Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Bouwopgave
Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerstuknr. 32 847
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik was vorige week in het kader van de herindelingsverkiezingen op bezoek in Rijsenhout in de Haarlemmermeer, een prachtig dorp aan de Westeinderplassen. Midden in het dorp ligt een gebied met lege kassen waar de gemeente graag zo'n 400 woningen wil bouwen, woningen met kwaliteit en passend bij de karakteristiek van het dorp voor verschillende doelgroepen. Zo sprak ik met een oudere mevrouw die graag wilde verhuizen naar een seniorenwoning, maar die is er niet. Als zij kan verhuizen, komt er een woning vrij voor een gezin met kinderen. Ook sprak ik een studente die graag terug wil naar de plek waar ze opgroeide, maar jongerenhuisvesting is er niet. En midden in het dorp is er een groot gebied met daar omheen woningen. Dat is dus dat vervallen kassengebied. Er kunnen geen woningen gebouwd worden, omdat de bestemming agrarisch is en omdat een bestemmingsplanwijziging niet mogelijk is vanwege het nabijgelegen Schiphol. Er mag wel een ontheffing worden gegeven voor 25 woningen en soms gebeurt dat ook, maar nu moet de gemeente dus zestien keer een ontheffing vragen om 400 woningen te kunnen bouwen. Ik denk dat dat voor zowel ambtenaren van het Rijk als van de gemeente over the top is. Aan de andere kant van het water, in Aalsmeer, is er wel een nieuwe wijk gebouwd, omdat de bestemming daar niet agrarisch maar bedrijventerrein was.
Voor mij is de situatie in Rijsenhout tekenend voor de bouwopgave en de problemen die we hebben. We moeten bouwen om de doorstroming op gang te helpen en specifieke doelgroepen te huisvesten: 75.000 woningen per jaar. Natuurlijk is de vraag waar we die laten. Wat de ChristenUnie betreft is dat niet in het groen, maar wel in verrommelde gebieden zoals in Rijsenhout.
De heer Koerhuis (VVD):
Ik ken de situatie in Rijsenhout niet precies, maar ik hoor de naam Schiphol vallen. Is de ChristenUnie het niet met ons eens dat Schiphol van nationaal belang is en dat het vooral moet kunnen blijven doorgroeien?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Laten we nou niet de hele luchtvaartdiscussie gaan betrekken bij een debat over de bouwopgave. Het punt dat ik hier schets, is dat er woningen worden gebouwd in Rijsenhout en in Aalsmeer. Dat kan kan ook gewoon, ondanks de nabijheid van Schiphol, maar er moet wel elke keer een ontheffing voor worden aangevraagd. De gemeente kan dus dat plan voor 400 woningen gaan opknippen in zestien partjes en zestien keer naar het Rijk gaan om een ontheffing te vragen en misschien krijgen ze die ook nog wel, maar dat kost gewoon heel veel tijd. Dat kost de gemeente heel veel tijd en dat kost het Rijk heel veel tijd. Als de minister daar gewoon even op bezoek gaat — daar wil ik haar zo meteen ook voor uitnodigen — kan ze het zelf zien. Het is zo logisch om daar woningbouw te realiseren. Ik wil hier echt niet helemaal de luchthavendiscussie in betrekken. Laten gewoon kijken wat er op deze plek mogelijk is.
De heer Koerhuis (VVD):
We vliegen allemaal graag en Schiphol is heel belangrijk voor onze economie. Ik begrijp ook dat mijn collega van de ChristenUnie, net als ik, niet precies de situatie daar overziet. Als er te krappe regionale woonafspraken zijn of een provincie die onnodig op de rem trapt, dan graag. Maar is mijn collega van de ChristenUnie het dan in ieder geval met mij eens dat Schiphol belangrijk is voor de economie en gewoon door moet kunnen groeien?
De voorzitter:
Dit is niet helemaal het bestek van dit overleg. U mag reageren mevrouw Dik-Faber, maar het hoeft niet.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ga hier niet uitspraken doen over luchtvaart waar we het hebben over de bouwopgave in ons land. Ik weet ontzettend goed hoe deze gemeente eruit ziet. Ik zal het ook voor de minister een beetje schetsen. Het is als een soort donut. Het is gewoon een cirkel waar allemaal huizen staan en midden in die cirkel staan allemaal leegstaande kassen, met ruitjes ingetikt en wietplantages. Er zijn allerlei zaken die we er niet willen hebben. Het is een woest terrein. We kunnen hier 400 woningen bouwen, waardoor de doorstroom op gang komt. Dat zou fantastisch zijn en het kan gewoon. We kunnen er ontheffingen voor verlenen, maar we moeten het wel willen.
De voorzitter:
De heer Ronnes van het CDA heeft daar ook een vraag over.
De heer Ronnes (CDA):
Ik wil me om te beginnen aansluiten bij de oproep aan de minister om daar eens met eigen ogen te gaan kijken. De tranen schieten je in de ogen. Ik ben er zelf geweest. Ik heb met twee gedeputeerden van de provincie aan tafel gezeten over dit onderwerp. Het is te bizar voor woorden dat inwoners van zo'n dorp zo lang in onzekerheid blijven zitten, dat de ontwikkeling van zo'n dorp stil staat en dat er gewoon niets gebeurt. Wat mijn waarneming is, is dat dit erg te maken heeft met het spanningsveld en de belangen van de provincie en van de individuele gemeente. Mijn vraag aan mevrouw Dik-Faber is eigenlijk of zij het met mij eens is dat wij als dat spanningsveld er blijkt te zijn, moeten kijken hoe wij dat spanningsveld weg kunnen nemen en dat het niet zo kan zijn dat het provinciale belang zo lang de situatie van de mensen in dit dorp tart.
De voorzitter:
Bent u dat met de heer Ronnes eens, is de vraag.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb mij uitvoerig laten informeren door mijn lokale mensen. Ik ben er ook in gesprek gegaan, niet alleen met mensen uit de gemeenteraad maar ook met mensen uit het dorp. Ik heb hier nog niet over gesproken met mensen vanuit de provincie, dus ik weet niet precies wat het provinciale belang hier is. Volgens mij hebben wij met elkaar één belang: woningen bouwen. "Leefbaarheid", hoor ik de heer Ronnes zeggen. Daar ben ik het ook helemaal mee eens. Ik zie dat er in deze Kamer heel veel discussie is over bouwen in het groen. Er zijn voorstanders en tegenstanders. Ik ben een tegenstander van bouwen in het groen, maar waar we het volgens mij allemaal over eens zijn is dat dit de plekken zijn waar we echt woningen moeten bouwen. Hier is geen levensvatbare tuinbouw meer mogelijk, dus laten we dit gebied gebruiken voor woningbouw.
De heer Ronnes (CDA):
Het wordt een erg technische discussie als ik hierop doorga, maar indirect heeft dit, dus dat het zo lang duurt, wel met de werking van de ladder te maken. Ik zou daar buiten de orde van deze vergadering graag eens met u over willen doorpraten om te zien of we een oplossing kunnen bedenken om dit soort problemen toch op te lossen.
De voorzitter:
Dat wil mevrouw Dik-Faber vast. Zij vervolgt haar betoog.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
We gaan vast een keer koffie met elkaar drinken en dan hoor ik heel graag wat het voorstel van de heer Ronnes is.
Voorzitter. Mijn vraag was: waar laten we die 75.000 woningen? Wat de ChristenUnie betreft niet in het groen, maar wel in verrommelde gebieden zoals Rijsenhout. Niet voor niets denken provincies en gemeenten 80 tot 100% van de opgave binnen bestaande kernen te kunnen realiseren, inclusief de nog niet gerealiseerde Vinex-opgave. Wat kan de minister doen om de mogelijkheden voor bouwen op dit soort verrommelde plekken vlot te trekken? En — daar komt-ie — is de minister bereid op bezoek te gaan in Rijsenhout? Hier ligt een enorme kans in de regio Amsterdam. Ik heb gehoord dat zij van harte welkom is.
Voorzitter. De stijgende huizenprijzen, de oplopende wachttijden en een bouwproductie die nog niet op het beoogde niveau is: het is goed dat de minister vanuit haar regiefunctie in gesprek is gegaan met de regio's waar de grootste knelpunten zijn. Afgelopen zomer heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur aangegeven dat er betere cijfers moeten komen over de regionale plancapaciteit en dat de kwaliteit van de monitoring omhoog moet. Zo hebben ze nog een aantal aanbevelingen. Wat is er met dit advies gebeurd? Het lijkt er namelijk op dat er nog steeds provincies zijn die hierin achterblijven. Sowieso vind ik het lastig om de vinger te krijgen achter de beschikbare plancapaciteit. Ik heb gelezen — ik denk dat het ook echt klopt, want ik zie net als mevrouw Bromet de inspanningen van provincies en gemeenten — dat er op landelijk niveau wel voldoende plancapaciteit beschikbaar is en dat er ook heel hard aan wordt gewerkt, maar dat is niet altijd in de regio's waar de behoefte het grootst is. Kan de minister daarop reflecteren?
Voorzitter. De ChristenUnie vindt het logisch om woningbouw te realiseren op plekken met een goede infrastructurele ontsluiting. In het MIRT wordt de koppeling gelegd tussen locaties voor woningbouw en infrastructuur. Voor de periode tot 2025 is er zeker voldoende duidelijkheid, maar ik krijg vanuit gemeenten zoals Utrecht signalen dat er voor de periode na 2025 een knelpunt is. Je ziet dat ook terug in de beschikbare plancapaciteit, die dan sterk terugloopt. Morgen wordt in deze Kamer het MIRT-debat gevoerd. Dan zal mijn fractie dit ook onder de aandacht brengen van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Voor nu de vraag: heeft deze minister het vertrouwen dat woningbouw en infrastructuur voldoende in samenhang worden opgepakt?
Voorzitter. Tot slot ga ik een aantal doelgroepen langs. Allereerst zijn dat ouderen. Er is een motie aangenomen inzake een ouderenakkoord in de Woonagenda. Ik heb de brief van de minister gelezen. Daarin schrijft zij dat zij "aandacht vraagt voor". Eigenlijk vind ik dat te mager. Wil de minister afspraken maken met onder andere gemeenten, ontwikkelaars en woningcorporaties?
Ook is er een motie van VVD en ChristenUnie aangenomen over tijdelijke huisvesting, bijvoorbeeld voor mensen uit de maatschappelijke opvang. Ik lees hier niets over. Wat gaat de minister doen om de motie uit te voeren?
Als derde punt noem ik de toegankelijkheid van woningen voor ouderen en mensen met een beperking. De minister is per motie opgeroepen om in overleg met gemeenten en bouwers meer toegankelijke woningen te realiseren. Heeft de minister hier actie op ondernomen? Kunnen we hier in de volgende woningmarktagenda over teruglezen?
Dank u wel.
Archief > 2018 > november
- 29-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Zwangerschap en geboorte
- 28-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Nucleaire Veiligheid
- 28-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Bouwopgave
- 26-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het wetgevingsoverleg Water
- 22-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het VAO Ziekenhuiszorg (AO d.d. 21/11)
- 22-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Nationaal Programma Groningen
- 21-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Medisch specialistische zorg / Ziekenhuiszorg
- 19-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan een wetgevingsoverleg betreffende de OCW-begroting onderdeel Cultuur
- 15-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan de Wet medezeggenschap cliƫnten zorginstellingen 2018 (re- en dupliek)
- 12-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan een wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5)
- 08-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het VAO Huuraangelegenheden (AO d.d. 26/09)
- 07-11-2018 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan de begroting Infrastructuur & Waterstaat (35 000-XII), inclusief het infrastructuurfonds (A)