Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de waardering van zorgmedewerkers
De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Wij spreken vandaag over de positie van verpleegkundigen en verzorgenden. Het zijn mensen die we heel hard nodig hebben, nu en in de toekomst. Het is mooi dat er voor hen een eenmalige zorgbonus is, maar we moeten ook kijken naar wat er structureel nodig is. In de brief schrijft het kabinet dat er sprake is van loonstijgingen en dat er goede cao's zijn afgesloten. Dat is mooi, maar er staat ook dat er sprake is van verschillen tussen bijvoorbeeld onderwijs en zorg. Het is logisch dat deze verschillen tot onvrede leiden.
Uit het gesprek dat wij gisteravond hadden met verplegenden en verzorgenden uit onze eigen achterban werd mij duidelijk dat waardering niet alleen gaat om een hoger salaris, maar ook om het oplossen van andere knelpunten. Zij noemden: hoge werkdruk, kleine en vaak tijdelijke contracten, gebrek aan autonomie, gebrek aan loopbaanperspectief, gebrek aan zeggenschap voor de beroepsgroep. Dat vraagt om goed werkgeverschap. Maar het vraagt ook om oplossingen vanuit sociale partners en beroepsgroepen.
Onlangs zijn er twee moties ingediend. Collega Heerma wees er al op. De motie-Van den Berg c.s. vraagt om een inventarisatie en oplossing van de knelpunten: ga dat gesprek aan met de sociale partners, werkgevers en werknemers. De minister schrijft: ik ga dat doen en ik kom erop terug. Ik sluit mij aan bij het verzoek van collega Heerma: trek dat naar voren, kom met een brief voor Prinsjesdag, zodat wij het brede gesprek daarover kunnen hebben.
Er is ook een motie ingediend door mijn collega Dik-Faber, samen met collega Ellemeet. Die gaat over het wettelijk verankeren van het zeggenschap van verpleegkundigen en verzorgenden op instellingsniveau. Hoe zorgen we ervoor dat verpleegkundigen op het hoogste niveau worden betrokken bij de besluitvorming? Dat is iets waarover we iedere keer horen: maak daar werk van. Daarvoor geldt dus dezelfde vraag: maak er werk van, trek het gesprek naar voren en kom voor Prinsjesdag met de uitvoering van de motie.