innovatie en het opschalen van veelbelovende technieken. Dan krijgt schone energie op eigen kracht pas echt een eerlijke kans. Ik hoop dat een nationaal energieakkoord zoals voorgesteld door de SER daadwerkelijk tot deze stappen leidt.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2012 > november
- 29-11-2012 - Inbreng Carla Dik inz. Wijz. Rijksoctrooiwet 1995 ivm invoering beperkte veredelingsvrijstelling
- 29-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Klimaat
- 28-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat inzake Wet opslag duurzame energie
- 21-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad d.d. 28-29 november 2012
- 20-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat inzake Begroting Infrastructuur en Milieu
- 15-11-2012 - Inbreng Carla Dik inzake Wijziging Wegenverkeerswet 1994 ivm wijzigen tellerstand motorrijtuigen
- 15-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Contracteerruimte AWBZ 2013
- 15-11-2012 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek subsidies landbouw en visserij
- 13-11-2012 - Schriftelijke vragen Carla Dik over de aanpassing van station Meppel
- 10-11-2012 - Bijdrage Carla Dik aan het algemeen overleg Uitwerking extramuraliseren lichte zorgzwaartepakketten
- 08-11-2012 - Schriftelijke vragen Carla Dik: cumulatieve effecten natuur en milieu van activiteiten Waddengebied
- 05-11-2012 - Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over de studenten OV-chipkaart
- 02-11-2012 - Schriftelijke vragen Carla Dik en Gert-Jan Segers over anti-choice personalities lijst in Europa
- 01-11-2012 - Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik inz. Jaarverslag Regionale toetsingscommissie euthanasie 2011