Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Beleidsnota "Wat de wereld verdient"

donderdag 20 juni 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een voortgezet algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking   

Onderwerp:   VAO Beleidsnota "Wat de wereld verdient " (AO d.d. 23/5 en 29/5)

Kamerstuk:    33 625

Datum:            20 juni 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De Kamer heeft inderdaad een heel lang debat met de minister gehad over dit komende beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Er komt ook nog een belangrijke brief van de minister over het bedrijvenfonds. Aangezien het nog niet duidelijk is, wil de ChristenUnie, en een aantal partijen met haar, een aantal punten voor dit fonds aan de minister meegeven in de volgende moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de discussie die recent over het Dutch Good Growth Fund heeft plaatsgevonden en de grote mate van onduidelijkheid omtrent de invulling hiervan;

overwegende dat de behoefte aan het fonds uit de markt aanzienlijk minder groot lijkt te zijn dan door het kabinet aanvankelijk werd verwacht;

verzoekt de regering, de opbouw van het Dutch Good Growth Fund te temporiseren zodat het fonds niet in drie jaar, maar bijvoorbeeld in vijf of zeven jaar, opgebouwd wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Jasper van Dijk, Sjoerdsma, Van der Staaij en Van Ojik.

Zij krijgt nr. 12 (33625).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister aangeeft dat activiteiten gefinancierd uit het Dutch Good Growth Fund maatschappelijk verantwoord en duurzaam moeten zijn;

constaterende dat de organisaties uit het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol spelen in het bevorderen van duurzaamheid en mvo;

constaterende dat de minister ervoor heeft gekozen om het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de vormgeving van het

Dutch Good Growth Fund;

verzoekt de regering, het fonds ook open te stellen voor relevante initiatieven vanuit het maatschappelijk middenveld voor investeringen in het mkb in ontwikkelingslanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (33625).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de premier op 14 november jl. in het debat over de regeringsverklaring stelde: "Waar het ontwikkelingsrelevantie betreft, verwijs ik naar wat ik eerder heb gezegd: dat wij zo veel mogelijk zullen proberen om het revolverend fonds onder de ODA-criteria te brengen";

overwegende dat exportfinanciering een vorm van gebonden hulp is die het ontvangende land meer schulden kan opleveren;

overwegende dat exportsteun tot dumping van westerse producten kan leiden, waarmee het lokale bedrijfsleven in ontwikkelingslanden niet kan concurreren;

verzoekt de regering, exportfinanciering geen onderdeel te laten uitmaken van het Dutch Good Growth Fund,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Jasper van Dijk, Van der Staaij en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (33625).

Mijnheer Voordewind, u bent door uw spreektijd heen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb nog een motie; ik ga deze heel in het kort voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de beleidsnota aangeeft dat Nederland in het kader van het uitbannen van extreme armoede en de post-2015 ontwikkelingsagenda inzet

op het verwezenlijken van een "social protection floor";

verzoekt de regering, programma's die bijdragen aan social protection binnen het speerpuntenbeleid blijvende aandacht te geven bij de toekenning van beschikbare budgetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Maij en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (33625).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug