Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over het bericht «Marketing kunstvoeding bedreigt borstvoeding»

woensdag 02 maart 2016

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Het bericht «Marketing kunstvoeding bedreigt borstvoeding»

Kamerstuk:    2016Z04245

Datum:           2 maart 2016

Vraag 1

Kent u het bericht «marketing kunstvoeding bedreigt borstvoeding»? 1) Zo ja, wat vindt u van dit bericht? Deelt u de conclusie uit het rapport dat borstvoeding veel gezondheidsvoordelen oplevert voor moeder en kind en daarmee een uiterst effectief preventiemiddel is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

Deelt u de conclusie uit het rapport dat marketing ervoor heeft gezorgd dat industrieel geproduceerde babyvoeding normale babyvoeding is geworden, terwijl deze voeding vooral bedoeld is voor baby’s die door omstandigheden geen borstvoeding kunnen krijgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Zijn deze en andere conclusies uit het artikel «Why invest, and what twill take to improve breastfeeding practices?» voor u aanleiding om het belang van borstvoeding nadrukkelijker mee te nemen bij het nationale preventieprogramma «Alles is gezondheid»? 2) Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Op welke wijze wordt er in Nederland onderzoek gedaan naar de invloed van marketing voor industrieel geproduceerde voeding op het geven van borstvoeding?

Vraag 5

Kunt u aangeven wat de Nederlandse regelgeving is voor advertenties van producenten van industrieel geproduceerde babyvoeding? Kunt u aangeven wat de Europese danwel Nederlandse richtlijnen zijn voor etikettering en «claims» op de verpakking van kunstvoeding?

Vraag 6

Op welke punt is de code van de World Health Organization (WHO-code) voor marketing van vervangingsmiddelen voor moedermelk niet overgenomen in de Nederlandse wetgeving? Bent u bereid de invloed van voedingsfabrikanten binnen zorginstellingen en -organisaties te beperken, zoals dat ook geldt voor de farmaceutische marketing?

Vraag 7

Hoe komt het dat het percentage Nederlandse zuigelingen dat borstvoeding krijgt ten opzicht van andere EU-landen lager dan gemiddeld is? 3) Kunt u de Kamer de meest recente vergelijkingscijfers toezenden?

Vraag 8

Bent u bereid te bevorderen dat er structureel en voldoende aandacht voor borstvoeding in de curricula van opleidingen komt?

Vraag 9

Is het u bekend dat veel vrouwen direct na de kraamweek stoppen met borstvoeding, terwijl ze in eerste instantie wel langer wilden voeden? 4) Bent u bereid lactatiekundige zorg mee te nemen bij de integrale bekostiging van geboortezorg?

Vraag 10

Deelt u de mening, dat er meer gedaan kan worden om jonge moeders die borstvoeding willen geven daarbij te ondersteunen? Hoe wilt u dit doen?

1)http://nos.nl/artikel/2083575-marketing-kunstvoeding-bedreigt-borstvoeding.html

2) N.C.Rollins e.a. Why invest, and what twill take to improve breastfeeding practices. The Lancet Vol 387, d.d. 30 januari 2016

3) http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/borstvoeding/verschillen-internationaal/

4) https://www.tno.nl/media/5248/peiling-melkvoeding-van-zuigelingen-2015.pdf

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug