Bijdrage Carla Dik-Faber aan algemeen overleg Verpleeghuiszorg

donderdag 17 november 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Verpleeghuiszorg

Kamerstuk:    31 765          

Datum:           17 november 2016

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. «In ons verpleeghuis woont een meneer die wij af en toe een gordel om doen, zodat hij niet meer voorover valt en samen met de andere bewoners aan tafel kan gaan om te eten. Maar ja, het is wel een vrijheidsbeperkende maatregel en die moet worden gemeld bij de inspectie. Ik heb telefonisch contact gehad met de andere organisatie. Zij hebben een zerotolerancebeleid voor vrijheidsbeperking en ik heb gevraagd hoe zij dat doen. Deze mijnheer zou bij hen in een soort zitzak zitten. Geen gordel om, dus geen melding bij de inspectie, maar ook niet gezellig met de anderen aan tafel en daardoor meer geïsoleerd.» Dit is het verhaal van een verpleeghuisarts die ik vorige week sprak. Het voorbeeld laat zien voor welke dilemma’s zorgprofessionals elke dag weer staan. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er ruimte komt voor een gesprek over kwaliteit van zorg. Natuurlijk is het belangrijk dat verpleeghuizen transparant zijn en verantwoording afleggen, maar het registreren van cijfers – dat gebeurt nog steeds – is alleen zinvol als zorginstellingen daarop een toelichting kunnen geven in een gesprek. Dat gebeurt nog veel te weinig. Na het invullen van de digitale vragenlijst voor de inspectie kunnen zorginstellingen in 400 tekens een toelichting geven. Dat is nog niet eens drie Twitterberichten. Dat is toch geen dialoog? Wat gaat de Staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat dit gesprek over de werkelijkheid achter de cijfers daadwerkelijk gevoerd gaat worden en dat daarin het cliëntperspectief wordt meegenomen? Ik overweeg een motie op dit punt.

Het is goed dat er gewerkt wordt aan een kwaliteitskader voor goede zorg. Ik ben blij dat het daarin niet alleen gaat over fysieke en psychische gezondheid van mensen, maar ook over sociaal welbevinden en zingevingsvraagstukken. Toch is de vrees bij veel zorgprofessionals dat het weer een verantwoordingsinstrument is en dat de dialoog over goede zorg, passend bij de behoefte van een cliënt, ondergesneeuwd raakt. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met zeer complexe doelgroepen, zoals jonge mensen met dementie.

V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) wijst op het risico van een toenemende registratielast. Sinds de start van de ontwikkeling van de indicatoren in 2006, tien jaar geleden, is dit al het vijfde document. Wat geeft de Staatssecretaris het vertrouwen dat het nu wel gaat lukken om een omslag te maken in het toezicht, met minder bureaucratie, minder afvinklijstjes en meer dialoog, meer vertrouwen in de zorgprofessional en meer mensgerichte zorg?

De Leidraad verantwoorde personeelssamenstelling mag niet vrijblijvend zijn. Vanuit de zorgvraag van cliënten moet worden bepaald welke deskundigheid nodig is. Een groot zorgpunt voor mijn fractie is de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel, zeker nu de zorgzwaarte toeneemt. Ik ben ervan overtuigd dat er met coaching on the job veel bereikt kan worden, maar intussen worden er veel te weinig verpleegkundigen opgeleid. Nergens anders is de werkdruk zo hoog als in de zorg. Daardoor komen aandacht en zingeving in de knel, terwijl die juist het meest gewaardeerd worden. Hoe zijn deze in de zzp’s verwerkt?

De voorzitter: U hebt nogal een tempo – dat is overigens terecht – maar voordat u verdergaat, heeft de heer Potters een vraag.

De heer Potters (VVD): Ik probeerde het goed te timen, maar het ging heel snel. Ik hoorde mevrouw Dik-Faber iets heel wezenlijks zeggen, namelijk dat de leidraad voor personeel niet vrijblijvend mag zijn. Deze wordt vanaf 1 januari onderdeel van het kwaliteitskader. De Staatssecretaris heeft in een eerder debat al toegezegd dat hij erop gaat handhaven. Dat betekent ook dat een aantal verpleeghuizen waarschijnlijk een moeilijke tijd tegemoet gaan en daar misschien hard op moeten worden aangepakt. Steunt mevrouw Dik-Faber de VVD als wij verpleeghuizen, en met name directeuren die niet leveren, daarover stevig aan de tand gaan voelen en eventueel mensen vervangen als zij niet kunnen leveren?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): «Hard aanpakken» is stoere taal. Ik wil dat er met het kwaliteitskader en de leidraad voor personeelssamenstelling in de hand wordt gekeken naar de zorginstellingen en de locatie en naar wat nodig is. Natuurlijk moet een directie, management of raad van bestuur orde op zaken stellen. Laten we hen de kans geven om dat gesprek te voeren. Als het dan niet werkt, moeten er inderdaad maatregelen worden genomen. Daarvoor hebben we de inspectie. Ik vind het vooral stoere taal als de VVD vanuit de Kamer roept: weg ermee en stop ermee. We hebben een inspectie die erop toeziet. Op basis van haar oordelen zullen uiteindelijk maatregelen worden getroffen.

De heer Potters (VVD): U bent langer woordvoerder op dit dossier dan ik. Volgens mij hebben we er al drie of vier jaar discussie over dat er verpleeghuizen zijn die echt slechte zorg leveren en dat dit moet verbeteren. De voorbeelden zijn al genoemd. Ik ben het met u eens dat je iemand altijd de kans moet geven om zelf te verbeteren. We hebben gezien hoe het is gegaan met ActiZ, dat eerst geen gegevens wilde aanleveren en eigenlijk niet wilde meewerken aan het kwaliteitskader. Nu wil het dat weer wel. We moeten af en toe echt de stok gebruiken voor de verpleeghuizen die geen goede zorg leveren. Het gaat om onze kwetsbare ouderen. We kunnen daar echt niet mee marchanderen. We moeten dus een grens stellen, juist ook voor de goede verpleeghuizen die wel goede zorg kunnen leveren. Zij willen ook niet over één kam geschoren worden met de verpleeghuizen die niet goed kunnen leveren. Op de momenten dat we moeten doorpakken, heb ik u echt heel hard nodig. Anders ben ik bang dat we niet gaan leveren, terwijl dat wel zou moeten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik ben het met de VVD-fractie eens dat de kwaliteit van zorg overal goed moet zijn, maar de manier waarop de VVD-fractie hierover spreekt en de maatregelen die zij voorstelt, zijn niet de mijne. De VVD-fractie heeft een motie ingediend, die het helaas gehaald heeft, om budget weg te halen bij verpleeghuizen die het niet goed doen. Daar wordt de raad van bestuur niet mee getroffen, maar de mensen die zorg nodig hebben wel. Ik wil heel graag meedenken met de VVD over de vraag hoe we de zorg kunnen verbeteren. Dat gaan we doen met het kwaliteitskader, de leidraad voor personeelssamenstelling, het bestaande instrumentarium en de inspectie die hierop toeziet. Ik zie dat er grote verbeteringen worden doorgevoerd. Die stoere taal van de VVD is vooral heel veel stoere taal, maar daarmee bereiken we niet dat er betere zorg is voor ouderen, en dat wil ik juist wel.

De voorzitter: U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Vanwege de tijd sprak ik net inderdaad heel snel, maar ik zal nu wat rust betrachten.

De verpleeghuiszorg is geen beroep meer om trots op te zijn, zo hoor ik heel vaak uit de sector. Dat is het wat mij betreft juist wel. Er zijn ook locaties waar vrijwilligers weglopen. Mantelzorg is ook niet vanzelfsprekend. Families hebben veel te hoge verwachtingen als hun naaste in een verpleeghuis wordt opgenomen. Dit gebeurt nogal eens in een crisissituatie. Ik zie een neerwaartse spiraal en ik vraag de Staatssecretaris hoe hij het tij gaat keren.

Ook op andere punten zie ik het nog niet goed gaan. Er moet ruimte zijn om te leren en dus ook om fouten te maken. Hoe staat het met de toezegging van de Staatssecretaris om samen met ActiZ en de V&VN een plan te maken voor intercollegiale toetsing, waarbij professionals leren van elkaars ervaringen? De overgang van thuis naar een verpleeghuis moet beter. Als je thuis woont met ondersteuning, kun je nog niet deelnemen aan activiteiten in het verpleeghuis. Als je in het verpleeghuis woont, kun je niet meer naar je vertrouwde dagactiviteiten. In de transitiefase sluiten de verschillende zorgwetten ook niet goed op elkaar aan, waardoor mensen een hoge eigen bijdrage moeten betalen, of te weinig zorg geïndiceerd krijgen. Ik krijg hierop graag een reactie.

Het verpleeghuis zou een plek van ontmoeting moeten zijn in de wijk, maar op veel plekken verdwijnt juist de restaurantfunctie, die zo nodig is voor die ontmoetingsfunctie.

Het vastgoed hangt als een molensteen om de nek van verpleeghuizen. Dat is helemaal niet hun kerntaak. Hoe gaat de Staatssecretaris dit probleem oplossen? Ik sluit me wat dit betreft aan bij de vragen van de CDA-fractie.

«Goede zorg is eigenlijk heel simpel.» Dat schreef de Staatssecretaris in het AD in antwoord op het manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers, een manifest dat al meer dan 100.000 steunbetuigingen kreeg en waar de ChristenUnie ook volledig achter staat. Ik dank hen voor het initiatief. Veel punten heb ik zojuist aan de orde gesteld. Laten we er met elkaar voor zorgen dat er de beste zorg is voor onze ouderen. Ouderenzorg is geen schadepost, maar een kwestie van fatsoen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug