Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg over JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid

woensdag 18 mei 2016

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:         Extra JBZ-Raad op 20 mei 2016 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid)

Kamerstuk:         32 317

Datum:                18 mei 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Er valt inderdaad veel te bespreken, dus het is goed dat we iets meer tijd hebben dan de drie minuten op de convocatie. Ik dank de staatssecretaris voor de derde voortgangsrapportage over het visumvrij reizen voor Turken. In de rapportage concludeert het kabinet dat er grote vooruitgang wordt geboekt en dat een aantal eisen nog moet worden ingewilligd, maar dat het plan eind juni eigenlijk wel klaar zou moeten zijn. Een belangrijke voorwaarde waaraan nog niet is voldaan, is de harmonisatie met betrekking tot de antiterreurwetten van Turkije. Turkije zegt dat het daaraan juist niet wil gaan morrelen, omdat het die hard nodig heeft om de staatsondermijnende activiteiten in het land tegen te gaan. Lees: inclusief die van journalisten en Koerdische strijders. Hoe ziet de staatssecretaris dat heikele punt? Het lijkt wel of de Europese Commissie en de Turkse overheid hierbij tegen elkaar ingaan, dus dat deze organen eind juni op dit punt gaan botsen. Het voorstel ligt al klaar. Het lijkt alsof het kabinet, dus de staatssecretaris, maar ook de Europese Unie er alle vertrouwen in hebben dat aan de laatste zeven voorwaarden zal worden voldaan, terwijl er nog cruciale punten zijn die niet zomaar een-twee-drie zijn opgelost. Dat staat ook zo in de voortgangsrapportage. Hoe ziet de staatssecretaris die deadline? Vindt hij die nog steeds reëel? Er wordt ook over gesproken dat we maar terug moeten naar oktober, de oorspronkelijke deadline. Wat is realistisch?

Nu de door de Kamer aangenomen motie-Klaver/Pechtold (21501-20, nr. 1116). Die motie vroeg om niet alleen toe te zien op het papier, maar ook op de uitvoering. Schijnbaar krijgen we een rits wetsvoorstellen in Turkije en gaat het daar nu snel. Er moet ook duidelijk blijken dat de wetgeving in de praktijk werkt. Kan de staatssecretaris nog een reactie geven op deze, hier breed aangenomen, motie-Klaver/Pechtold?

Verder vraag ik de staatssecretaris om in te gaan op de volgende frase: "de samenwerking met Turkije op het migratiedossier of uitspraken van de Turkse autoriteiten (die) geen invloed hebben op de wijze van beoordelen door het kabinet". Hoe werkt dat uit? De premier is daar bij het grofvuil gezet. Verder hebben we natuurlijk de zaak-Umar, die wij hier vanmiddag gaan bespreken. Al die ontwikkelingen doen je sterk twijfelen aan de mensenrechten aldaar, de persvrijheid et cetera. Heeft dat allemaal geen invloed op dat visumvrije reizen?

Nog iets over de Turkijedeal en de positie van niet-Syrische vluchtelingen. In de rapportage lees ik dat de positie van Syrische vluchtelingen nu moet zijn gegarandeerd, althans met betrekking tot opvang, medische zorg, onderwijs et cetera. In de rapportage lees ik niet expliciet dat die positie ook is gegarandeerd voor de niet-Syrische vluchtelingen, behalve dat er werkvoorziening zou kunnen ontstaan. Er zijn daarbij kanttekeningen te plaatsen. Kan de staatssecretaris hierop ingaan? Het Vluchtelingenverdrag schrijft namelijk voor dat er opvang moet zijn voor alle vluchtelingen. Ik krijg daar graag duidelijkheid over.

Ik wil verder mijn grote zorgen uiten over de Syrische vrouwen en meisjes in Turkije die worden uitgehuwelijkt of worden gedwongen om de prostitutie in te gaan. Eerder heeft een ECPAT-rapport daarover de alarmbellen doen rinkelen. Is de staatssecretaris op de hoogte van die zorgwekkende ontwikkelingen rond de Syrische meisjes onder de vluchtelingen? Hoe kan de staatssecretaris deze op de agenda van de JBZ-Raad zetten?

In mijn laatste seconden wil ik nog iets zeggen over de rol van de UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees). In de Kamer is een motie aangenomen over een versterkte rol voor de UNHCR. Kan de staatssecretaris zeggen of de UNHCR wordt ingeschakeld voor de toegang tot Turkije van uit Griekenland teruggestuurde asielzoekers en die tot Turkije van asielzoekers uit Syrië? Deze twee belangrijke punten zijn ook in die motie genoemd. Ik vraag de staatssecretaris om daarop in te gaan.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug