Bijdrage Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Spoorveiligheid / ERTMS

donderdag 18 december 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   VAO Spoorveiligheid/ERTMS (AO d.d. 27/11)

Kamerstuk:    29 893

Datum:           18 december 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in Nederland nog 89 openbare en 325 niet-openbare niet-actief beveiligde overwegen zijn;

overwegende dat het niet wenselijk is dat er in de toekomst nog onbeveiligde overwegen zijn;

constaterende dat het budget voor het Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen dat bestemd was voor de niet-beveiligde overwegen vrijwel op is, maar dat ook de nu nog resterende niet-openbare overwegen een belangrijke recreatieve functie kunnen hebben;

overwegende dat er 200 miljoen beschikbaar is voor het veiliger maken van reeds beveiligde overwegen onder andere door de bouw van ongelijkvloerse passages, maar dat dit geld niet beschikbaar is voor de niet-actief beveiligde overwegen;

constaterende dat de regering de Kamer in het voorjaar van 2015 informeert over een nieuwe impuls voor de aanpak van niet-actief beveiligde overwegen;

verzoekt de regering, jaarlijks een overzicht te sturen van in het volgende jaar te sluiten overwegen, inclusief de voorgenomen compenserende maatregelen en het advies van belangenorganisaties, zoals Wandelnet en Fietsersbond;

verzoekt de regering voorts, binnen de beschikbare 200 miljoen voor het programma overwegen ook budget te reserveren voor het beveiligen van niet-actief beveiligde overwegen en de Kamer te informeren hoeveel overwegen voor het plaatsen van beveiliging in aanmerking komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 180 (29893).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn tweede motie luidt als volgt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de spoorsector al geruime tijd werkt aan een voorstel voor verhoging van de bovenleidingspanning van 1,5 naar 3 kV met het oog op energiebesparing, reistijdbeperking, capaciteitsvergroting en verbeterde interoperabiliteit van het spoor met België en dat dit een positieve business case lijkt op te leveren;

overwegende dat voor invoering van 3 kV op delen van het spoorwegnet net als voor ERTMS ombouw van zowel infrastructuur als materieel noodzakelijk is;

overwegende dat voorkomen moet worden dat invoering van ERTMS onnodig wordt gecompliceerd, maar dat beide projecten ook niet geheel los van elkaar kunnen worden gezien en potentieel ook kan worden bespaard door het combineren van werkzaamheden aan infrastructuur en/of materieel ten behoeve van invoering van ERTMS en 3 kV;

overwegende dat op korte termijn veel besluiten vallen over de aanschaf van nieuw materieel en ombouw van bestaand materieel waarvoor helderheid over de toekomstige bovenleidingspanning wenselijk is;

verzoekt de regering, de uitwerking van de voorstellen voor aanpassing van de bovenleidingspanning uiterlijk voorjaar 2015 naar de Kamer te sturen en daarbij te bezien of gelijktijdig met invoering van ERTMS het ombouwen van materieel en/of infrastructuur naar 3 kV wenselijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 181 (29893).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > december