Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de Najaarsnota 2018
Bijdrage Eppo Bruins aan een plenair debat met minister Hoekstra van Financiën
Kamerstuknr. 35095
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Dat het feestje van de hoogconjunctuur zo inmiddels achter ons ligt, is wel duidelijk. Dat de groei van de Nederlandse economie in het voorjaar nog eens neerwaarts moet worden bijgesteld, zit er dik in. En dat we daarmee nog altijd zicht hebben op een economische ontwikkeling waarvan we in de crisisperiode alleen maar konden dromen, is ook waar. Tegelijk wordt deze groei meer dan we lange tijd hebben gezien, gestut door groeiende overheidsbestedingen en veel minder door de uitgaven van consumenten en al helemaal niet meer door de investeringen van bedrijven.
Hoe dit ook zij, het lijkt de overheidsfinanciën vooralsnog nauwelijks te deren. Maar we weten allemaal dat we dit debat voeren in de context van een brexitproces waarvan niemand op dit moment precies durft te zeggen hoe het gaat aflopen. De enige relevante vraag voor nu is de vraag of ondernemers en overheden zich afdoende voorbereiden op elk reëel scenario. Is de minister het met mij eens dat er een Kamerbrede en nationale verantwoordelijkheid is om dit laatste moment te pakken om de noodzakelijke hervorming op het gebied van pensioenen en arbeidsmarkt nu echt door te voeren, nu de zon nog schijnt?
Voorzitter. Het overschot op de rijksbegroting van dit jaar wordt extra gestut door een onderuitputting van 3,7 miljard. Het is al eerder gezegd. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Bij infrastructuur kan ik mij de onderuitputting nog enigszins voorstellen, gelet op de doorlooptijden van planontwikkelingen en -realisatie, maar vooral bij het ministerie van Defensie baart het niet realiseren van begrote uitgaven me zorgen. De noodzaak voor extra investeringen in Defensie staat voor mijn fractie buiten kijf. Alleen, mijn fractie vraagt zich wel af hoe het kabinet de steeds grotere spanning tussen onderuitputting en steeds stoerdere plannen, voor bijvoorbeeld een extra squadron JSF's, in de praktijk zal verkleinen.
Voorzitter. Dan kom ik op de unieke en creatieve reservering van 0,5 miljard voor maatregelen met als oogmerk het reduceren van de CO2-uitstoot. De vragen bij deze reservering van mijn fractie zijn de volgende. Welke maatregelen gaan hiermee bekostigd worden? Welk effect moet daarmee worden gerealiseerd? Is die reservering wel voldoende? En is deze reservering nu een incident, of overweegt de minister hier een structurele methode van te maken, om in vette jaren extra incidentele investeringsruimte te creëren voor magerdere jaren?
In de Miljoenennota stond al de zinsnede: "Het beeld van de overheidsfinanciën is niet compleet zonder te kijken naar de risico's". Ik wil mijn bijdrage dan ook afsluiten door aandacht te besteden aan twee van die risico's: garanties en TARGET2. We weten allemaal: de garantie voor de een is het risico voor de ander. Vóór de crisis betrof de omvang van de Nederlandse garanties 63,5 miljard euro. In 2012 ging het om 258 miljard, bijna 200 miljard meer. Deze sterke toename was vooral te verklaren uit een snelle stijging van de garanties aan internationale instellingen. Na een aanvankelijke snelle daling in 2013 en 2014 is deze daling gestagneerd. Dit jaar gaat het nog altijd om een bedrag van circa 185 miljard euro. Hoe ziet de inzet van de minister eruit om de omvang van deze uitstaande garanties verder omlaag te krijgen richting precrisisniveaus? En kunnen wij weer eens een volledig overzicht krijgen van alle garanties, en daarmee van alle risico's? Het is al een tijd terug dat de Kamer een totaaloverzicht daarvan heeft gekregen.
Nu van de uitstaande garanties bij internationale instellingen naar TARGET2, het betalingssysteem voor banken in de EU. We hebben allemaal dezelfde euro in de EMU. Nederland bouwt geen valutareserves meer op in bijvoorbeeld Italiaanse lires of Franse francs, zoals vroeger, maar positieve saldi in TARGET2. Nederland stond in dat systeem een jaar geleden 112 miljard in de plus, Duitsland zelfs 849 miljard. Daartegenover stonden landen in de min, waarbij Italië in negatieve zin opviel. Nu we een jaar verder zijn, valt op dat de Nederlandse plus iets is afgenomen en de Duitse plus verder is toegenomen, en dat de Italiaanse min ook is toegenomen naar bijna 500 miljard. We hebben dus weliswaar één euro, maar we hebben ook competitieve verschillen en kapitaalvlucht uit Zuid-Europa naar het noordelijkere deel, en we ondervinden de gevolgen van kwantitatieve verruiming. Dat verruimingsbeleid stopt gelukkig, maar ondertussen is het balanstotaal van de ECB in drie jaar opgelopen van een slordige 2 biljoen naar de extreme omvang van 4,7 biljoen euro nu. En een biljoen is een 1 met twaalf nullen. Dus zo'n 10.000 euro per Europese inwoner, inclusief alle baby's.
TARGET2 is meer dan een saai en technisch betalingssysteem; het is een hoeksteen van de EMU. En natuurlijk is een positief saldo pas echt een probleem als de euro stopt, maar het zou prettig zijn als de TARGET2-saldi weer naar elkaar toe gingen bewegen. Nu het verruimingsbeleid gaat stoppen, wordt dat ook verwacht. Maar in welk tempo gaat dat gebeuren? Wat durft de minister daarover te zeggen? Of kan hij daar weinig over zeggen, en blijft zijn advies: hervorm de boel in bijvoorbeeld Italië nou eens, en maak de economie daar concurrerender? En tegen zijn eigen landgenoten: overweeg nog eens een extra vakantie in Italië of Spanje.
Voorzitter. Met deze vraag naar een vakantieadvies, met een serieuze ondertoon betreffende de risico's van TARGET2 voor ons land, ben ik aan het einde van mijn eerste termijn. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Mevrouw Leijten heeft een vraag voor u.
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, voorzitter. De heer Bruins heeft geen behoefte aan een debat over het eurozonebudget dat is afgesproken. Dat snap ik wel; de ChristenUnie tekende zo'n beetje iedere motie mee die zei dat er geen eurozonebudget moet komen. Maar een van de doelen van dat huishoudboekje voor de eurolanden is: naar elkaar toe groeien. Zouden de landen wat er in dat huishoudpotje zit, mede gevuld door Nederland, mogen gebruiken om hun TARGET2-positie te verbeteren?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het verknopen van allerlei zaken op dat gebied lijkt me voorbarig, zeker nu we nog niet eens weten wat er precies gaat gebeuren. Voor mij is het nog onhelder hoe dat potje binnen het MFK precies gaat werken en wie daar zeggenschap over krijgt. Ik denk dat er nog heel veel water door de Rijn gaat stromen voordat we weten hoe dat precies gaat werken.
Mevrouw Leijten (SP):
Er is van alles onhelder. Daarom is er een debat aangevraagd, en dat blokkeert de ChristenUnie. Hoe ziet u het dan voor zich dat landen naar elkaar toe moeten groeien via dat huishoudboekje, waar wij aan meebetalen en waarvan we weten dat de landen die naar ons toe moeten groeien, vooral geld daaruit nodig hebben? Dat is die transferunie, die u nooit wilde, die TARGET2 overigens ook al mogelijk maakt. Die heeft u ook mogelijk gemaakt met het instemmen met dat huishoudboekje, het eurozonebudget. Waarom blokkeert u daar dan een debat over? Waarom zegt u dat ik geen dingen mag vermengen? U doet alsof u bang bent voor wat er gebeurt in de eurozone, maar u stemt juist in met een transferunie.
De heer Bruins (ChristenUnie):
We gaan in januari bij een komend AO praten over precies deze zaken. De ChristenUnie blokkeert geen debat daarover.
Het is belangrijk dat we niet een eurozonebegroting krijgen. Wat er nu lijkt te komen — het is allemaal nog onhelder — is een aparte pot binnen het MFK. Daarbij kan ik wel met mevrouw Leijten meegaan: dat is eigenlijk ook niet wat je zou willen. Tegelijkertijd is het wel het best haalbare, en het is beter dan we hadden durven dromen voordat minister Hoekstra naar Brussel vertrok. Een eurozonebegroting is niet de bedoeling en een transferunie al helemaal niet. Tegelijkertijd weten we natuurlijk dat de risico's nog zo groot zijn en zo verknoopt zijn in Europa op dit moment, dat als het fout gaat met de euro, het ook neerslaat in de Noord-Europese landen. Dat is een grote zorg, en dat is precies de reden dat ik in mijn bijdrage de helft van mijn tekst besteedt aan het verkleinen van de risico's en aan het feit dat we daar voortdurend in Europa op moeten blijven hameren. Want anders krijg je een transferunie, en dat willen we met z'n allen niet.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik ga toch nog wat over de energierekening vragen. Ik was het namelijk zeer eens met het interview met de heer Segers in de Volkskrant. Daarin zei hij: de lage en middeninkomens moeten het wel mee kunnen maken, en dus gaan we voorstellen doen om belastingvermindering voor die inkomens mogelijk te maken. Mijn vraag aan de heer Bruins is: wanneer kunnen we uw voorstel tegemoet zien? Komt dat vandaag nog?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het is inderdaad zo dat de energieprijzen stijgen. Als we even een doorkijkje nemen naar volgend jaar, dan zien we dat het voor een driepersoonshuishouden met tussen de €10 en €20 per maand zal stijgen, afhankelijk van de energiemaatschappij en de berekening die je neemt. Tegelijkertijd zien we ook dat de inkomstenbelasting daalt, de AOW omhooggaat, de uitkeringen omhooggaan en de ouderenkorting omhooggaat. Met name werkenden en gezinnen gaan erop vooruit. Maar ik deel de zorg van de heer Nijboer dat als je een klein inkomen hebt, je misschien niet ten volle kan profiteren van de voordelen. Het is best spannend volgende maand, januari. Dan weet je welke lasten omhooggaan, maar je weet nog niet hoeveel je precies extra overhoudt op je loonstrookje. Dat geeft mensen onzekerheid. Het ene komt op het ene moment in de maand en het salaris weer op een ander moment. Dat is best spannend. En de berekeningen die we altijd horen van het kabinet zijn ook maar gemiddelden. Dat is ook maar statische koopkracht. Als het gaat om hoe het precies uitpakt, kan ik me best de zorg en de spanning van de mensen voorstellen.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik vind het volgende een beetje lastig aan de positie van de ChristenUnie, en ik vraag de heer Bruins om daar toch op te reageren. Eerst waren ze tegen het sociaal leenstelsel. Toen hebben ze de rente verhoogd voor studenten. Dat snapte ik al niet helemaal. En nu hebben ze net een wet aangenomen. Daarbij lagen er amendementen om die belastingkorting tegen te gaan en die niet te verlagen. Die wordt namelijk verlaagd, met expliciet €51 bruto en meer dan €60 inclusief btw per huishouden. En een paar weken later lees ik een pleidooi dat het precies de andere kant op moet. Hoe brengt de ChristenUnie dat nou bij elkaar? Hoe legt u aan mij uit dat het toch heel logisch dat u aan de ene kant voorstemt en aan de andere kant zo'n pleidooi houdt?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het antwoord dat ik net gaf, gaat over 2019 en over het loonstrookje van volgende maand. Dan ziet het er bij de berekeningen zo uit dat 96% van de Nederlanders erop vooruitgaat. Dat is statistiek en dat geef ik toe, maar toch is dat nu de beste inschatting. De marges zijn klein. We moeten bijvoorbeeld ook maar hopen dat de economische groei doorgaat, want anders kan het plaatje er ook alweer anders uit zien. Maar het pleidooi van mijn fractievoorzitter ziet op de afspraken die in het klimaatakkoord gemaakt worden. Die zien dus ook op de lange termijn, op de jaren die komen gaan. Dan is de ChristenUnie voorstander van een verdere verschuiving van de lasten op inkomen naar de lasten op consumptie. Een hogere energierekening is dan ook een logisch scenario. Juist bij een lager inkomen loop je aan tegen allerlei hobbels, zoals verzilveringsproblematiek. Het gevaar is dat de lasten juist extra zwaar bij de lagere en middeninkomens terechtkomen. Daarom hebben wij voor de langere termijn gepleit voor een verdere afdrachtvermindering, dus voor een verhoging van de korting, om ervoor te zorgen dat de lasten van de energietransitie niet bij de lage en middeninkomens terechtkomen.
De heer Nijboer (PvdA):
Dus u verhoogt ze eerst, voor volgend jaar, en houdt nu een hartstochtelijk pleidooi om ze daarna te verlagen. Heb ik dat goed begrepen?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Wij houden er in de context van het klimaatakkoord een hartstochtelijk pleidooi voor dat de lasten niet terechtkomen bij de lage en middeninkomens, maar dat bijvoorbeeld bedrijven die van de SDE profiteren, meer gaan bijdragen aan de ODE.
De heer Snels (GroenLinks):
Ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan de intenties van de ChristenUnie en haar inzet om de klimaatlasten eerlijker te verdelen. Wij hebben dat samen geprobeerd bij het Belastingplan. Het was ongelukkig dat het in het regeerakkoord stond. Dat hebben we geprobeerd te repareren, maar dat is niet gelukt. Is de heer Bruins het wel met mij eens — die vraag is vergelijkbaar met de vraag die ik aan mevrouw De Vries stelde — dat we het kabinet de opdracht zouden moeten geven om, mocht de energierekening onverhoopt nog wat sterker stijgen, te kijken of het bij Voorjaarsnota maatregelen kan treffen?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het debat met de heer Snels over de afspraak die we hebben geprobeerd te maken over energie, enorm heb gewaardeerd. Ik baal er nog steeds van dat het niet gelukt is, want het was toch een hele mooie poging om elkaar ergens midden op een brug te vinden. Ik zou zo'n opdracht op dit moment nog niet aan het kabinet willen geven. Ik zou het loonstrookje van januari even willen afwachten en ik zou willen kijken hoe het uitpakt. Laten we eens kijken of we elkaar daarna nog eens treffen in deze zaal om te kijken of zo'n opdracht nodig is.
De heer Snels (GroenLinks):
Uiteindelijk zit ik in de politiek om concrete resultaten te behalen en niet om allerlei uitspraken voor de bühne te doen. Volgens mij delen de heer Bruins en ik dat. Ik deel de opvatting van de heer Bruins dat we even moeten kijken wat er in januari gebeurt. Dat snap ik, maar het is wel logisch om bij Voorjaarsnota echt te kijken naar de lasten voor huishoudens, zeker als er nog aanvullende klimaat- en energiemaatregelen genomen moeten worden.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dat is helemaal waar. Als op het moment dat er een klimaatakkoord is en die maatregelen worden uitgewerkt, zou blijken dat de lage en middeninkomens daardoor onevenredig zwaar worden belast, moeten er maatregelen komen. Dan staan we schouder aan schouder met GroenLinks om te kijken hoe we dat kunnen voorkomen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik heb een vraag aan de heer Bruins. Hij had het over het loonstrookje van januari. Ik wil het even met hem hebben over het pensioenstrookje voor 3 miljoen gepensioneerden in januari. De tweede termijn van mijn initiatiefwetsvoorstel zal ik hier na het kerstreces houden. Is de ChristenUnie alsnog bereid om het initiatiefvoorstel te steunen om te voorkomen dat voor 5 tot 10 miljoen deelnemers, jong en oud, het gevaar van kortingen steeds groter wordt, omdat we nu weten dat de dekkingsgraad aan het eind van dit jaar onder de 104% blijft voor de miljoenen mensen bij de vier grote pensioenfondsen? Bent u daar alsnog toe bereid, zodat die dreiging van tafel gaat? Anders worden de pensioenen over een jaar zelfs verlaagd.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Wij zullen het initiatiefvoorstel niet steunen. Wij vinden het van groot belang dat er een pensioenstelsel komt dat houdbaar is voor de toekomst, dus ook voor volgende generaties. Daar is een grote pensioenhervorming voor nodig. Daar zetten wij op in. Wij zien het als een nationale verantwoordelijkheid, ook van de polder, om weer aan tafel te gaan en te praten over een toekomstbestendig stelsel.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Dat is een kort en helder antwoord, maar kunt u uitleggen waarom u het rechtvaardig vindt dat jongeren die nu voor hun pensioen betalen en ouderen die nu met pensioen zijn, alsmaar die dreigende korting voor zich zien? Dat is nu al vier jaar lang zo. Volgend jaar valt het definitieve besluit, want als eind volgend jaar de dekkingsgraad ook onder de 104% is, wordt er bij de vier grote pensioenfondsen definitief gekort. Dat kunt u toch niet uitleggen? U maakt zich zorgen over de plaatjes in januari; ik maak me zorgen over het inkomensperspectief van 3 miljoen ouderen en 7 miljoen werkenden, die weten dat hun pensioenopbouw of hun uitkering wordt verlaagd als die rente zo laag blijft, op het dieptepunt van dit jaar.
De heer Bruins (ChristenUnie):
De reden dat er kortingen dreigen, is dat we pensioencontracten hebben waarbij mensen een grote zekerheid hebben dat ze ook het pensioen krijgen dat hun in het vooruitzicht is gesteld. De enige manier om op een transparante wijze voor de langere termijn kortingen te voorkomen, is een nieuw pensioensysteem waarbij je persoonlijker voor je pensioen spaart. Op dit moment zie je dat jongeren eigenlijk netto betalen voor ouderen. Het zal meer persoonlijk moeten worden, zodat generaties gaan zien dat ze voor hun eigen pensioen sparen en daarbij ook meer zelf kunnen bepalen hoeveel risico ze daarbij willen lopen. Op dat moment, wanneer je die nieuwe pensioencontracten en een pensioenhervorming hebt, kun je ook kortingen gaan voorkomen. Als we dat voor die tijd doen, brengen we de pensioenen van meerdere generaties in gevaar. Daar is de ChristenUnie niet toe bereid.
De voorzitter:
Dank. U was daarmee ook aan het einde van uw betoog gekomen?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Zeker, voorzitter, dank u wel.
Archief > 2018 > december
- 19-12-2018 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de Najaarsnota 2018
- 18-12-2018 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de herziening van het Nederlandse luchtruim
- 12-12-2018 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de Europese top van 13 en 14 december 2018
- 06-12-2018 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat inzake Klimaatwet
- 05-12-2018 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Luchtvaartbeleid
- 04-12-2018 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins over het bericht dat de Belastingdienst gebruik gaat maken van externe inhuur voor bezwaarbehandeling bij de inkomensheffing