Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over het sluiten van deals met criminelen

donderdag 13 maart 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een plenair debat met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en staatssecretaris Wiebes van Financiën    

Onderwerp:   Debat over het sluiten van deals met criminelen

Kamerstuk:    33 750 – VI

Datum:            13 maart 2014

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. De brief die wij vanmiddag van de minister hebben ontvangen naar aanleiding van de Nieuwsuuruitzending van afgelopen dinsdag beantwoordt een aantal vragen, maar er zijn voor de ChristenUnie-fractie nog steeds veel vragen onbeantwoord. Een cruciale vraag voor mijn fractie luidt: waarom is in de overeenkomst van 15 juni 2000 tussen onder meer officier van justitie Teeven en drugscrimineel Cees H. in artikel 5 overeengekomen dat partijen niemand informeren over de schikking? Expliciet staat er dat er in dit verband noch direct, noch indirect mededelingen worden gedaan aan de Belastingdienst. Wat was het belang van de Staat om de Belastingdienst onwetend te houden? Hoe verhoudt zich dat tot de ontnemingsrichtlijn van het College van procureurs-generaal? Als deze niet zou gelden, zoals de minister betoogt, waarom neem je dan zo'n bepaling in de beschikking op? Wat was er gebeurd als er geen overeenkomst was gesloten? Had er dan geen belasting geheven kunnen worden over de 6 miljoen gulden waarop beslag was gelegd? Hadden we dan als Staat geen 3 miljoen gulden binnen gehad in plaats van de 750.00 gulden die nu is geïnd?

Gezien de wederzijdse verplichtingen om de Belastingdienst niet te informeren, is het des te vreemder dat de minister schrijft dat belastingheffing de verantwoordelijkheid is van de belastingplichtige zelf, terwijl Cees H. volgens de overeenkomst de Belastingdienst niet mocht informeren. Ik kan dat moeilijk met elkaar rijmen.

Ook over de bedragen blijven er vragen. Er lag een claim van 500 miljoen gulden. De beslaglegging betrof ruim 5 miljoen gulden, wat in de loop der jaren door het rendement opliep tot 6 à 7 miljoen gulden, maar de minister blijft spreken over 2 miljoen gulden. Ik wil hierover helderheid. Het is heel feitelijk: hoeveel is er overgemaakt van de inbeslaggenomen rekeningen en hoeveel is er door het OM teruggestort op een Nederlandse rekening? Wat hield Cees H. hieraan over? Klopt het dat het om 6 miljoen gulden ging en hoe verhoudt zich dat tot de 2 miljoen waarover de minister schrijft? Klopt het dat het College van procureurs-generaal pas achteraf toestemming heeft verleend voor deze schikking en waarom was dat pas achteraf?

De minister doet geen mededelingen over de aard van de andere schikkingen, alleen over de kwantiteit. Ik heb die nadere toelichting wel nodig om dit te kunnen wegen. In het briefje van zojuist, vierenhalf A4'tje als reactie op 93 vragen — dat vind ik bijzonder karig — geeft de minister aan dat er eigenlijk geen regels waren voor dit soort situaties. Maar in Nieuwsuur zegt toenmalig procureur-generaal, de heer Steenhuis, dat hij nooit goedkeuring zou verlenen aan zo'n overeenkomst. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar?

De staatssecretaris heeft gisteren gezegd: ik heb niets fout gedaan. Eerder heeft hij in het boek getiteld De waarheid bestaat niet, gezegd dat deze overeenkomst de schoonheidsprijs niet verdient. Dat is waar. Of het is een overeenkomst waarop wat viel af te dingen of hij heeft niets fout gedaan. Hij heeft beloofd dat er antwoord gaat komen op alle vragen die wij hebben. Dat waren zijn laatste woorden in het interview: de minister gaat u alles vertellen. Wij zien daarnaar uit.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug