Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid

dinsdag 16 februari 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Immigratie en Asiel van de vaste commissie van Veiligheid en Justitie aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   VAO Vreemdelingen- en asielbeleid (AO d.d. 04/02)

Kamerstuk:    19 637          

Datum:           16 februari 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUnie zal de motie van de heer Sjoerdsma over het oprekken van de beslistermijn naar vijftien maanden van harte ondersteunen en medeondertekenen, want het lijkt ons een heel slechte zaak om mensen nog langer in onzekerheid te laten.

Ik heb drie moties. De eerste gaat over de situatie in Bagdad zelf, waarover het ambtsbericht heel duidelijk is. De situatie is verslechterd ten opzichte van de keer daarvoor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het ambtsbericht concludeert dat de meeste burgerslachtoffers in Irak in de provincie Bagdad zijn gevallen, ten minste 1.586 doden en 4.138 gewonden binnen een gemeten periode van amper vijf maanden;

constaterende dat de stad Bagdad van dit burgergeweld niet is uitgezonderd;

verzoekt de regering, in lijn met het ambtsbericht de stad Bagdad eveneens aan te wijzen als 15c-gebied en het uitzettingsbeleid daarop aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Sjoerdsma, Voortman en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2134 (19637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er volgens een schatting van Europol circa 10.000 minderjarige asielkinderen in Europa zijn verdwenen en dat hierbij hoogstwaarschijnlijke criminele netwerken betrokken zijn;

verzoekt de regering, in het kader van het EU-voorzitterschap de hoogste prioriteit te geven aan de bescherming van kinderrechten en in overleg met andere lidstaten tot een gezamenlijk actieplan te komen om de vermiste kinderen op te sporen en te beschermen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2135 (19637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het WODC-onderzoek blijkt dat een overgrote meerderheid van de Ranov-vergunninghouders zich Nederlander voelt en wil naturaliseren, maar dit onder meer vanwege tegenwerking van het land van herkomst onmogelijk wordt gemaakt;

overwegende dat inmiddels om dezelfde reden is overgegaan tot versoepeling van het beleid voor etnische Armeniërs uit Azerbeidzjan;

verzoekt de regering, dezelfde versoepeling toe te passen op de resterende groep Ranov-vergunninghouders indien de vooruitzichten voor deze groep om te naturaliseren vóór 1 juli aanstaande niet zijn verbeterd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2136 (19637).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug