Bijdrage Carla Dik-Faber aan de plenaire behandeling van het Initiatief-Kuiken; Wet vaststelling parkeerbelasting per minuut en Wet vaststelling parkeertarieven per minuut

donderdag 29 januari 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan de plenaire behandeling van het Initiatief Kuiken

Onderwerp:   Initiatief-Kuiken; Wet vaststelling parkeerbelasting per minuut (33 587) + Wet vaststelling parkeertarieven per minuut (33 707)

Kamerstuk:    33 587 en 33 707

Datum:           29 januari 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Allereerst wil ook de ChristenUnie-fractie de indiener complimenteren met het indienen van dit wetsvoorstel. In de toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag is veel informatie aan de Kamer gegeven over het huidige parkeerbeleid en ik dank de indiener voor de antwoorden op de vragen die ook door onze fractie zijn gesteld.

De indiener constateert dat afrekenen per tijdseenheid van 10 tot 60 minuten nog steeds de norm is. De VNG wijst er echter op dat er een ontwikkeling is richting kleinere tijdseenheden. Ook wordt er in steeds meer gemeenten gebruikgemaakt van belparkeren, waarbij er wordt afgerekend per minuut. Mijn eerste vraag aan de indiener is of zij de noodzaak van dit wetsvoorstel nog eens wil toelichten in het licht van de ontwikkelingen die ik zojuist geschetst heb.

Ik heb veel reacties gekregen op dit wetsvoorstel. Veel burgers, maar ook bijvoorbeeld horeca en detailhandel, hebben een mening over betaald parkeren. Dat is ook niet gek, want ik denk dat iedereen ermee te maken heeft. De rode draad in al deze reacties is dat de grootste ergernis van mensen zit bij de hoogte van de tarieven en niet zozeer bij de tariefeenheden. Mijn vraag aan de indiener is of zij deze conclusie deelt.

Laten we er duidelijk over zijn: ook de ChristenUnie hecht aan eerlijk betalen. De indiener stelt terecht dat mensen vaak veel meer betalen dan nodig is, omdat ze de tariefeenheid niet volmaken. Mevrouw Kuiken schat dat gemeenten jaarlijks zeker 35 miljoen ontvangen voor ongebruikte parkeerminuten. Bij het aanvaarden van deze wet zullen de gemeenten ongetwijfeld hun tarieven aanpassen, is de verwachting. De parkeeropbrengsten zullen dus niet lager worden, maar op een andere manier worden ingezameld.

Hierover heb ik twee vragen aan de indiener. Allereerst over de communicatie naar de burger. Om echte transparantie in tarieven te krijgen, zou het goed zijn als gemeenten niet alleen afrekenen per minuut, maar ook hun tarieven communiceren in duidelijke eenheden, zodat ze vergelijkbaar worden. Dus niet meer een tarief per 39 minuten — ik noem maar wat — maar bijvoorbeeld een tarief per uur. Mij valt op dat de initiatiefnemer over deze communicatie van tarieven niets zegt. Volgens mij sluit dat precies aan bij wat ook de fractie van D66 naar voren heeft gebracht. Ik zou graag een reactie hierop willen van de indiener.

Mijn tweede vraag gaat over het bedrag dat uiteindelijk afgerekend moet worden. Uit een enquête van de ANWB blijkt dat mensen best bereid zijn om iets meer te betalen als zij per minuut kunnen afrekenen, maar dat moet dan ook niet veel meer zijn. Weet de indiener van het wetsvoorstel zeker dat automobilisten door betaling per minuut uiteindelijk niet duurder uit zijn?

Ik wil nog even stilstaan bij de reactie van de Raad van State. De Raad was best kritisch over het initiatiefwetsvoorstel. Gemeenten zijn vrij in hun parkeerbeleid en vrij in de parkeertarieven. De gemeenteraad neemt hier besluiten over. De Raad van State werpt de vraag op of de ergernis over het ontbreken van betalen per minuut zo groot is dat dit een inbreuk op de gemeentelijke autonomie rechtvaardigt. Mensen kunnen immers hun gemeenteraad hierop aanspreken. Ik krijg hierop graag een reactie van de indiener.

Mevrouw Kuiken stelt dat de gemeente tariefvrijheid houdt en dat het wetsvoorstel alleen gaat over de wijze van afrekenen van het tarief. Dat klopt, maar de indiener sluit niet uit dat gemeenten hierdoor versneld moeten investeren in nieuwe apparatuur. Volgens de indiener zou dit nauwelijks voorkomen, maar cijfers zijn er niet. Waarom heeft zij toch het aanvankelijke voornemen van een langere overgangstermijn losgelaten en wordt nu gekozen voor een termijn van een jaar? Kan de indiener iets meer vertellen over de mogelijke financiële consequenties?

Ik rond af. Mijn fractie heeft op dit moment heel veel vragen. Wij zien uit naar de beantwoording van de vragen die door de fractie van de ChristenUnie zijn gesteld.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > januari