Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenaire debat inzake de Begroting Binnenlandse Zaken

dinsdag 18 december 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers aan het plenaire debat inzake de Begroting Binnenlandse Zaken

Onderwerp:   Begroting Binnenlandse Zaken

Kamerstuk:    33 400 - VII

Datum:            18 december 2012

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag had Trouw-columnist en hoogleraar Nederlandse geschiedenis James Kennedy een filmtip voor de minister, want binnenkort komt Steven Spielbergs film over Abraham Lincoln uit en het zou heilzaam zijn als de minister het adagium van Lincoln ter harte zou nemen: "democratie is de regering van het volk, voor het volk en door het volk". Ik onderstreep die hartenkreet van Kennedy zeer. Dit kabinet stelt zich, zoals geformuleerd in het regeerakkoord, tot doel om de overheid "goedkoper, flexibeler en efficiënter te laten werken". Daar waar dit leidt tot een steeds grotere afstand tussen bestuurders en burgers, moet dit kabinet inderdaad weer in de leer bij Lincoln. De overheid is namelijk geen bv, maar is het bestuur van mensen, voor mensen en door mensen.

De decentralisatie van de taken van het Rijk naar gemeenten maakt meer maatwerk mogelijk en kan de betrokkenheid van burgers vergroten. Let wel: "kan". Als dit van de weeromstuit leidt tot gemeenten met minimaal 100.000 inwoners, minder raadsleden en vervanging van twaalf provincies door vijf landsdelen waar geen burger iets mee heeft, is het middel echter vele malen erger dan de kwaal. Hoe groot is de kans dan nog dat een burger en zijn democratische vertegenwoordiger elkaar in de ogen kunnen kijken en elkaar persoonlijk kunnen spreken? Lokale democratie wordt zo het bestuur van enkelingen, door enkelingen, voor iedereen. Misschien is dat heel efficiënt, maar het is steeds minder democratisch in de door Lincoln bedoelde zin.

Heeft het kabinet zich rekenschap gegeven van het onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen, waaruit blijkt dat bestuurlijke schaalvergroting uiteindelijk niet tot kostenbesparing leidt? Bovendien pakte grootschaligheid slecht uit bij woningcorporaties, ziekenhuizen en scholen. Wat geeft het kabinet dan de overtuiging dat dit bij het lokale bestuur wel goed uitpakt? En is er nog ruimte voor maatwerk? Als het kabinet vasthoudt aan deze plannen, ontstaan in sommige regio's immers echt wanstaltige gemeenten. In de noordelijke provincies blijven nog maar een paar gemeenten over en Goeree-Overflakkee, dat net één gemeente heeft gevormd, mag op zoek naar een ander eiland om mee te fuseren, omdat het nog niet de helft van het benodigde aantal inwoners heeft. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?

Het beleid bij gemeentelijke herindeling was altijd dat die van onderop zou moeten komen. Hoe verhouden de nieuwe norm van 100.000 inwoners en de nu al ingeboekte bezuiniging zich met het uitgangspunt dat herindelingen een keus van de gemeenten zelf moeten zijn? Hoe gaat het kabinet om met de mogelijkheid dat provincies een opschaling niet zien zitten? Welke burgers hebben gevraagd om die provinciale opschaling?

Er liggen een beleidskader en een hernieuwd beleidskader voor gemeentelijke herindeling. Ondanks vele debatten was er vaak onduidelijkheid over de criteria waaraan werd getoetst, Dit gold vooral controversiële voorstellen. Hoe zal de minister herindelingen toetsen? Komt hij met een nieuw beleidskader? Zo ja, op welke termijn?

De vermindering van het aantal raadsleden is in de optiek van mijn fractie een sterk staaltje symboolpolitiek met mogelijk gevaarlijke gevolgen. De controlefunctie van de gemeenteraad staat al onder spanning door de werkdruk van raadsleden. Daar komt nog bij dat gemeenteraden door decentralisatie veel meer te verwerken krijgen. Jaarlijks terugkerend onderzoek laat telkens weer zien dat de raadsleden amper tijd hebben voor contacten met de burger. Met minder raadsleden die steeds meer te doen krijgen, is lokaal bestuur straks een professie van een enkeling. Nogmaals, het is misschien reuze efficiënt, maar steeds minder bestuur van, voor en door het volk. Deze onzalige plannen verdienen ernstige heroverweging en ik hoop dat Abraham Lincoln en wellicht ook de film over zijn leven, de minister daartoe aanmoedigen.

Dan krimp. Met het oog op alle megalomane bestuurlijke plannen vraag ik namens mijn fractie of het kabinet überhaupt nog oog heeft voor krimpregio's. Of blijft het zich blind staren op schaalvergroting? Behalve in het deel Gemeentefonds over het doen van onderzoek naar krimpregio's, lees ik hierover namelijk niets in de begroting of in het regeerakkoord, terwijl dit een groeiend probleem is. Ik krijg hierop graag een reactie van de minister. Hoe kunnen krimpgemeenten samenwerken om bedrijvigheid te stimuleren en scholen en andere voorzieningen open te houden? Verschillende ministeries hebben met dit onderwerp te maken, maar er is geen onderlinge coördinatie. Zou het niet beter zijn als één minister de kar zou trekken? Mijn fractie ziet voor deze minister de schone taak weggelegd om "coördinerend minister krimp" te worden.

Democratie staat of valt met de rechtsstaat en de ruimte voor verschillende overtuigingen. Het vorige kabinet wilde meer verantwoordelijkheid bij de samenleving leggen, maar als de religieuze organisaties hun verantwoordelijkheid wilden nemen, werd het hen regelmatig moeilijk gemaakt. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de discussies die zijn ontstaan over het werk van Youth for Christ in Amsterdam en het Scharlaken Koord in Deventer en Haarlem. Als religieuze instellingen het werk in de samenleving oppakken, ontstaat er regelmatig discussie over subsidies en de in dit geval niet ter zake doende scheiding tussen kerk en Staat. Wat is de visie van de minister op dit punt?

Sommige politici lijken last te hebben van religiestress. Ik geef een paar voorbeelden: het einde van de kleine religieuze omroepen, de discussie over een wet op godslastering en de gewetensbezwaarde ambtenaar die tien jaar geleden wel op tolerantie kon rekenen maar nu niet meer. Ik noem ook de nieuwste D66-issues: het verhuisinformatiedoorgifteverbod voor kerken en het voorstel tot afschaffing van de Zondagswet. Wat op het spel staat, is een ontspannen omgang met verschillen en ruimte voor geloof en minderheden. Welke visie heeft de minister op godsdienstvrijheid? Nog specifieker: welke boodschap geeft de minister mee aan gemeenten die goed functionerende maatschappelijke organisaties niet meer willen inhuren vanwege een geloofsovertuiging of een bepaalde kleur?

Omdat één partij wel heel speciaal last lijkt te hebben van religiestress, bied ik de vertegenwoordiger van die partij graag een helpende hand. Het gaat uiteraard om D66. Ik heb hier een zelfhulpboek dat ik via u, mevrouw de voorzitter, graag aan collega Schouw aanbied. Het heet: Religiestress, hoe je te bevrijden van deze eigentijdse kwelgeest.

De voorzitter:

Ik zeg tegen u hetzelfde als ik tegen iedereen zeg die via mij iets wil aanbieden. Iets wat ik niet kan toevoegen aan de Handelingen, kan niet via mij worden aangeboden. U bent echter zeer wel in staat om als u straks wegloopt na uw inbreng, even langs het tafeltje van de heer Schouw te lopen en dat boek zelf aan hem te overhandigen. Ik weet zeker dat u dat ook zonder mij kunt doen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat zal ik doen. Ik zie zeer uit naar dat moment en nog meer naar het moment dat de heer Schouw het boekje heeft gelezen en wij erover kunnen doorpraten.

De voorzitter:

Daar horen wij vast meer over. Gaat u verder.

De heer Segers (ChristenUnie):

Democratie is het bestuur door mensen, mensenwerk dus, en mensen zijn soms zwak. De afgelopen tijd zijn verschillende bestuurders in opspraak gekomen door belangenverstrengeling en waren er grote twijfels over hun integriteit.

Mijn fractie steunt de initiatieven van de minister op dit terrein, maar tegelijkertijd weten wij dat moraal nooit per wet kan worden opgelegd. Soms is de minister in dezen vooral aangewezen op management by speech en niet direct op een extra recherche. Op welke manier gaat de minister blijvende aandacht vragen voor dit ernstige probleem?

Hieraan is verbonden het belang van kritische media. In dit licht wil ik de minister vragen naar de rol van lokale media in de lokale democratie, nu de regionale pers en omroepen het steeds zwaarder hebben. De lokale democratie wordt in steeds mindere mate beschermd door een lokale waakhond: die van de lokale media. Ik daag de minister uit om hiernaar onderzoek te doen en bij de Kamer terug te komen met bevindingen en aanbevelingen.

De ChristenUnie-fractie is benieuwd naar de visie van de minister op een mogelijke aanpassing van de Grondwet. We hebben een Staatscommissie herziening Grondwet gehad. Wat gaat de minister met de bevindingen doen?

Ik dank de minister voor de antwoorden van eind oktober op de schriftelijke vragen van mijn fractie over kinderrechten op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Wij zijn blij dat sinds 2009 behoorlijke stappen zijn gezet op dit terrein. De minister gaf echter aan dat er nog veel moet gebeuren. Dat blijkt ook uit een onderzoek van UNICEF, dat nu in een afrondende fase is en waarvan de eerste resultaten dit najaar bekend werden gemaakt. Welke maatregelen denkt de minister concreet te gaan nemen om de kinderrechten in het Caraïbisch deel van Nederland beter te waarborgen? Uit de antwoorden van de minister blijkt dat kinderen in Nederland niet altijd gelijk worden behandeld. Het is goed dat er maatwerk plaatsvindt, maar het zou voor kinderen niet moeten uitmaken waar zij in het Koninkrijk leven; dus waar in Nederland, want we hebben het over drie Nederlandse gemeenten in het Caraïbisch deel van Nederland. Is de minister dat met ons eens? Tijdens de behandeling van de begroting voor Koninkrijksrelaties heb ik een motie ingediend die wilde zorgen voor een herschikking binnen de begroting. De voorganger van deze minister zag hier ruimte voor. Is de minister bereid om dit op te pakken?

Volgens mijn fractie verloopt de communicatie tussen het Rijk en de BES- eilanden niet gesmeerd. De heer Heijnen sprak daar al over. De rijksvertegenwoordiger constateert dat de BES-eilanden worden overspoeld door wetgeving uit Den Haag. De rijksvertegenwoordiger zei in het laatste rapport letterlijk het volgende: "Het is een illusie om te veronderstellen dat de eilanden met hun beperkte bestuurscapaciteit in staat zouden zijn om het tempo van de Nederlandse beleidsmachines bij te houden [...] De lawine aan regelgeving die per 10-10-10 over de eilanden is uitgestort, vraagt veel van de eilanden, te veel vaak". Welke maatregelen kan het Rijk nemen om die lawine aan regelgeving te verminderen? Hoe kan de minister zijn ondersteuning vergroten, zodat de vertegenwoordiger de openbare lichamen kan bijstaan bij het verwerken van de Nederlandse ondersteuning? Deze situatie versterkt de overtuiging van mijn fractie dat een liaisonkantoor, hier in Den Haag, namens Bonaire, Sint-Eustatius en Saba onontbeerlijk is. Graag een reactie.

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan mevrouw Voortman van GroenLinks. Ondertussen biedt de heer Segers zijn boek aan de heer Schouw aan, die er heel blij mee lijkt te zijn.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug