Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake Wijziging Wet studiefinanciering 2000
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderwerp: Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens voor ondernemers in hun laatste studiejaar en het herstel van enkele technische onvolkomenheden
Kamerstuk: 33 145
Datum: 7 juni 2012
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Het lijkt erop alsof wij vandaag al de verkiezingdebatten aan het voeren zijn, zoals dat vorige week ook al gebeurde, rondom studenten en het hoger onderwijs. Dat is ook te begrijpen, want het gaat om belangrijke zaken. Ieder zit hier met zijn eigen visie in, zo ook de fractie van de ChristenUnie. Vandaag bespreken wij het uitgeklede wetsvoorstel Studeren is investeren, dat nog steeds die titel heeft. Gelukkig ziet het er geheel anders uit dan een aantal maanden geleden. Want als het aan dit demissionaire kabinet had gelegen, zouden masterstudenten vanaf deze zomer al zelf voor hun studiekosten moeten opdraaien. Bij de onderhandelingen over het Lenteakkoord is afgesproken om de omstreden onderdelen van het Wetsvoorstel Studeren is investeren in de ijskast te zetten. Daar zijn wij blij mee, want de ChristenUnie is tegen een leenstelsel, zowel in de bachelor- als in de masterfase.
De basisbeurs voor studenten moet behouden blijven om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te blijven waarborgen voor alle studenten. Dus onze slogan blijft in de richting van 12 september: "handen af van de stufi", in tegenstelling tot een aantal andere partijen, die ik nu keihard deze slogan zie laten vallen.
Voor meerjarige masters zou er een extra financiële drempel worden opgeworpen door het oorspronkelijke voorstel. Daarom heb ik een amendement ingediend om een extra jaar basisbeurs te verstrekken aan studenten met een meerjarige master, bijvoorbeeld bij bètastudies. Dat amendement is bij dit wetsvoorstel nu niet meer relevant. Daarom trek ik het in. Het gaat om het amendement op stuk nr. 15.
De voorzitter:
Het amendement-Schouten (stuk nr.15) is ingetrokken.
Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.
Mevrouw Lucas (VVD):
Ik hoor mevrouw Schouten zeggen: wij blijven voor het handhaven van de studiefinanciering. Ik ken haar als een financieel degelijke dame, die ver vooruit durft te kijken. Hoe moet het dan op de langere termijn als wij in dit land steeds meer studenten krijgen en een steeds groter deel van het geld dat wij beschikbaar hebben voor het hoger onderwijs opgaat aan het levensonderhoud? Zij zei te willen dat studenten in de masterfase niet hun eigen studiekosten hoeven te dragen maar dat de overheid die blijft dragen. Dat blijven wij natuurlijk ook met een sociaal leenstelsel grotendeels doen. Ik hoop dat mevrouw Schouten ook erkent dat in het laaghouden van het collegegeld al de grootste bijdrage van de overheid zit. Alleen geven wij nu daarnaast ook nog heel veel geld voor het levensonderhoud. Hoe houden wij dat betaalbaar op de lange termijn? Het klinkt natuurlijk prachtig: handen af van de studiefinanciering, maar hoe houden wij het betaalbaar?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Zoals mevrouw Lucas weet, zijn dit altijd politieke keuzes. De ChristenUnie zorgt ervoor dat er in ieder geval geen financiële drempel voor studenten wordt opgeworpen om straks aan bijvoorbeeld een master te beginnen. Redelijk wat studenten hebben me via de mail gevraagd hoe het nu zit, omdat hun keuze voor het al dan niet volgen van een master hiervan afhangt. Mevrouw Lucas kan weten dat elke investering in het onderwijs zich uiteindelijk met rente uitbetaalt. Als zij dus vraagt hoe het straks moet met de kosten, dan zeg ik: hoe meer studenten we krijgen en hoe hoger zij zijn opgeleid, hoe beter dat is voor de economie van Nederland. Dat zal zich zelf terugbetalen.
Mevrouw Lucas (VVD):
Over dat laatste zijn we het helemaal eens. Een studie is een goede investering. Daarom vinden we dat we aan studenten kunnen vragen om daaraan zelf bij te dragen. Dit neemt echter niet weg dat mevrouw Schouten geen antwoord geeft op mijn vraag. Als er in dit land steeds meer studenten komen, waar we blij mee zijn, zal een steeds groter deel van het beschikbare budget opgaan aan een bijdrage in het levensonderhoud. Dat gaat dan toch ten koste van het geld dat beschikbaar is voor goed onderwijs? Kiest mevrouw Schouten voor minder goed onderwijs zodat we studenten wel in hun levensonderhoud kunnen blijven steunen, of kiest zij toch voor de langere termijn en durft ze dan ook aan studenten te vragen om te investeren in hun eigen toekomst?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Mevrouw Lucas suggereert dat elke euro die naar financiering gaat, niet naar het onderwijs gaat. Dat is natuurlijk onzin. Ik zei al dat dit een politieke keuze is. Ik constateer dat de VVD deze keuze maakt: dit is het kader voor het onderwijs, er gaat geen euro af of bij. Wij zeggen: misschien moet de totale koek wel worden vergroot. Dat is een keuze die op 12 september gemaakt zal worden. Ik hoop dat iedereen daar ook oog voor heeft.
Mevrouw Lucas (VVD):
Het moet uit de lengte of uit de breedte komen. Ik ben heel benieuwd waar de ChristenUnie straks mee komt. Wij kiezen er in elk geval voor om geld te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Wij durven studenten wel te vragen om hun studie serieus te nemen en zelf daarin te investeren.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik nodig mevrouw Lucas uit om volgende week vrijdag kennis te nemen van ons verkiezingsprogramma. Dan zal ze zien welke keuzes wij hebben gemaakt.
Ik kom nu op het onderwerp van het wetsvoorstel: het ov-reisrecht. De ChristenUnie vindt dat de overheid de toegankelijkheid van het hoger onderwijs moet waarborgen. Het is een groot goed dat in Nederland is geregeld dat studenten niet alleen een basisbeurs ontvangen maar ook met het openbaar vervoer naar de hogeschool of de universiteit kunnen reizen. De inperking van het reisrecht is geen fijne maatregel, vindt ook mijn fractie. Het is echter alleszins redelijk om studenten verantwoordelijk te houden voor studie- en reiskosten als ze niet binnen een redelijke termijn afstuderen. De verantwoordelijkheid van de overheid voor deze studenten kan niet altijd blijven duren. Studenten hebben in de meeste gevallen zelf in de hand dat zij hun studie binnen een redelijke termijn afronden. Die lijn heeft de ChristenUnie bij de langstudeermaatregel gehanteerd. Die lijn hanteren we nu ook bij de ov-kaart.
Ik heb echter nog wel een aantal vragen en opmerkingen bij het wetsvoorstel. Wij vinden het allemaal belangrijk dat studenten ervaring op doen met besturen, een stage of een verblijf in het buitenland. De kans dat er aan het eind dan nog recht is op een ov-kaart, kan dan kleiner worden, omdat je een periode met andere activiteiten bezig bent geweest. Mevrouw Lucas en de heer Van der Ham hebben een amendement ingediend over het stopzetten van het collegegeld als studenten een bestuursjaar gaan doen. Kunnen zij er dan voor kiezen om op dat moment hun ov-kaart stop te zetten of blijft die automatisch doorlopen? Daarnaast vinden wij het sympathiek om te kijken naar mogelijkheden om de ov-kaart flexibel in te zetten. GroenLinks heeft daarover een amendement ingediend.
De staatssecretaris ziet allerlei bezwaren en ik zie daar graag een nadere onderbouwing van. Ik weet zelf uit mijn studententijd dat zodra je naar het buitenland gaat, je je ov-kaart kunt inleveren; tenminste, dat was toen zo. Nu wordt dat een probleem volgens de staatssecretaris. Waarom was dat toen geen probleem en nu ineens wel? Volgens mij hanteert DUO allang een aantal flexibele maatregelen, bijvoorbeeld als je je studie tijdelijk stopzet.
De maatregel moet per 1 september ingaan. Het is natuurlijk bekend dat dit wetsvoorstel er al veel langer lag. Een aantal studenten heeft zich hierop dan ook al veel langer kunnen voorbereiden. Wordt nu al actief gecommuniceerd aan studenten dat het reisrecht bekort wordt? Zo nee, moeten er hiertoe nog meer maatregelen genomen worden?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Het is volgens mij de vraag of de studenten wel zo goed geïnformeerd zijn. Ze worden nu mede dankzij de ChristenUnie per 1 september met flinke reiskosten geconfronteerd. Ik kan mij zo voorstellen dat bijvoorbeeld een theologiestudent in Kampen denkt: ik wil mijn laatste jaar in Utrecht gaan doen. Hij mag dan €2000 gaan betalen van de ChristenUnie. Hoe gaat u nu om met die bestaande gevallen? Bij de langstudeerboete was u daar ook niet blij mee.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Het is altijd fijn dat de heer Van Dijk mij over de streep probeert te trekken met de theologiestudent uit Kampen; dat doet het altijd goed. Bij de langstudeerboete zat er weinig tijd tussen het indienen van het wetsvoorstel en de uitvoering ervan. Daar hebben wij moeite mee. Wij hebben gezegd dat daarvoor een langere periode moest gelden. Dit wetsvoorstel ligt er echter al heel lang. Het is ook langer bekend. Het plan stond destijds al in het regeer- en gedoogakkoord. Een student kan zich daarop voorbereiden. Het is dan ook uit te leggen waarom wij nu wel kiezen voor invoering per 1 september.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik vind dit niet zo'n sterke reactie. Aanvankelijk werd het hele wetsvoorstel controversieel verklaard. Nu hebben wij ongeveer tien dagen geleden nog snel een vierde nota van wijziging gekregen. Wij zitten al dicht tegen de zomervakantie aan. Al die theologiestudenten rekenen op de ChristenUnie. Zij denken: per 1 september ga ik lekker door met mijn studie, in een andere stad; mobiliteit dus. Zij worden nu door u in de steek gelaten. Dat is toch niet sterk? Moeten wij daarvoor geen oplossing vinden?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De heer Van Dijk suggereert dat alle theologiestudenten uit Kampen die in Utrecht willen studeren, meteen hun reisrecht verliezen. Dat is natuurlijk niet het geval. Het geldt alleen voor studenten die langer dan vijf jaar gestudeerd hebben. Je kunt best van studenten vragen dat zij binnen een redelijke termijn afstuderen. Dat was ook onze lijn bij de langstudeermaatregel. Wij zijn hierin consequent gebleven. Wij vinden dit acceptabel, ook omdat het wetsvoorstel er al veel langer ligt. De nota van wijziging is er op het laatst gekomen, juist omdat de rest van het wetsvoorstel niet doorging. Dit onderdeel was natuurlijk al veel langer bekend dan tien dagen geleden, dat weet de heer Van Dijk ook.
Mijn laatste vraag gaat over de studenten met een functiebeperking. Bij de langstudeermaatregel hebben wij via het Profileringsfonds meer ruimte gegeven aan deze groep studenten. Immers, buiten hun eigen schuld om kunnen zij moeilijk binnen de gestelde tijd afstuderen. Ik vroeg mij af of er voor deze studenten ook nog een regeling komt ten aanzien van het reisrecht. Heeft de staatssecretaris hierover nagedacht en, zo ja, wat is zijn motivering daarbij?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2012 > juni
- 28-06-2012 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II
- 27-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Pensioenonderwerpen
- 26-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan plenair debat over eindrapport Parlementaire Enquête Financiëel Stelsel
- 21-06-2012 - Inbreng schriftelijk overleg Carola Schouten inz. Initiatiefnota De Mos, Van Dekken en Çörüz
- 20-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan plenair debat Wet uitwerking fiscale maatregelen begrotingsakkoord 2013
- 18-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan fiscaal wetgevingspakket en Wet uitwerking fiscale maatregelen 2013
- 14-06-2012 - Inbreng Carola Schouten inzake Wijziging Wet financieel toezicht ivm gebruik burgerservicenummer
- 14-06-2012 - Inbreng Carola Schouten inzake Wijzigingswet financiële markten 2013
- 12-06-2012 - Inbreng Carola Schouten inzake de Wet uitwerking fiscale maatregelen begrotingsakkoord 2013
- 12-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over het bericht dat mensenhandel fors is toegenomen
- 11-06-2012 - Inbreng verslag van Carola Schouten inzake de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd
- 07-06-2012 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake Wijziging Wet studiefinanciering 2000