Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Gewasbeschermingsmiddelen

donderdag 04 december 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Gewasbeschermingsmiddelen

Kamerstuk:    27 858

Datum:           4 december 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. In een VSO komen we nog apart te spreken over metam-natrium. Mijn fractie houdt graag druk op dit dossier. Ik dank de staatssecretaris voor haar inzet om alternatieven voor metam-natrium mogelijk te maken. In antwoord op mijn schriftelijke vragen heeft de staatssecretaris aangegeven dat zij voor 1 december uitsluitsel zou geven over de mogelijkheden om de termijn voor het scheuren van grasland te verlengen, om zo de teelt van aaltjesbestrijdende gewassen voorafgaand aan lelieteelt mogelijk te maken. Hoe staat het daarmee? Verder ben ik benieuwd op welke termijn agrariërs daadwerkelijk gebruik kunnen maken van biologische grondontsmetting als volwaardig alternatief voor metam-natrium. Ik zie namelijk dat in een aantal sectoren -- aardbeien, prei en asperges -- vanggewassen onvoldoende soelaas bieden. Mijn fractie wil uiteindelijk naar een totaalverbod van metam-natrium. Welk perspectief kan de staatssecretaris geven aan de sectoren waar nu weinig alternatieven zijn?

Mijn fractie is een groot voorstander van verdere vergroening van de gewasbescherming. Dat kan door meer ruimte te geven aan laagrisicomiddelen, maar er zijn ook basisstoffen, zoals bier en melk -- ja, dat hoort u goed --  die kunnen worden gebruikt voor specifieke toepassingen. Nu vallen deze stoffen nog onder de RUB (Regeling Uitzonderingen Bestrijdingsmiddelen), maar deze regeling heeft feitelijk geen status meer. De RUB-stoffen zouden allemaal moeten worden geregistreerd als basisstof. Ik dank de staatssecretaris ervoor dat zij de RUB-toelatingen langer wil aanhouden. Is zij ook bereid om ondertussen samen met LTO en Bionext te investeren in de Europese registratie van basisstoffen? Dit zijn kostbare processen. Door samen te werken, ook aan een verdeling van lasten op Europees niveau, kunnen er hopelijk snel wat middelen worden toegelaten die belangrijk zijn voor de vergroening van het middelenpakket. Ik krijg hierop graag een reactie.

Ik kom te spreken over de neonicotinoïden en de bijensterfte. De laatste tijd is er weer veel discussie over de neonicotinoïden en de impact daarvan op bijen. Mijn fractie hecht eraan de discussie te voeren op basis van feiten en de verantwoordelijkheden daar te leggen waar ze thuishoren. De staatssecretaris heeft de afgelopen jaren heel kordaat opgetreden bij de herbeoordeling van toelatingen, maar ze moet ook kunnen afgaan op het oordeel van het Ctgb. Ik vind het zeer positief dat er nu een uitgebreid richtsnoer van de EFSA is voor de beoordeling van de risico's van gewasbeschermingsmiddelen voor bijen. Is het richtsnoer al definitief vastgesteld, zodat het ook kan worden toegepast? Hoe staat het met het onderzoek naar de oorzaken van de bijensterfte? Ik krijg van grote imkers het bericht dat ook de varroamijt een boosdoener blijft. Ik constateer ook dat er een behoorlijk verschil is in bijensterfte tussen de grote en de kleine imkers; vandaar mijn vraag naar de update van het onderzoek naar de bijensterfte. Dit laat onverlet dat we kritisch moeten blijven letten op het gebruik van neonicotinoïden. Kan de staatssecretaris inmiddels al iets zeggen over de effectiviteit van eerder genomen maatregelen om normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater tegen te gaan?

In de nota Duurzame gewasbescherming wordt ingezet op zuivering door de glastuinbouw in 2016. Nu lees ik in het actieplan van LTO dat de sector zich richt op 2020 als datum waarop het spuiwater collectief moet worden gezuiverd. Voor 2016 streeft men naar 100% aansluiting op het riool. Ik vraag me dan af wat er in de tussentijd gebeurt als de telers lozen op het riool. Het betekent dat de kosten voor zuivering tot 2020 bij de waterschappen terechtkomen. In haar reactie op de motie-Bosma/Lodders (27858, nr. 258) geeft de staatssecretaris aan dat zij vasthoudt aan de planning, maar dat zij ook uitstel verleent waar nodig. Ik hoor graag haar reactie op het plan van LTO. Daarnaast hoor ik graag hoe het staat met het onderzoek naar de kostenbeheersing van het zuiveringsproces. Volgens mij is ook daarover een motie aangenomen.

Ik ben eerlijk gezegd een beetje teleurgesteld over de ambities voor de nieuwe etikettering. Ik heb het dan over de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing. Voor insecticiden en fungiciden worden de data van invoering nu gezet op 2018 en 2019, terwijl er voor herbiciden al een nieuw regime van kracht is. Dit traject loopt al lang. Ik vraag de staatssecretaris dan ook naar haar onderbouwing van deze late invoerdata. Verder ben ik benieuwd naar de tegenprestatie die de sector moet leveren in de vorm van extra emissiereducerende maatregelen. Ik krijg graag een reactie van de staatssecretaris op het actieplan van LTO. Is dat voldoende concreet?

Over de rattenbestrijding hebben voorgaande sprekers al het een en ander gezegd. Ik denk dat het goed is om in ieder geval voor de korte termijn de mogelijkheden te behouden om buiten de stal ratten te bestrijden met biociden.

Tot slot snijd ik een kort een aantal punten aan die eerder zijn besproken in het AO van 19 februari. Hoe staat het met de green deal voor recreatieterreinen? Op dat punt is een motie (27858, nr. 253) van mij aangenomen. Welke stappen neemt de sector om het gebruik van chemische gewasbescherming uit te faseren? Een volgend punt betreft de Europese routekaart voor de aanpak van azole resistentie. Welke voortgang kan de staatssecretaris hier melden, ook met betrekking tot het onderzoek door het RIVM? Mijn laatste punt betreft het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door particulieren op overige terreinen. De staatssecretaris wil dit minimaliseren, vooral door bewustwording. Hoe staat het met deze bewustwording en met het overleg met de sector over de kassacheck, zo vraag ik de staatssecretaris. Gaat de sector inderdaad vanaf 1 januari de verkoop van middelen aan particulieren bijhouden? De staatssecretaris sprak in februari ook over een green deal voor particulieren. Is er op dit vlak nog iets gebeurd?

Voorzitter. Volgens mij ben ik hiermee prima binnen de tijd gebleven.

De voorzitter: Dat bent u zeker, mevrouw Dik. Hartelijk dank. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > december