Over Hendrik-Jan
- Fractiesecretaris
- Lid van de Eerste Kamer sinds 6 april 2021
Recent verkozen waterschappen en provinciale staten, een nieuw samengestelde Eerste Kamer, de presentatie van het voorgenomen regeringsbeleid op Prinsjesdag en het parlementaire debat daarover tijdens de algemene politieke beschouwingen, de aanstaande Tweede Kamer verkiezingen; de vertegenwoordigende democratie is volop zichtbaar en draait op volle toeren.
Een oude volkswijsheid luidt: “Soms is het middel erger dan de kwaal”.
Ten behoeve van dit debat over de Verzamelwet VWS leid ik uit die volkswijsheid twee denklijnen af. Ten eerste: het in te zetten middel moet zijn afgestemd op de kwaal. En ten tweede: het is mogelijk dat een middel zijn doel voorbij schiet en zelfs kan leiden tot het tegenovergestelde effect. Langs die twee lijnen wil ik mij richten op een specifiek onderdeel uit de verzamelwet waarmee mijn fractie moeite heeft, namelijk de voorgestelde wijziging van artikel 62 Geneesmiddelenwet.
Met enige regelmaat klinkt in deze vergaderzaal parlementair ongenoegen – ook van mijn fractie - over wetsvoorstellen die in mum van tijd in de steigers worden gezet en vervolgens met stoom en kokend water door de beide Kamers geloodst moeten worden. Wat er ook gezegd kan worden van de voorstellen die we vandaag behandelen, haastwerk is het bepaald niet geweest.