Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de herindelingen
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken aan een plenair debat met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderwerp: Herindeling van de gemeenten 's-Hertogenbosch, Maasdonk en Oss (33786) + Samenvoeging van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen (33787) + Samenvoeging van de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist (33788) + Samenvoeging van de gemeenten Bernisse en Spijkenisse (33789) + Samenvoeging van de gemeenten Alkmaar, Graft-De Rijp en Schermer (33790)
Kamerstuk: 33 786, 33 787, 33 788, 33 789, 33 790
Datum: 15 april 2014
De heer Segers (ChristenUnie):
Mijnheer de voorzitter. Gemeentelijke herindelingen leveren nogal eens gemengde gevoelens op. Emoties ook. Ik woon zelf in het mooie Hoogland, een dorp dat is geannexeerd, zoals dat plaatselijk heet, door Amersfoort. Dat heeft 40 jaar geleden plaatsgevonden en nog ieder jaar wordt Hoogland op 31 december ten grave gedragen en gaat er een rouwstoet door het dorp. Er is nog altijd verdriet over een besluit dat meer dan 40 jaar geleden is gevallen. Gemengde gevoelens, emoties. Wat in ieder geval één wetsvoorstel mij opleverde, is een aantal prachtige ritten door de groene Krimpenerwaard. Het waren prachtige tochten over de dijken langs de Hollandse IJssel. Dat was weer een geluk bij dit wetsvoorstel, want dat is werkelijk een prachtig gebied. Mijn opmerkingen over de wetsvoorstellen zullen ook voornamelijk, eigenlijk alleen maar, over dat gebied gaan.
Ik maak eerst een opmerking vooraf. We gaan van 16 gemeenten naar 5 gemeenten en dat is een fikse sprong. Dat is voor de ChristenUnie-fractie alleen denkbaar als die herindeling van onderop komt en draagvlak heeft, en als er voldoende aandacht is voor de eigenheid van steden, dorpen en gemeenschappen. Daarbij is heel belangrijk dat wij naar die gemeenten kijken als democratische gemeenschappen, met burgers die betrokken zijn bij hun gemeenschap, inspraak hebben en meedenken over de vormgeving van hun gemeenschap.
Dat brengt mij tot mijn eerste concrete vraag, die misschien vanavond lastig te beantwoorden is. Maar misschien ziet de minister kans om hem een andere keer te beantwoorden. Er zijn grote zorgen over het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen. Is er een verband te ontdekken tussen de grootte van een gemeente en de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen? Kunnen wij opnieuw bekijken, tegen de loep houden, wat opschaling doet met de betrokkenheid van burgers bij de democratische gemeenschap, waarin zij zeggenschap hebben en waarin zij willen en moeten kunnen meedenken over de vormgeving ervan? Dat is een algemene vraag naar aanleiding van de laatste verkiezingen. Ik ben daar benieuwd naar. Wat ons betreft zijn de opkomst en de betrokkenheid een punt van zorg. Ik zei al dat mijn opmerkingen betrekking hebben op de Krimpenerwaard. Bij de andere gemeenten constateren wij dat er draagvlak is en dat het proces zorgvuldig is verlopen. Wij laten dat voor wat het is en wensen die gemeenten heel veel sterkte met elkaar. Wij hopen dat ze met elkaar een mooie toekomst tegemoet gaan.
Nu ga ik in op de wat meer omstreden samenvoeging van de gemeenten in de Krimpenerwaard. Dit is een herindeling met een lange geschiedenis en veel emotie. Het nu voorliggende voorstel om te komen tot een K5-gemeente is de uitkomst van een lang proces dat wat mijn fractie betreft in ieder geval niet de schoonheidsprijs verdient. De gemeenten zijn er jarenlang niet uitgekomen. Het is echter helder dat een aantal gemeenten Krimpen er heel graag bij zou willen hebben, maar dat Krimpen dat zelf niet wil, althans vooralsnog.
Is de huidige oplossing duurzaam? Die vraag heb ik ook al bij interruptie gesteld. Is dit echt een duurzame keuze? Is de bestuurlijke inrichting van de Krimpenerwaard met dit wetsvoorstel een keuze voor de langere termijn? Ik ben ervan overtuigd dat de K5-gemeenten met elkaar een gezonde gemeente kunnen vormen, een vitale gemeente die een eigen karakter en bestuurskracht heeft en op eigen benen kan staan. Een gemeente die, naar ik hoop, ook recht kan doen aan de eigenheid van de verschillende kernen binnen die gemeente. Er moet echter geen herindeling plaatsvinden waarbij al heel snel het advies komt om die herindeling nog eens even over te doen. Ik doel nu op de buurgemeente Molenwaard, waarover alweer een advies is uitgebracht. Anderhalf jaar geleden is de gemeente Molenwaard gevormd en nu is er alweer sprake van verdere opschaling. Dat is niet duurzaam. Kan de minister dus garanderen dat dit in de Krimpenerwaard niet zal gebeuren en dat dit dus echt een duurzame keuze is?
Hetzelfde vraag ik voor de gemeente Krimpen aan den IJssel die voorlopig zelfstandig blijft. Het is immers goed voorstelbaar dat deze gemeente op een goed moment toch om zich heen gaat kijken. Wij krijgen de decentralisaties en daardoor komen er heel veel taken naar de gemeente. Dan zal dus echt de vraag voorliggen of dit een duurzame keuze is. Het zou heel onwenselijk zijn als wij op tamelijk korte termijn dit hele circus alweer optuigen en dat wij opnieuw de Krimpenerwaard ingaan. Ik ga graag over de dijken en door de groene weiden, maar het zou bestuurlijke drukte en verspilling van energie zijn als wij over pakweg drie jaar een nieuwe herindeling zouden moeten doorvoeren. Ook voor Krimpen aan den IJssel geldt dus de vraag of dit duurzaam is.
Ik herhaal nu toch maar de vraag van de CDA-fractie en voeg daaraan toe of het praktisch mogelijk is. Wij hebben een datum voor de herindelingsverkiezingen. Wij moeten de gemeenten natuurlijk ook de gelegenheid geven om echt van start te gaan. Is het praktisch mogelijk om bijvoorbeeld voor korte tijd uitstel te vragen om Krimpen op die manier nog een laatste kans te geven? Is dat een praktisch haalbare optie? Dat voeg ik toe aan de vraag die de CDA-fractie hier vanavond heeft opgeworpen.
Mijnheer de voorzitter. Wij zien dat Krimpen aan den IJssel een meer stedelijk karakter heeft en veel meer op Rotterdam georiënteerd is, terwijl de K5-gemeenten kleinschaliger zijn en agrarisch van karakter.
De voorzitter:
Ik denk dat de heer Schouw een interruptie heeft over het vorige punt.
De heer Schouw (D66):
Heel goed, voorzitter. Mijn zeer, zeer, zeer gewaardeerde collega van de ChristenUnie gaat namelijk ook mee met het gerucht van het CDA. Ik probeer daarom even na te gaan of er bij de ChristenUnie officiële berichten zijn binnengekomen over wat er allemaal in Krimpen aan de hand is. Heeft de ChristenUnie iets dergelijks bereikt? Of vindt de collega van de ChristenUnie het gewoon plezierig om achter roddels aan te jagen? Dat kan ook.
De heer Segers (ChristenUnie):
Om achter … ?
De voorzitter:
… roddels aan te jagen, zei de heer Schouw.
De heer Segers (ChristenUnie):
Nee, ik houd niet van roddels. Ik kan heel helder zijn. Ik ben het in dezen met mevrouw Fokke eens. Zij zegt dat ons een brief had moeten bereiken, als dat inderdaad zo pregnant zou zijn. Die vraag ligt dus niet voor. In mijn interruptie op de heer Litjens sprak ik hier ook al over. Als wij nu een besluit nemen en er over drie jaar met terugwerkende kracht achter komen dat wij beter even extra hadden kunnen wachten, omdat opeens de acute en breed gedragen wens naar voren kwam dat men toch graag één Krimpenerwaard zou willen vormen, zou dat ontzettend jammer zijn. Als wij er over drie jaar achter komen dat men toch één gemeente wil, is dat jammer, want dan blijkt dat wij nu te vroeg zijn geweest. Vandaar mijn vraag: is het praktisch mogelijk? Als het mogelijk is, zouden wij ons die tijd moeten gunnen.
De voorzitter:
Zonder herhalingen en kort graag, mijnheer Schouw.
De heer Schouw (D66):
Zeker, voorzitter. Als het over Krimpen gaat, zie ik voortdurend de burgemeester voor me die tijdens die bijeenkomst heel dominant vertelde wat de positie van de gemeente was. Het CDA gooit hier nu een voetzoekertje in het midden en wij happen allemaal toe. Dat vind ik een beetje raar. Ik versta de fractie van de ChristenUnie zo dat zij, als de raad of het college de komende dagen in staat is om nog een brief te sturen met een algeheel standpunt, die brief graag tegemoet ziet, maar dat zij vooralsnog vasthoudt aan stemmingen volgende week dinsdag.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dat is bijna goed. Wij moeten onszelf die ruimte gunnen als wij op korte termijn dat signaal krijgen. Wij zouden ons die tijd moeten gunnen. Dat zou mijn antwoord zijn, omdat wij moeten voorkomen dat wij dit hele festijn over drie jaar moeten overdoen. Dat zou zonde van de energie zijn. Wij moeten dus een helder signaal hebben, dat moet op korte termijn komen en dan kunnen wij ons inderdaad die vrijheid gunnen. Wij kunnen het de gemeente niet aandoen om dit eindeloos uit te stellen en daar waar de samenwerking al vorm krijgt, nog eens de tijd te nemen. Dat is inderdaad te veel gevraagd.
De heer Litjens (VVD):
Wij hebben zojuist al gesproken over de toekomstbestendigheid. Daar maak ik mij niet zo'n zorgen over. Ik maak mij wel zorgen over de al dan niet hoax die mevrouw Van Toorenburg nu in het debat heeft gebracht. Ik heb eens geturfd en ik constateer dat van de 21 zetels die er in Krimpen in de raad zijn te vergeven, er 15 in ieder geval campagne hebben gevoerd voor een zelfstandig Krimpen. Daar hebben de mensen voor gekozen. Mocht zo dadelijk uit de coalitieonderhandelingen blijken dat er twaalf zetels toch maar voor K6 kiezen, is dat volgens de heer Segers dan de stem van het volk? Er zitten er nu twaalf aan de onderhandelingstafel, dat heb ik ook opgezocht. Is hij van mening dat wij dan over drie weken met een gerust hart kunnen zeggen: doe maar de K6? Of is dat toch een klein beetje volksverlakkerij?
De heer Segers (ChristenUnie):
Het is interessant dat de heer Litjens dit nu zegt na zijn interruptiedebatje met de heer Van Raak. De heer Van Raak is van mening dat wij referenda moeten organiseren, want alleen dan hoor je stem van het volk. Ik voel mij meer thuis bij de VVD-fractie, die zegt dat wij een representatieve democratie hebben en dat dat de geëigende kanalen zijn. Stel dat een meerderheid van de gemeenteraad zegt: wij zien wat er op ons afkomt met die decentralisatie, wij maken ons ernstig zorgen over de bestuurskracht en wij denken dat wij nu deze kans moeten grijpen, dan is dat een geëigende manier om dat te uiten vanwege die representatieve democratie die de heer Litjens zegt te omarmen.
De heer Litjens (VVD):
Volgens mij is dat niet zo raar. Als ik constateer dat er vijftien zetels campagne hebben gevoerd voor een zelfstandig Krimpen en er twaalf daarvan nu constateren dat het wellicht toch verstandig is om voor K6 te kiezen, dan zou er toch volgens de heer Segers in ieder geval nog een rondje langs de samenleving moeten worden gemaakt, of dat nu via een volksraadpleging of een referendum gaat? Ik heb net al gezegd dat het mij om het even is. Ik kan mij voorstellen dat de heer Segers zich ook daartoe aangesproken moet voelen.
De heer Segers (ChristenUnie):
De heer Litjens gaat ervan uit dat de kiezers maar vanwege één item op die partijen hebben gestemd, namelijk de gemeentelijke herindeling, want zij hebben campagne gevoerd op dat punt. Dat zou dan het doorslaggevende punt zijn. Dat weet ik niet. Wij hebben een vertegenwoordigende democratie juist omdat wij dan alle belangen kunnen afwegen. Ik hoef het de heer Litjens niet uit te leggen, want hij is er een aanhanger van. Dan moeten wij de gemeenteraad serieus nemen, omdat hij zicht heeft op de bestuurskracht en op de taken die op de gemeente afkomen. Nogmaals, laten wij het niet groter maken dan het is, want het is maar zeer de vraag of die brief er komt.
Mijn vraag aan de minister is nu: stel dat die brief er komt, is het dan praktisch mogelijk om, als er een klein muizengaatje is, dat vooralsnog open te houden? Ik weet niet of het komt, maar ik zou die mogelijkheid in ieder geval willen openhouden. Ik vervolg mijn betoog. Het ging daarbij over het verschil tussen aan de ene kant het wat stedelijke karakter van Krimpen en aan de andere kant het kleinschalige, agrarische en landelijke karakter van de rest van de Krimpenerwaard. Gezien die verschillen denk ik dat die vijf gemeenten prima bij elkaar passen en dat dit geen probleem voor de toekomst hoeft te zijn. Maar stel dat Krimpen aan den IJssel voor een partner in de toekomst aan de andere kant van de IJssel gaat kijken en gaat samenwerken met het Rijnmondgebied, dan zou dat op termijn kunnen betekenen dat zo'n stedelijke gemeente met één voet in de Krimpenerwaard staat. Mijn vraag is dan wat dat met de Krimpenerwaard zou doen. Als je aan de ene kant de gemeente Gouda hebt en aan de andere kant een Rijmondgebied, wordt de Krimpenerwaard, die toch een landelijke gemeente is, dan niet een beetje vermalen? Dus ook in dit opzicht is mijn vraag hoe duurzaam deze oplossing is.
Bij herindelingen is het altijd van belang dat er draagvlak is en dat opschaling van onderaf komt. In dat opzicht is het goed om op te merken dat de gemeenten Bergambacht en Nederlek het liefste zelfstandig willen blijven, maar eigenlijk worden gedwongen om mee te doen. En als ze dan meedoen, hadden ze liever een K6 gehad, maar dat terzijde. In ieder geval heeft het toch een beetje het karakter van een gedwongen huwelijk als het om deze gemeenten gaat. Welke mogelijkheden ziet de minister om de zorgen bij deze gemeenten weg te nemen juist vanwege dat draagvlak en juist vanwege het belang van het proces onderop? Ziet hij kans om deze gemeenten daarin volledig mee te nemen en de zorgen bij deze gemeenten weg te nemen?
Ik heb met instemming gelezen dat de gemeenten samen een nieuw werkdocument, een visievorming, hebben opgesteld. Het gaat dan om het kernenbeleid en dat ook echt recht wordt gedaan aan die kernen en aan de voorzieningen. Nu hebben wij het vaker gehad over de uitkering die dan naar gemeenten gaat en je zou kunnen zeggen dat zij een flinke armoedeval maken. Wij hebben dan toch als resultaat een gemeente met minder inkomsten, waar wij tegelijkertijd recht willen doen aan de kernen en de eigenheid van die kernen. Hoe voorkomen wij dat de aandacht voor de kernen en de voorzieningen in die kernen onder druk komen te staan als gevolg van deze herindeling? Die gemeenten hebben met elkaar die visie opgesteld, maar is daar steun voor en kunnen wij die gemeenten inderdaad in positie brengen zodat de eigenheid van die kernen overeind blijft?
Bijna tot slot heb ik nog een kleine opmerking over de gemeente Ouderkerk. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt die gemeente een beetje afgeschilderd als het lelijke eendje, als bestuurlijk zwak en dat het financieel nodig zou zijn om op te schalen. Dit staat op pagina 14. Ik heb daar navraag naar gedaan en men verzekerde mij dat dit niet waar is. Het is een financieel gezonde gemeente. Wat mij betreft moet dat dus worden rechtgezet. Ik hoop dat de minister dat kan en dat hij erkent dat het een gezonde gemeente is die niet uit financiële noodzaak moet herindelen. Een kleine rehabilitatie is wat mij betreft dan ook op zijn plaats.
Helemaal tot slot herhaal ik maar dat uitstel van bijvoorbeeld een jaar of nog langer onverantwoordelijk is. Ten eerste zijn de gemeenten al lang bezig en werken ze ambtelijk samen. En ten tweede: als er dan toch dat kleine muizengaatje is — en ik heb de vragen gesteld — moeten wij onszelf niet tekortdoen. Een heel korte pas op de plaats zou dan wellicht een optie zijn. En anders moeten deze gemeenten inderdaad van wal en moeten zij met elkaar verder en zullen zij het met z'n vijven moeten doen. Het heeft nu nog een beetje het karakter van een gedwongen huwelijk, zo zullen wij het maar noemen. Er zijn gemengde en verschillende gevoelens in de verschillende gemeenten en het heeft niet de schoonheidsprijs gewonnen. De fractie van de ChristenUnie is er echter van overtuigd dat in dit prachtige gebied een prachtige, bestuurskrachtige gemeente kan ontstaan die inderdaad recht kan doen aan de kernen, die het goede voor de bevolking kan zoeken en waarin men langdurig met elkaar kan optrekken. Het kan inderdaad een heel mooie gemeente worden.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2014 > april
- 16-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Evaluatie Wiv 2002 (rapport commissie Dessens)
- 15-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat inz. Wijziging Penitentiaire beginselenwet ivm invoering elektronische detentie
- 15-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de herindelingen
- 10-04-2014 - Inbreng Gert-Jan Segers ten behoeve van Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche
- 09-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan Voorstel wet Leden Bergkamp, Van Ark, YĆ¼cel e.a. ivm annuleren enkele-feitconstructie Algemene wet gelijke behandeling
- 09-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over afluisteren door de NSA en de rol van Nederland daarin
- 03-04-2014 - Schriftelijke vragen Gert-Jan Segers over Thuisprostitutie
- 03-04-2014 - Inbreng Gert-Jan Segers tbv Wijz. Wetboek Strafrecht tbv maatregelen bestrijding voetbalvandalisme
- 03-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan plenair debat inzake Wijziging Wetboek Strafvordering ivm de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie
- 02-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het VAO Stelsel gefinancierde rechtsbijstand (AO d.d. 26/03)
- 02-04-2014 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan een plenair debat over de Wet positie en toezicht advocatuur