Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de uitkomst van de Europese Top inzake het herstelfonds
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Vorige week stelde Klaas Knot in de Schoo-lezing dat de scheefgroei tussen sterke en zwakke landen in de eurozone alleen maar groter zal worden. Het idee dat eurolanden vanzelf naar elkaar toegroeien, is inmiddels wel gelogenstraft. Het handhaven van de euro maakt divergentie onontkoombaar en volgens Knot vraagt dit om ofwel blijvende transfers van noord naar zuid ofwel convergentie van bovenaf door verdere Europese integratie. Beide standpunten, die net ook werden gewisseld, zijn niet populair. En het herstelfonds maakt het dilemma actueel. Het laat zien waarom zowel de totstandkoming van het herstelfonds als de weerstand ertegen terecht is. Helaas heeft de lezing van Knot meer weg van een probleemanalyse dan een oplossingsstrategie. We zijn met elkaar op een reis waarbij we niet terug kunnen zonder ons te isoleren, maar waarbij we ook niet duidelijk hebben wat het reisdoel is. Hoe ziet de minister-president deze discussie en de richting die Europa opgaat met dit herstelfonds?
Het regeerakkoord spreekt terecht van het belang van hervormingen bij steunprogramma's en de onwenselijkheid van een schuldengemeenschap en een transferunie. Hoe ziet de premier de totstandkoming van dit herstelfonds? Is dit nou wel of niet een verdere stap richting die transferunie?
Het wringt ook op het gebied van de financiering van schulden, want voor het eerst gaat de Europese Commissie zelf massaal schulden aan. Een eigen schuldenberg met looptijden van 38 jaar heeft toch op zijn minst de schijn van een vorm van vergemeenschappelijking van schulden? De premier kent onze rode lijn. Waar staat hij met dit herstelfonds ten opzichte van die rode lijn? Vanzelfsprekend moeten al deze leningen ook weer afbetaald worden. De meerjarenbegroting is ondanks de duizelingwekkende omvang veel te klein om hierin te voorzien en daarom wordt er in de Commissie gespeeld met het idee van nieuwe belastingen. Ik hoef niemand uit te leggen hoe gevoelig dat ligt, ook voor ons. Is deze aanpak hiermee vast onderdeel geworden van het Europese financieel instrumentarium? Het wordt met alle goede wil van de wereld toch steeds lastiger om dit als een tijdelijk middel te zien?
Voorzitter. De premier heeft op het laatste moment in de onderhandeling een belangrijke veer gelaten: het budget van het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europe. Ziet de premier ook dat ondanks mooie woorden de juist ook Nederlandse innovatie-ambities hiermee een flinke knauw krijgen? Daarbij ben ik vooral bezorgd over pijler 2 voor industrieel concurrentievermogen. Meer dan de helft van de Horizonmiddelen die Nederlandse deelnemers ontvingen, komt uit pijler 2. Drie kwart van het deelnemend Nederlands mkb vindt daar zijn plek. Een bezuiniging op pijler 2, maar ook op andere pijlers, zou juist in deze tijd desastreus zijn. Gaat hij samen met de staatssecretaris van Economische Zaken ervoor strijden dat de verdeling tussen de pijlers optimaal is voor Nederland en gaat hij zich maximaal inzetten om Horizon Europe financieel ruimer in zijn jasje te zetten?
Voorzitter. Tot slot nog twee vragen over de voorwaarden rond het herstelfonds. Het is goed dat landen die een beroep willen doen op de fondsen moeten hervormen op het gebied van pensioenen, arbeidsmarkt en belastingen. Maar Europa heeft echt kansen laten liggen op het gebied van rechtsstatelijkheid. Deze voorwaarden gaan niet ver genoeg en vragen om voortdurende waakzaamheid voor de Unie als waardegemeenschap. Hoe kijkt de mp hiernaar?
Wat is voor Nederland aan hervormingen nodig om ook een fair share uit deze Europese ruif te krijgen? Ook ons land is getroffen door het coronavirus en niet eens zo heel veel minder dan bijvoorbeeld Frankrijk. Op 30 april zal elke lidstaat zijn herstelplan met investeringen en hervormingen moeten indienen om aanspraak te maken op middelen uit deze Europese pot. Hoever is de premier bereid daarvoor te gaan en hoe voorkomt hij dat we als Nederland de boot missen door een aankomende demissionaire periode van zijn derde kabinet?
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins.