Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Wet langdurige zorg (Wlz)
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderwerp: Wet langdurige zorg (Wlz)
Kamerstuk: 34 104
Datum: 3 maart 2016
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Gisteren is besloten om een belangrijke brief van de agenda te halen, dus ik zal me focussen op de andere onderwerpen. Ik begin met het signaal dat naar voren komt in alle brieven die we hebben gekregen, namelijk dat de administratieve lastendruk toeneemt. De administratieve lastendruk is hoog en het is ook heel ingewikkeld voor mensen. Vorige week sprak ik met iemand die het zorgveld redelijk goed kan overzien. Die zei dat er een tweedeling in de zorg dreigt te ontstaan. Ik kan die tweedeling eerlijk gezegd niet accepteren. Deze tweedeling ontstaat doordat het systeem ingewikkeld is, waardoor vooral laagopgeleiden die de administratieve lasten niet kunnen handelen geen keuze hebben om hun zorg thuis te organiseren en dus zijn aangewezen op instellingszorg. Alleen hoger opgeleiden kunnen thuis tot het laatste moment zorg ontvangen. Dat is absoluut niet waar mijn fractie voor staat. Daarom heb ik de volgende vragen aan de Staatssecretaris. Hoe gaan we om met die toenemende lastendruk? Hoe gaan we die voorkomen? Is er voldoende cliëntondersteuning? Wil de Staatssecretaris monitoren of die tweedeling echt aan de orde is en hoe we die kunnen voorkomen?
Dan kom ik op het maatwerkprofiel. Ik ben erg teleurgesteld in de vertraging die er lijkt te zitten tussen de wens van de Kamer om een maatwerkprofiel te ontwikkelen en de uitvoering ervan. Meervoudige beperkingen ontbreken bij de criteria voor de uitwerking van het maatwerkprofiel. De enkelvoudige beperking blijft het uitgangspunt. Dit is echt onvoldoende. De grote wens van ouders met kinderen met een meervoudige complexe handicap is dat ook zij recht krijgen op ontwikkel-gerichte zorg. Die is nu niet opgenomen in de basisprofielen en het is ook geen reden voor meer zorg. Ouders moeten daardoor in hun budget steeds weer de keuze maken tussen kwalitatieve zorg voor het kind en respijt voor henzelf. Dat is echt een oneerlijke keuze. Ik vind het wrang dat ouders die zo veel doen voor hun thuiswonende kinderen zo veel rompslomp en zo veel ingewikkelde keuzes op hun bordje krijgen. Ik roep de Staatssecretaris dus op om vaart te maken met het maatwerkprofiel. Dat is echt meer dan een zorgprofiel plus Extra Kosten Thuis of Meerzorg. Ik roep de Staatssecretaris ook op om te regelen dat Extra Kosten Thuis of Meerzorg niet meer jaarlijks hoeft worden aangevraagd. Ik krijg hierop graag een reactie.
Hoe staat het met de pgb-gefinancierde wooninitiatieven?
Ouders van ernstig meervoudig gehandicapte kinderen willen op zichzelf wel dat hun kind na zijn of haar 18de uit huis gaat en naar een instelling gaat, maar ze kunnen simpelweg geen aanbod vinden dat goed aansluit bij hun wensen. Hoe kunnen we deze ouders beter helpen? De knip bij 18 jaar blijft voor de ChristenUnie sowieso een groot punt van aandacht. Als jongeren na hun 18de geen recht meer hebben op toegang tot een kinderdagcentrum, een kdc, vallen ze in een gat. Is de Staatssecretaris het met mij eens dat we goed naar de kwaliteit van het aanbod van dagbesteding voor deze groep moeten kijken? Ik krijg hierop graag een reactie. Uit de praktijk horen we dat zorgkantoren en gemeenten naar elkaar verwijzen als het gaat om mensen met meerdere beperkingen, zoals mensen met zowel psychiatrische problematiek als een verstandelijke beperking. Ook voor deze groep mensen geldt dat het beter is geregeld wanneer ze jonger zijn dan 18 jaar en onder de Jeugdwet vallen. Als ze boven de 18 jaar zijn en eigenlijk een beschermde woonomgeving met een behandelcomponent nodig hebben, is het de vraag hoe ze die kunnen krijgen. Voor de functie behandeling moet je bij de Wlz zijn, maar de doelgroep is eigenlijk te goed voor de Wlz en valt daarom onder de Wmo. Vanuit het Leger des Heils hoor ik zorgelijke verhalen. Als je deze groepen niet goed begeleidt en behandelt, zullen ze tussen wal en schip vallen. Wanneer krijgen we een reactie van de Staatssecretaris op het advies van het zorginstituut om de toegang van ggz-cliënten tot de Wlz te borgen? Mijn laatste punt betreft het eerstelijnsverblijf. We zijn blij met de extra middelen – ik meen 20 miljoen – die beschikbaar zijn gesteld voor eerstelijnsverblijf, maar ik vraag me af of het alleen ging om een gebrek aan middelen. Ik wil graag de hele keten een keer doorlichten. Ik heb begrepen dat er per 2017 een aparte subsidieregeling komt, maar is het niet beter om de hele keten te onderzoeken? Wanneer ouderen langer thuis wonen, zal er een grijs gebied ontstaan. Wanneer valt iemand wel onder het eerstelijnsverblijf en wanneer niet? Moeten verpleeghuizen niet meer ruimte krijgen voor crisisopname? Voor betere doorstroming vanuit het ziekenhuis moet een mogelijkheid gecreëerd worden om met voorrang aanspraak te maken op een verpleeghuis.
Dit waren mijn vragen. Ik sluit me helemaal aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt over ouderenzorg versus gehandicaptenzorg. Ook dit punt is voor mijn fractie belangrijk.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl
Archief > 2016 > maart
- 23-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over energie
- 17-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Wet langdurige zorg (Wlz) (AO d.d. 03/03)
- 14-03-2016 - Schriftelijke vragen Gert-Jan Segers en Carla Dik over de aanbesteding voor nieuwe politieauto's
- 08-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het debat over ICT-problemen bij de Sociale Verzekeringsbank
- 03-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Wet langdurige zorg (Wlz)
- 03-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Evaluatie Wet afbreking zwangerschap
- 02-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet schriftelijk overleg Energie
- 02-03-2016 - Bijdrage Carla Dik-Faber over het plenair debat over mijnbouw
- 02-03-2016 - Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over het bericht «Marketing kunstvoeding bedreigt borstvoeding»