Bijdrage Joël Voordewind aan debat over bericht "Kabinet ziet niets in opvang vluchtelingen Syrië"

donderdag 12 september 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken en de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een plenair debat met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie, minister Timmermans van Buitenlandse Zaken en minister Ploumen minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking    

Onderwerp:   Dertigledendebat over het bericht ‘Het kabinet ziet niets in opvang van vluchtelingen uit Syrië in ons land’

Kamerstuk:    19 637

Datum:            12 september 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Goed dat wij hierover spreken. De staatssecretaris beschrijft het zelfs als een exodus uit Syrië. We weten dat er inmiddels twee miljoen vluchtelingen de grens over zijn gegaan en vele vluchtelingen nog in het land zelf aanwezig zijn. We praten vanmiddag over de vraag of Nederland daar ook een verantwoordelijkheid voor moet nemen. Ik waardeer de financiële verplichtingen die door het kabinet zijn aangegaan, te weten 17 miljoen extra, maar de vraag is of Nederland ook extra vluchtelingen zou willen opnemen.

Ik kreeg een paar dagen geleden weer een verzoek van een familie in Nederland die graag de kinderen, ook al zijn die meerderjarig, naar Nederland wil laten overkomen, maar zij krijgen geen visum via de ambassade in Beiroet. Waarom niet?

Ik was er een paar maanden geleden en toen kwam ik mensen tegen die zeiden dat zij teruggestuurd waren uit Nederland en terug waren gegaan naar Syrië. Vervolgens waren zij weer gevlucht over de Turkse grens. Zij zitten nu te wachten tot zij wie weet waar naartoe mogen. Zij zitten daar alweer anderhalf jaar, onder tentzeil. Zij vragen om alstublieft te mogen terugkeren naar hun familie die wel geaccepteerd was in Nederland.

Daarom kom ik tot enkele concrete voorstellen. Ik hoop dat ik daarover geen moties hoef in te dienen, maar dat er bij het kabinet een beweging zal zijn om te bekijken of wij familieleden de mogelijkheid kunnen geven om hier naartoe te komen. Het eerste voorstel gaat over het visumbeleid. Ik heb daar al Kamervragen over gesteld. Een dag na de beantwoording van de Kamervragen kwam het verzoek van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, Guterres, die zei: alstublieft Europa, doe meer voor die Syrische vluchtelingen. Het was een van zijn voorstellen om de visumprocedure te versoepelen. Ook Nederland houdt de deur dicht. Er wordt mensen gezegd dat ze hun paspoort moeten kunnen laten zien, maar als er maar enigszins een kans is dat men in Nederland blijft, wordt het visumverzoek geweigerd.

De voorzitter:
Meneer Voordewind, het volgende om u te helpen. Volgens mij gaat u nu een aantal dingen vragen, maar u heeft nog weinig tijd. Doe dit dus kort.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik ga heel snel, voorzitter.

Nu de 250 vluchtelingen binnen de uitgenodigdenquota van de UNHCR. Ik wil de minister en de staatssecretaris vragen om de Syrische vluchtelingen daar niet onder te laten vallen. Verder wil ik mij aansluiten bij het pleidooi van eerdere collega's om mee te doen aan het humanitaire toelatingsprogramma van Duitsland, Zweden en Oostenrijk.

Mijn laatste vraag. Er kwam net een brief binnen van de minister over diens standpunt aangaande Syrië. Ik las daar een bepaalde zin in. De minister zit er nu toch. Ik heb het even gepeild bij de voorzitter, maar aangezien hij hier nu toch zit, wil ik hem vragen wat de consequentie is van de zin in zijn brief dat Nederland er inmiddels zo goed als van overtuigd is dat Assad, het Syrische regime, achter de gifgasaanval zit. Betekent dit dat er een wijziging van beleid of standpunt komt van het kabinet? Ik zou dat ten slotte nog graag vernemen van de minister.

De voorzitter:
Ik wil daar meteen een procedurele opmerking over maken. Ik wist niet dat u iets ging vragen wat aan de orde komt in het algemeen overleg dat om 16.00 uur begint. Ik stel daarom voor dat u ervoor zorgt dat u, als het antwoord komt, daarbij bent. Dit is namelijk echt buiten de orde van wat we nu bespreken. U krijgt om 16.00 uur uw antwoord.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter, ik weet even niet waarop u duidt. We hebben die brief net binnengekregen. Ik stel een vraag aan de minister, die hier nu zit.

De voorzitter:
Het antwoord op die vraag komt om 16.00 uur in dat algemeen overleg aan de orde.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik weet niet welk overleg dat precies zou moeten zijn. Misschien kunt u mij ...

De voorzitter:
Er is om 16.00 uur een algemeen overleg. Ik hoor de minister zeggen: over de Algemene Vergadering Verenigde Naties.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat is een heel ander overleg dan waar we het nu over hebben. We hebben het nu over Syrië. Dat is niet ter voorbereiding van de AVVN.

De voorzitter:
Ik ga dit even kortsluiten. Ik vraag de minister of het antwoord op de vraag die de heer Voordewind net stelde, straks in het algemeen overleg aan de orde komt.

Minister Timmermans:
Voorzitter. Dit gaat over de Verenigde Naties in relatie tot Syrië. Dit zijn ook zaken die bij de AVVN, de Algemene Vergadering van over twee weken, zeker aan de orde zullen komen. Ik kan mij dus voorstellen dat de voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken dit toelaat in de discussie over de AVVN, in het AO dat wij vanaf 16.00 uur zullen hebben.

De voorzitter:
Dat is werkelijk een ander onderwerp. Het spijt me.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dit gaat over Syrië, over een externe stroom van vluchtelingen. Ik zou me dus kunnen voorstellen dat we dit onderwerp meenemen. Maar goed, de minister gaat over zijn eigen woorden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug