Inbreng Joël Voordewind tbv Wijz. Vreemdelingenwet 2000 ter verbetering rechtbesch. asielzaken

donderdag 30 januari 2014

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een wijziging van de Vreemdelingenwet 2000

Onderwerp:   Voorstel van wet van het lid Schouw tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter verbetering van de rechtsbescherming in asielzaken

Kamerstuk:    30 830

Datum:            30 januari 2014

De leden van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het initiatiefwetsvoorstel, met inbegrip van de laatste wijzigingen Zij spreken haar waardering uit voor het initiatiefwetsvoorstel en delen de inzet om de rechtsbescherming van vreemdelingen te verbeteren.  Deze leden erkennen met de initiatiefnemer dat de marginale toetsing door de rechter ook in de laatste jaren ertoe heeft geleid dat de rechtsbescherming van vreemdelingen in de praktijk niet altijd goed heeft gefunctioneerd.

De leden van de fractie van de ChristenUnie wijzen ook op het belang om de rechtsbescherming te verbeteren temeer omdat de huidige plannen van het kabinet om te bezuinigen op de rechtsbijstand grote negatieve gevolgen zal hebben op de rechtsbescherming van vreemdelingen. Bovengenoemde leden verzoeken de initiatiefnemer om de noodzaak van deze verbetering ook duidelijk binnen de huidige politieke context te plaatsen.

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat in de praktijk geregeld zaken waar bekering tot een bepaalde geloofsovertuiging – waarbij de vreemdeling bij uitzetting mogelijk gevaar loopt – ongeloofwaardigheid van de bekering wordt tegengeworpen. Deze leden constateren dat de rechter in dergelijke zaken zichzelf inderdaad niet bevoegd acht om dit oordeel van de IND inhoudelijk te toetsen. Deze leden vragen de initiatiefnemer of hij dit specifieke probleem onderkent en kan aangeven of deze groep vreemdelingen – in de optiek van de initiatiefnemer – ook bijzonder kwetsbaar is door de huidige praktijk.  Deze leden verwachten daarbij dat het gebruik van eigen onderzoeksbevoegdheden van de rechter – conform de mogelijkheden van de Awb – daadwerkelijk zal leiden tot een toename in de rechtsbescherming. Bovengenoemde leden vragen de initiatiefnemer of hij deze verwachting deelt.

De leden van de ChristenUnie-fractie delen het belang wat initiatiefnemer hecht aan de bewijsvoorlichting. Deze leden vragen zich echter wel af waarom het initiatiefwetsvoorstel juist op dit punt is aangepast aangezien ook de initiatiefnemer constateert dat de bewijsvoorlichting in de praktijk goed is geregeld. Deze leden vragen de initiatiefnemer een nadere motivatie op dit punt. 

De leden van de ChristenUnie-fractie tonen zich tevreden met de toevoeging van de evaluatiebepaling. Deze leden vragen zich echter wel af of de termijn van vijf jaar waarbinnen deze evaluatie dient plaats te vinden niet te lang is, temeer vanwege de onzekere gevolgen voor zowel het budget als voor de eventuele toename in werkdruk die de voorgestelde wijzigingen met zich mee kunnen brengen. Deze leden vragen de initiatiefnemer een nadere motivatie op dit punt. 

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug