Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over Belastingplan 2015

dinsdag 11 november 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een plenair debat met staatssecretaris Wiebes van Financiën

Onderwerp:   Belastingplan 2015

Kamerstuk:    34 002

Datum:           11 november 2014

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris en de collega's voor de twee dagen die we al met elkaar hebben doorgebracht om dit Belastingplan door te nemen. Ik herinner mij nog dat iedereen bij het wetgevingsoverleg op de eerste dag zei dat het maar een dun belastingplan was en dat we er wel snel doorheen zouden gaan. Maar het is misschien wel een van de meer politieke belastingplannen geworden sinds een aantal jaren, vooral vanwege twee kwesties die speelden: de autobelastingen en de naheffing.

Ik begin met die twee punten. Mijn fractie is blij met het breed gedragen akkoord over de bijtellingscategorieën voor de leaseauto's. Het proces was nogal rommelig, zeg ik wat eufemistisch, maar het is goed dat er nu een resultaat is dat op veel steun kan rekenen. Vooral het feit dat het gat tussen de bijtelling van volledig elektrische auto's en de andere auto's groter is geworden, zie ik als winst. Wel verneem ik graag van de staatssecretaris of hij de effecten van dit plan op de doelstellingen van het energieakkoord — 200.000 zeer zuinige auto's in 2020 — kan onderbouwen. Van groot belang is ook om goed zicht te krijgen op de wijze waarop de semi-elektrische auto's worden gebruikt. Volgens mij maakte mevrouw Neppérus daar ook opmerkingen over. We hebben namelijk het idee dat veel eigenaren van hybride auto's veel kilometers maken op conventionele brandstoffen. De staatssecretaris gaat dit in kaart brengen, maar hoe wil hij dat doen? Er waren inderdaad al wat voorstellen rond het kijken naar de tankpasjes. Zo kan er bekeken worden hoeveel conventionele brandstof er getankt wordt. Heeft de staatssecretaris ook mogelijkheden om er echt voor te zorgen dat die auto's elektrisch rijden? Daarop hebben wij immers de gunstige bijtelling gebaseerd. Belangrijker is nog dat we uiteindelijk de vermindering van CO2-uitstoot gaan realiseren. Ik hoop dat de staatssecretaris hierin wat meer inzicht kan geven.

Over de naheffing hebben wij al behoorlijk wat gediscussieerd. Het is gewoon pijnlijk dat er straks bij zo'n 5 tot 6 miljoen gezinnen een brief op de deurmat valt waarin een naheffing wordt aangekondigd. Dit had niet zo gemogen. Het is wel zo gebeurd, maar we moeten er vooral voor zorgen dat het in de toekomst zo veel mogelijk voorkomen wordt. Wel lijkt het mijn fractie redelijk om te bekijken hoe er geen enorme hoeveelheid invorderingsrente teruggevraagd zal worden. Ik heb dat ook al gezegd in mijn interruptie op mevrouw Neppérus. Dit is iets wat de meeste mensen toch overkomt. Mensen hebben te goeder trouw hun gegevens opgegeven en kunnen straks toch geconfronteerd worden met rente. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om daar in ieder geval coulant mee om te gaan? Ik hoop dat hij daarvoor al een paar opties heeft.

Ik kom op een aantal punten die al door collega's zijn aangedragen en op enkele punten waarnaar ik zelf specifiek heb gevraagd. Ik begin met de afvalstoffenbelasting. Mijn fractie steunt het amendement van de heer Dijkgraaf …

De voorzitter:
De heer Groot heeft een vraag over het vorige punt.

De heer Groot (PvdA):
Ja, over de invorderingsrente. Die naheffingsaanslag is natuurlijk heel vervelend. We hebben het toch over gemiddeld €150 en soms €300. Als je dan gaat werken met invorderingsrente, gaat het over rente over bijvoorbeeld €200. Over drie maanden is dat €2 of €3. Is het sop de kool wel waard als je heel ingewikkelde maatregelen gaat nemen waar je vele honderden belastingambtenaren voor nodig hebt? Zijn er geen andere wegen mogelijk om dit leed te verzachten dan specifieke maatregelen rond de invorderingsrente?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
We voeren hier vaak dit soort middel-of-doeldiscussies. Het doel is dat we die mensen niet meer benadelen dan we mogelijk al hebben gedaan. De heer Groot noemt een bedrag van €200, maar er zijn natuurlijk ook gevallen waarin dat bedrag veel hoger zal uitvallen. Daarmee wordt de rente ook hoger. Ik heb niet zo veel inzicht in alle systemen van de Belastingdienst dat ik precies kan aangeven hoe dit zou moeten gebeuren. Ik vind wel dat er een bepaalde rechtvaardigheid gezocht moet worden in deze situatie. Hoe dat kan, hoor ik graag van de staatssecretaris, maar ik vind het een rechtvaardig principe dat we niet meer moeten gaan belasten of opleggen dan we nu al aan last veroorzaken voor deze mensen. Als het even kan, hoor ik graag hoe daaraan tegemoet gekomen kan worden.

De heer Groot (PvdA):
Zou je dan niet eerder moeten denken aan een generieke coulanceregeling, zoals de heer Koolmees voorstelde, in plaats van heel ingewikkeld de rente over uiteindelijk beperkte bedragen te berekenen? We hebben het echt over een paar euro. Wordt dat niet heel ingewikkeld?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dat hoor ik eerst graag van de staatssecretaris. Ik ben geen expert in de systemen van de Belastingdienst. Ik ben ook niet voornemens om de Belastingdienst bovenmatig te belasten in al zijn werkzaamheden. Dat zijn er al genoeg. Ik hoop wel dat we met elkaar een goede regeling kunnen verzinnen waarin met dit soort aspecten rekening wordt gehouden. Ik laat de staatssecretaris echter de ruimte om met een mooi voorstel te komen. Dat zou eigenlijk wel fijn zijn.

Ik ga in op de afvalstoffenbelasting. Wij steunen het amendement van de heren Dijkgraaf en Koolmees om de exportheffing op te nemen. De staatssecretaris heeft vorige week in het wetgevingsoverleg al aangegeven dat hij denkt dat het niet per 1 januari 2015 al te realiseren is. Als het echter een halfjaar later ingaat, kan er in de tussentijd natuurlijk nog een behoorlijk volume aan met name bedrijfsafval door Duitse bedrijven worden gecontracteerd. Zien we dan niet een grote hap van de opbrengst al verdampen? De meeste partijen hier in de Kamer ondersteunen volgens mij het uitgangspunt dat een dergelijke exportheffing gewenst is. Gaat de afvalverwerkingssector in Nederland alsnog de dupe worden? Ik hoop dat de staatssecretaris de export alsnog met terugwerkende kracht kan belasten of iets dergelijks. Hoe kunnen we voorkomen dat er een enorme weglek ontstaat, terwijl we dat idee in principe allemaal steunen? Ik hoor de staatssecretaris daar graag over.

Mijn tweede punt inzake de afvalstoffenbelasting heb ik nog niet eerder opgebracht, want dat kwam van de week pas naar voren. We hebben het eerder gehad over het zuiveringsslib. De vrijstelling voor het zuiveringsslib zou alleen gelden als de verbranding ervan plaatsvindt op een plek waar alleen zuiveringsslib wordt verwerkt. Dat vonden we allemaal niet zo eerlijk. Nu is mij gebleken dat dit ook geldt voor biomassa. Een vrijstelling zou alleen gelden bij de verbranding van biomassa voor duurzame energieopwekking bij een bedrijf waar alleen biomassa wordt verbrand. Naar ik weet, is dit maar op één plaats in Nederland het geval. Deze inrichting ontvangt hierdoor een behoorlijk concurrentievoordeel ten opzichte van andere inrichtingen waar ook ander afval wordt verbrand. Dat lijkt mij onwenselijk, ook gezien de manier waarop we tegen het zuiveringsslib hebben aangekeken. Ik hoor graag eerst van de staatssecretaris wat zijn informatie hierover is. Is hij ook van mening dat we in dat geval gelijksoortige situaties ook gelijksoortig moeten behandelen?

Dan kom ik op de stimuleringsregeling voor de lokale energieopwekking. Vorige week maandag gaf ik al aan dat het woord "postcoderoos" onlosmakelijk verbonden was aan de discussie over het Belastingplan van vorig jaar, zoals "deurmatmoment" het woord van dit jaar was. Ik heb ook geconstateerd dat de opwekking van lokale energie heel moeilijk van de grond komt. De minister van Economische Zaken heeft vandaag een brief gestuurd waarin allerlei knelpunten worden benoemd. Dit is niet nieuw; deze discussie voeren we al anderhalf jaar met elkaar. De knelpunten zijn bekend, maar het is toch lastig om die knelpunten aan te pakken. Dan heb ik het onder andere over het btw-tarief, de postcoderoos en de verlenging van de periode van tien naar vijftien jaar of iets dergelijks. Wij hebben vorig jaar een amendement ingediend over de postcoderoos. Wij zullen dat dit jaar wederom doen. De heer Groot heeft tijdens het wetgevingsoverleg onderkend dat hier een probleem zit. Ik hoop dan ook van harte dat hij nu onderkent dat we dit probleem kunnen oplossen als de politieke wil daarvoor bestaat in de Kamer. Ik zie dus uit naar hoe hij over dit amendement stemt. Over de regeling voor de terugverdientijd van tien jaar die wij wat langer zouden willen hebben, heb ik een amendement van de heer Klaver medeondertekend. Ik denk namelijk dat we daar nu ook een slag kunnen slaan.

Ik kom op de kansspelbelasting. Wij hebben al aangegeven dat de budgettaire derving van het besluit om gerechtigden tot prijzen bij buitenlandse kansspelen niet langer te belasten, wat onze fractie betreft gedekt zou moeten worden binnen het kansspelendossier, dus binnen de kansspelbelasting. Ik heb inmiddels een amendement ingediend dat dit regelt. Hierdoor wordt de vrijstelling van de kansspelbelasting voor prijzen bij loterijen verlaagt van €454 naar €450; dat lijkt me een mooi rond getal. Hiermee kunnen we de derving van 3 miljoen meteen dekken. Ik hoor graag de appreciatie van de staatssecretaris van dit amendement.

Meerdere partijen hebben al aandacht gevraagd voor het btw-tarief op digitale kranten. Ik denk dat het goed is als we conform de Belgiëroute of de Belgiëoplossing ervoor zorgen dat de pdf's, dus de papieren krant maar dan in pdf-formaat, onder het lage btw-tarief vallen. Bij de Belgiëroute is er naar ik heb gehoord een protocol gemaakt om de btw-toepassing op kranten te verduidelijken. Daarbij is heel specifiek aangeven aan welke criteria een digitale replica moet voldoen om als krant beschouwd te worden. Deze werkwijze zouden we ook in Nederland kunnen hanteren. Ik wil graag weten of de staatssecretaris daartoe bereid is. Het lijkt mij een werkbare oplossing.

De heer Koolmees sprak al over de afdrachtvermindering onderwijs, specifiek over de naheffing voor de transportsector. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden, maar ik vond ze eigenlijk wel teleurstellend. Hij geeft aan dat het om een volledige opleiding moet gaan en dat de afdrachtvermindering niet van toepassing is als er alleen met modules is gewerkt. Ik heb toch de indruk dat dit niet duidelijk is gecommuniceerd tussen de roc's en de betreffende transportbedrijven. De staatssecretaris kan dan zeggen dat dit het probleem van het transportbedrijf in kwestie is, maar ik denk dat wij daar allemaal verantwoordelijkheid voor dragen. De roc's hebben er immers ook van kunnen profiteren. Zij konden hun modules aanbieden en de transportsector kreeg vervolgens de rekening gepresenteerd. Dat is nogal een last voor een aantal bedrijven in een tijd waarin het toch al niet makkelijk is om je boterham in deze sector te verdienen. Ik denk dat wij samen naar een redelijke oplossing moeten zoeken. De afdrachtvermindering is inmiddels afgeschaft en kan dus niet meer op deze manier gebruikt worden. En inderdaad, het kabinet heeft twee weken geleden aangegeven dat modulair onderwijs gestimuleerd moet worden. Het geeft een dubbel signaal af als het eerst een naheffing oplegt en vervolgens zegt dat het een buitengewoon goed idee is om dat in de toekomst weer te gaan doen. Ik denk dat we hier op een redelijke manier moeten kunnen uitkomen. Is de staatssecretaris bereid om met de betreffende bedrijven te zoeken naar een redelijke oplossing?

Ik heb samen met de heer Omtzigt aandacht gevraagd voor de positie van mensen met een oude restschuld. Zij kunnen de rente op deze schuld niet aftrekken. Het klopt dat een regeling voor deze mensen niet als prikkel voor doorstroming kan worden gezien, aangezien zij hun woning reeds verkocht hebben. Datzelfde geldt voor de mensen met een restschuld die tussen 29 oktober 2012 en 16 september 2014, de datum waarop dit Belastingplan is gepresenteerd, hun woning hebben verkocht. Voor hen wordt de aftrektermijn verruimd van tien naar vijftien jaar, maar hier gaat ook geen prikkel van uit. Naar mijn mening moeten we vanuit een soort rechtvaardigheidsgevoel bekijken wat we nog voor deze groep kunnen doen. Ik heb gezien dat de staatssecretaris een berekening heeft gemaakt van de kosten van de verruiming van de regeling. Dat zou 150 miljoen kosten en dat is wel heel veel geld. Is er nog een andere mogelijkheid om deze groep anderszins, al dan niet met een fiscale regeling, een steuntje in de rug te geven? Ik hoor graag welke ideeën de staatssecretaris hierover heeft.

Ik kom op de problematiek met betrekking tot de toeslagpartners. De heer Omtzigt en ik hebben vorige week een motie hierover in stemming laten brengen. Die motie is helaas verworpen, maar daarmee is het probleem nog niet weg. Ik krijg steeds meer signalen dat de problematiek rond het aanwijzen van een toeslagpartner ook veel gevolgen kan hebben voor andere zaken, zoals de samenloop met de alleenstaandeouderkop, de WWB-uitkering of de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Een punt is ook de privacy. Kunnen cliënten elkaars gegevens inzien als zij toeslagpartner van elkaar zijn? Dit moet gewoon opgelost worden. Ik heb het vorige week al kafkaësk genoemd dat we dat niet voor elkaar hebben gekregen. Kunnen we bekijken wat dan wel mogelijk is? We kunnen geen ijzer met handen breken, dat zie ik ook wel, maar deze situatie kan zich op meerdere momenten voordoen. Naar ik meen is dat bij studenten ook het geval. Daar kunnen we het wel regelen, maar dat kan niet bij ouders die in een opvanghuis of in een Blijf-van-mijn-lijfhuis zitten. Ik zie niet helemaal hoe dit komt. Ik onderken meteen mijn beperkingen als het gaat om inzicht in de systemen van de Belastingdienst, maar ik hoop echt dat de staatssecretaris nog eens gaat bekijken hoe we dit kunnen oplossen.

Ik kom, tot slot, op de werkkostenregeling. Eigenlijk doet het me pijn in het hart dat het erop lijkt dat we niet meer de discussies kunnen krijgen over de fiets, de elektrische fiets, de tablet of de telefoon. Dat waren elk jaar leuke terugkerende thema's. Het lijkt erop dat die discussie met deze oplossing in één keer beslecht is. Dat is even wennen, want dat waren altijd leuke puntjes om in te brengen. Ik denk dat het uiteindelijk voor iedereen goed is om duidelijkheid te scheppen over wat de vrije ruimte is en wat er kan gebeuren.

Ik zat in dubio of we voor de fiets nog iets apart zouden moeten regelen, zoals ik in het wetgevingsoverleg ook heb gezegd. Ik kan melden dat de staatssecretaris mij heeft overtuigd. Het blijft mogelijk om in de vrije ruimte een fiets te krijgen. De staatssecretaris noemde de kilometervergoeding, ook voor de fiets. Ik denk dat we wel een stimulerend klimaat kunnen creëren, zodat mensen nog heel enthousiast blijven fietsen naar hun werk. Het amendement van de heer Klaver hierover vind ik sympathiek, maar dan zouden we in de werkkostenregeling eigenlijk al een keuze maken voor de fiets. Ik vind dat dit overgelaten moet worden aan de vrijheid van de individuele werknemers. Ik denk dat de discussie voor ons beslecht is. Het is jammer dat we het nooit meer over dit soort zaken gaan hebben.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november