Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Opvang en terugkeer

donderdag 20 november 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Immigratie en Asiel van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een algemeen overleg met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Opvang en terugkeer

Kamerstuk:    19 637          

Datum:           20 november 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik begin met de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten. De Kamer heeft lang op die uitspraak moeten wachten. Het gaat echter niet om de Kamer, maar om al die mensen – ze zijn vandaag op het Plein en hier in de zaal – die al jarenlang in onzekerheid verkeren over hun recht op opvang. De Raad van Europa heeft een duidelijke uitspraak gedaan. Deze is weliswaar niet juridisch bindend, maar wel gezaghebbend. Wij hebben afgelopen week de reactie van de PvdA op Radio 1 gehoord, namelijk dat iedere vreemdeling recht op opvang heeft. Nu zegt de PvdA dat dit nog even niet het geval is. Dat betreuren wij zeer. Het betekent dat deze mensen nog een winter in moeten, terwijl zij hun hoop op deze uitspraak hadden gesteld.

Ik heb twee concrete vragen aan de Staatssecretaris, die ook de PvdA heeft doorgeleid. Is de Staatssecretaris bereid de VNG tegemoet te komen, in ieder geval tot het Comité van Ministers uitspraak doet, als zij aangeeft gelden voor de noodopvang nodig te hebben? Is de Staatssecretaris van plan om in de tussenliggende periode geen mensen op straat te zetten, zodat de druk op de noodopvang van de gemeenten niet verder toeneemt? Dit zijn mijn belangrijkste vragen en ik hoop dat de Staatssecretaris daar welwillend op zal antwoorden.

De heer Azmani (VVD): Ruim twee jaar geleden, in de zomer van 2012, werd ik woordvoerder op dit dossier. De heer Voordewind was toen al de woordvoerder van de ChristenUnie-fractie. Toen waren er tentenkampen aan de Noodweg, daarna werd het de Vluchtkerk en zo hebben wij heel wat vluchtgebouwen gehad. De heer Voordewind geeft zelf aan dat wij alweer twee jaar verder zijn. Ik grijp even terug op de evaluatie van de Vluchthaven. De Staatssecretaris was toen best bereid om met de heer Van der Laan mee te denken en te bekijken of er een mogelijkheid voor opvang was voor de mensen die daar zaten, als ze meer bereid zouden zijn om mee te werken aan vertrek. De conclusie is dat dat project gefaald heeft. In de stukken staat dat het overgrote deel sub-kansloos of kansloos voor verblijf is en men voor het grootste deel niet wil meewerken aan vertrek. Als het overgrote deel totaal geen kans heeft in Nederland, wat wil de heer Voordewind dan bereiken? Vindt de heer Voordewind dat deze mensen moeten vertrekken of niet?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als de heer Azmani de cijfers goed leest, staat er dat volgens de laatste stand van zaken 30 mensen van de 159 uit de Vluchtkerk alsnog een status hebben gekregen en dat 39 mensen in procedure zijn genomen. Na herscreening blijkt dus dat er fouten zijn gemaakt of nieuwe feiten aan de orde zijn, bijvoorbeeld omdat sommige mensen uit een land komen waar nu oorlog is. Denk maar aan Irak en Somalië. De Staatssecretaris heeft jarenlang geprobeerd om mensen gedwongen terug te sturen naar die landen en dat is tot op heden niet gelukt. Als de heer Azmani die cijfers leest, moet hij constateren dat er wel degelijk wat aan de hand is en dat bijna de helft van deze mensen alsnog in procedure is gekomen.

De heer Azmani (VVD): Als mensen uit Syrië of Irak komen, kunnen ze gewoon een aanvraag indienen en hoeven ze niet te verblijven in de Vluchthaven. Het project van de Vluchthaven is in de zomer afgerond en daarna is er een evaluatie verricht. Uit die eindevaluatie blijkt dat 102 van de 117 gevallen sub- of totaal kansloos zijn voor verblijf. Ik vraag nogmaals aan de heer Voordewind of hij vindt dat deze mensen moeten vertrekken als ze geen kans op verblijf hebben. Ja of nee?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Het blijkt maar weer dat de situatie niet zo zwart-wit is als de VVD doet voorkomen. Het Rijk heeft daar ervaring mee. Het Rijk heeft bijvoorbeeld jarenlang Somaliërs in vreemdelingendetentie laten zitten, terwijl het niet lukte om deze mensen terug te sturen naar het land van herkomst. Dat was ook het geval bij de Irakezen. De situatie in Irak is alleen maar erger geworden, daar hoef ik verder geen woorden aan te wijden. Wat doet de Staatsecretaris? Hij definieert de grenzen van het ISIS-gebied heel duidelijk. Als mensen daarvandaan komen, hoeven ze niet terug, maar als mensen van twee kilometer buiten het ISIS-gebied komen en dagelijks bedreigd worden door datzelfde ISIS, kunnen ze prima terug. Ik geef het je te doen om dit uit te leggen aan de mensen die uit dat gebied komen. Een en ander ligt veel genuanceerder. Sommige mensen kunnen niet terug, omdat hun ambassades simpelweg niet meewerken. Wij moeten oog hebben voor dit soort schrijnende situaties. De heer Azmani zegt dan dat die mensen voor het buiten schuldcriterium in aanmerking komen, maar hij weet ook dat maar enkelen per jaar daarvoor in aanmerking komen, omdat de criteria zo hoog liggen.

Voorzitter. Ik las tot mijn verbazing in Elsevier dat de Staatssecretaris over de 250 uit te nodigen Syrische vluchtelingen zegt: er ligt al enige tijd een aangenomen motie van de heer Voordewind, maar omdat er zo veel asielzoekers instromen, wordt dit heel erg lastig. De motie is een jaar geleden aangenomen en zou voor het einde van het jaar worden uitgevoerd. Het betreft uitgenodigde Syrische vluchtelingen. Wij doen het deze kwetsbare mensen toch niet aan dat ze een boottocht over de Middellandse Zee moeten ondernemen? Is de Staatssecretaris bereid om die 250 mensen te accepteren? Wij hebben nog maar vijf weken te gaan. De Staatssecretaris heeft het steeds maar uitgesteld. Als hij dit niet doet, moet ik constateren dat hij de motie weigert uit te voeren. Dan heeft hij de meerderheid van de Kamer tegenover zich, want ook coalitiepartij PvdA heeft deze motie gesteund. Graag krijg ik een reactie op dit punt. In beginsel worden gezinnen voor maximaal twee weken in gesloten gezinslocaties geplaatst als zij dreigen zich aan het toezicht van het Rijk te onttrekken, zegt de Staatssecretaris. Wat betekent «in beginsel». Het kan dus langer dan twee weken duren. Hoe lang dan? Krijgen mensen die in de reguliere gezinslocaties zitten en medische verzorging nodig hebben, in de gesloten gezinslocaties geen of veel slechtere medische opvang? Hoe gaat de Staatssecretaris dat voorkomen?

Ook in het rapport van het College van de Rechten van de Mens wordt geconstateerd dat Nederland vooralsnog de grensdetentie laat bestaan. Het college en Vluchtelingenwerk constateren simpelweg dat dit zinloos en schadelijk is. Mensen die over land Nederland binnenkomen, komen gewoon in Ter Apel terecht, gaan naar een azc en worden in procedure genomen, terwijl de mensen die met het vliegtuig komen in de gevangenis belanden. Vanwaar dat onderscheid? De Staatssecretaris zegt dat de gezinnen gescreend worden, zodat ze kunnen worden doorgestuurd naar Ter Apel. Waarom voert de Staatssecretaris die screening niet uit bij individuen? Dan kunnen die gewoon door naar Ter Apel.

In het rapport van de werkgroep Kind in azc wordt een duidelijk signaal gegeven. De Staatssecretaris zegt dat het een dom rapport is. Hij moet toch erkennen dat verblijf in een gezinslocatie tot immateriële schade leidt? Kinderen lijden aan een gebrek aan nachtrust, privacy, et cetera. Hoelang gaat de Staatssecretaris door met de gesloten gezinslocaties? Ik sluit aan bij de vragen van collega Schouw over de alleenstaande minderjarige asielzoekers. Waarom worden deze niet standaard geplaatst bij pleegouders, in plaats van in kleinere locaties? Ik prijs de Staatssecretaris ervoor dat de grootschalige locaties worden afgeschaft. Het gaat soms om jonge kinderen van onder de 15 jaar. Het zou toch beter zijn om hen in pleeggezinnen te plaatsen?

Wij hebben een gesprek gehad met het Nidos. Daarbij kwam de vraag naar voren of de Staatssecretaris wil bekijken of het Nidos de minderjarigen ook na het achttiende levensjaar kan monitoren of in schrijnende situaties kan doorgaan met opvang. Wij verliezen elk jaar honderden kinderen uit het oog en vrezen dat zij in handen van mensenhandelaren vallen of in de prostitutie belanden. Is de Staatssecretaris bereid om dat gesprek aan te gaan?

Ik krijg graag een reactie van de Staatssecretaris op het rapport van de universiteiten van Groningen, Kent en Washington. De belangrijkste aanbeveling daaruit is om in de asielprocedure een grotere plaats te geven aan godsdienst.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > november