Bijdrage Carla Dik aan het voortgezet algemeen overleg Spoor

dinsdag 30 oktober 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerleden Carla Dik-Faber aan het voortgezet algemeen overleg Spoor

Onderwerp:   VAO Spoor (AO d.d. 11/10)

Kamerstuk:   29 984

Datum:            30 oktober 2012

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb allereerst naar aanleiding van het AO een vraag aan de minister. Die gaat over het goederenvervoer door Oost-Nederland. De minister heeft erover gesproken met onze oosterburen, met Duitsland. Zij heeft echter niet specifiek gesproken over alleen het herrouteren van het vervoer van gevaarlijke stoffen, in het bijzonder over de Betuweroute. Wij vragen de minister, dat alsnog te doen.

Verder dien ik de volgende twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Fyra Rotterdam-Brussel vanaf 9 december tien keer per dag gaat rijden en dat tegelijk de Beneluxtrein verdwijnt;

overwegende dat de minister eerder in antwoord op Kamervragen heeft toegezegd dat de Beneluxtrein pas zal verdwijnen wanneer de Fyra zestien keer per dag rijdt;

verzoekt de regering, met NS overeen te komen dat vanaf 9 december ten minste zestien keer per dag een snelle verbinding met Antwerpen wordt geboden met conventioneel materieel dan wel HSL-materieel, bijvoorbeeld door op de uren dat de Fyra nog niet rijdt een intercity Breda-Antwerpen of Roosendaal-Antwerpen aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 323 (29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor de Fyra Rotterdam-Brussel een reserveringsplicht zal gelden, waardoor de vrijheid voor reizigers om te kiezen welke trein ze nemen aanzienlijk wordt beperkt;

overwegende dat voor de Fyra Amsterdam-Rotterdam geen reserveringsplicht zal gelden;

overwegende dat het prima aan de reiziger overgelaten kan worden om te kiezen om niet te reserveren en zelf het risico te nemen dan geen zitplaats te hebben;

verzoekt de regering met NS overeen te komen, de reserveringsplicht voor de Fyra Rotterdam-Brussel te schrappen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 324 (29984).

De heer Elias (VVD):

Misschien is het voor alle andere leden van deze commissie gesneden koek, maar voor mij is het dat niet. Is dit werkelijk een serieuze motie? Vindt mevrouw Dik dat wij ons in dit parlement met dat soort vragen moeten bezighouden, op dat detailniveau?

Is dat echt haar opvatting?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind dat wij ons in het parlement op dit dossier vooral moeten bezighouden met zaken die de reiziger aangaan. Ik vind het een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van dienstverlening aan reizigers als je niet aan hen vraagt om vooraf te reserveren. Wij leven in een globaliserende wereld. We hebben het hier over een verbinding tussen Nederland en België. Dat is een grens die voor veel mensen niet eens meer bestaat. Men pakt net zo makkelijk de trein naar Amsterdam als die naar Brussel, anders gezegd. Wij vinden het een extra belasting voor de reiziger dat er een reserveringsplicht geldt. Je kunt wel aanbevelen om te reserveren. Zo'n constructie is denkbaar, maar een verplichting tot reservering vind ik veel te ver gaan en niet meer in deze tijd passen.

De heer Elias (VVD):

Dan weten we waar we staan. Als u op dit detailniveau -- het is uw goed recht, dat betwist ik niet -- verzoeken indient, zal ik mijn fractie altijd adviseren om daar tegen te stemmen. Dan weten we dat alvast van elkaar.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat is duidelijk.

De voorzitter:

Die indruk had ik ook. De heer De Graaf heeft er geen behoefte aan het woord te voeren. Dan is het woord aan de heer Bashir van de SP-fractie.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug