Debat over het eindverslag van de informateur
Bijdrage Gert-Jan Segers aan een plenair debat met informateur Mariëtte Hamer
7 september 2021
Kamerstuknr. 35788
De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Dit weekend stond er een collega van ons op een demonstratie in Amsterdam. Die verkondigde daar dat hij de overheid niet erkent. Ik vind dat een vorm van politiek extremisme waar ik van schrik. Gek genoeg is dat soort gevaarlijk extremisme niet de grootste bedreiging van het politieke midden. Het politieke midden beschouw ik dan als het geheel van partijen die ondanks soms grote inhoudelijke verschillen wel bereid zijn om samen te werken. Maar het politieke midden wordt nu bedreigd door zichzelf, door zijn eigen onmacht. Als we zo doorgaan, zullen we getuige zijn van een implosie van dat midden, met dramatische gevolgen voor de bestuurbaarheid van ons land en het vertrouwen in de politiek. Dat raakt ons allemaal.
Mevrouw de voorzitter. Ik dank de informateur voor haar werk en vooral voor haar geduld en de goede gesprekken die we hebben gehad. Ik heb twee vragen voor haar. Heeft zij de gedachte gehad dat het inhoudelijke traject van deze zomer partijen bij elkaar zou kunnen brengen op de inhoud, dat dit inderdaad een hoopgevend, vruchtbaar traject was? Had zij de indruk dat de twee schrijvende partijen dit proces serieus namen als opmaat tot inhoudelijke onderhandelingen? Waarop baseert zij die indruk?
De informateur heeft de twee laatste meerderheidsopties geëlimineerd. Dat biedt helderheid. Nu moet er een minderheidskabinet worden onderzocht. Ondertussen zien we dat dit iedere dag moeilijker wordt, dat het moeilijker wordt om zelf tot zo'n minderheidskabinet te komen. Toch moet de nieuwe informateur ermee aan de slag. Collega Rutte heeft daartoe een motie ingediend. Die motie zullen wij steunen. Wij zullen deze poging steunen.
Iedereen zegt zelf redelijk te zijn. Maar de ander moet bewegen. Het resultaat is dramatisch onvermogen om tot samenwerking te komen. Toen informateur Hamer aantrad, hebben wij ons als fractie voorgenomen: aan ons mag het niet liggen; wij willen niet de laatste blokkade zijn, hoezeer wij ook de inhoudelijke verschillen zien. Ik zal daar zo nog iets meer over zeggen. Dat blijft de positie van onze fractie, ook in het geval dat een minderheidskabinet aantreedt. Ondertussen zijn de inhoudelijke verschillen met liberale partijen groot, soms heel groot. Juist het inhoudelijke stuk laat dat zien.
Er is fundamenteel onrecht en ongelijkheid in dit land, maar ik heb nog geen idee hoe de twee liberale partijen de strijd daartegen willen gaan voeren. Er is nog geen plan om de financiële problemen van huurders te verhelpen, om de helpende hand te bieden aan mensen met een laag inkomen, met onzeker werk, met een slechte gezondheid. Maar er is wel het voornemen om de onderwijsvrijheid in te perken. Jongeren hebben steeds meer schulden en steeds minder kans op een vaste baan, op een betaalbaar huis. Ik heb nog geen begin gezien van een plan om hen te helpen, maar ik lees wel zo ongeveer hoe een schooldag in elkaar steekt, vrij gedetailleerd. Een belastinghervorming is hoognodig, zodat we van de toeslagen af komen en zodat we komen tot een rechtvaardige verdeling van onze welvaart, van inkomen, van banen, van huizen. Een plan is er niet, maar er is wel een plan om de Embryowet aan te passen. Wat zijn dit voor prioriteiten? Ik kan het oprecht niet volgen.
Voorzitter. Dit proces snakt naar een doorbraak. Wij snakken naar een doorbraak. Ons land snakt naar een doorbraak. Hoe groter de partijen, hoe groter de verantwoordelijkheid. Ik zei al dat wij de conclusie en het advies van informateur Hamer steunen. Wij zullen ons met hart en ziel inzetten voor onze inhoudelijke agenda, voor wat wij belangrijk vinden en voor wat wij geloven dat er moet gebeuren. Wij zullen daarbij het debat over fundamentele vrijheden niet schuwen. Tegelijk zullen wij die samenwerking altijd blijven zoeken.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Segers. Dan geef ik woord aan de heer … Ik zie dat de heer Van Houwelingen wilt interrumperen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Een korte interruptie omdat mijn collega werd aangehaald. Mijn collega refereerde aan een traditie die in dit land bestaat: burgerlijke ongehoorzaamheid uit linkse hoek. Dat zou u toch moeten weten. Greenpeace doet dat continu. U kunt er nou van maken wat u wilt, maar dit was het.
De voorzitter:
Dit is meer een punt van orde.
De heer Segers (ChristenUnie):
Maar ik wil er inhoudelijk op reageren. Het is immers een buitengewoon ernstig moment als je zegt: wij erkennen de overheid niet. Wat is de overheid? Wat is onze democratische rechtsstaat? Wat is de parlementaire democratie? Dat is onze laatste dijk, onze laatste hoop tegen wanorde, tegen chaos en tegen een burgeroorlog. Zo dramatisch is het. Dit is de plek waar je geschillen beslecht. Dit is waar je ze uitvecht, met woorden. Als je dan opstaat met mensen die al boos zijn, met mensen die zich op allerlei manieren zorgen maken en zegt "wij erkennen de overheid niet meer", dan zeg je eigenlijk "deze democratische rechtsstaat is niet meer de onze". Dan gooi je hét middel dat ons gegeven is om tot beslechting van geschillen over te gaan overboord. Dat is ongelofelijk onverantwoord. Ik vind het politiek extremisme. Ik neem daar op de grootst mogelijke manier afstand van.